Wat is Moovd?
Een aanbieder van (cloud-)software voor therapeuten die trauma’s, angsten en fobieën zoals claustrofobie of hoogtevrees behandelen. Een van de twee behandelmethodes is exposure-therapie. Daarbij wordt iemand op een gecontroleerde manier blootgesteld aan angsten of een nare herinnering.
Moovd levert daarvoor een online platform, wat betekent dat cliënten niet (per se) de deur meer uit hoeven. Naar een kruispunt waar een ongeluk is gebeurd bijvoorbeeld. ‘Dat is een vrij tijdsintensief proces’, zegt Menno Kamphuis (27), die het bedrijf twee jaar geleden begon met zijn broer Sander (24). ‘Wij proberen de grote boze buitenwereld naar de behandelkamer te halen.’
De zorg-startup levert ook een digitale variant van EMDR (Eye Movement Desensitization and Reprocessing). Bij die behandeling wordt een traumatische ervaring verwerkt door het oproepen van herinneringen, terwijl de cliënt wordt afgeleid met vingerbewegingen of andere stimuli.
Moovd ontwikkelde samen met Chief Psychology Officer Tjeu Theunissen (Universiteit Maastricht) een algoritme om de zintuigen via een beeldscherm te prikkelen. Daardoor wordt een therapeut minder in beslag genomen door het proces (zoals vingerbewegingen), zegt Kamphuis. En is er meer aandacht voor de persoon en zijn of haar gevoelens en spanningen.
Wie zitten erachter?
De broers waren zich aan het verdiepen in virtual reality, toen ze de tip kregen dat vooral de gezondheidszorg schreeuwt om digitalisering. ‘De zorg staat op z’n kop, met enorme wachtlijsten, personeelstekorten en werkdruk’, zegt Kamphuis. ‘Mensen lopen hun tenen. We krijgen wekelijks berichten van mensen (cliënten, red.) die ten einde raad zijn, die vragen of wij ze kunnen helpen.’
Het beslissende zetje qua markt kwam van gezondheidszorgpsycholoog en bijzonder hoogleraar angst- en gedragsstoornissen Ad de Jong. Die vroeg de ondernemers of hij het gebruik van digitale beelden samen met hen kon onderzoeken. Kamphuis: ‘In 2019 zagen we voor het eerst beschadigde mensen, die daardoor ook niet meer goed kunnen functioneren. Na onze toepassing kregen ze weer hoop en vertrouwen. Dat is goud waard.’ Het team van Moovd telt inmiddels 12 medewerkers.
De oprichters besloten gaandeweg hun oude liefde virtual reality op een lager pitje te zetten. Beeldschermen en smartphones zijn simpelweg een laagdrempeligere manier om de markt te veroveren, zegt Kamphuis. ‘De resultaten bleken minimaal hetzelfde, of beter. En we zagen dat we de behandeltijden terug konden brengen, van 90 naar 60 minuten bijvoorbeeld. VR klopt al jaren op de deur van de zorg, maar het is eigenlijk op nog geen enkel onderdeel gelukt om door te breken.’
Wie zitten erop te wachten?
Grofweg drie doelgroepen, die volgens Kamphuis elk op hun eigen manier baat kunnen hebben bij een digitale aanpak. Zorgverleners willen minder kosten, zorginstellingen willen meer mensen behandelen en cliënten willen uiteraard zo snel mogelijk van hun klachten af.
Moovd richt zich in Nederland op zo’n 1,2 miljoen mensen die kampen met een angststoornis. Ook mensen met bijvoorbeeld tandartsangst of werkgerelateerde stressklachten komen wat de startup betreft in aanmerking. Die laatste groep zou de techniek van Moovd ook thuis kunnen gebruiken, zegt Kamphuis.
Hij mikt erop dat een verwijzing van de huisarts straks genoeg is. ‘Dan hoeven ze niet het hele zorgcircuit door, en worden ze sneller geholpen.’ Als goed voorbeeld wijst de ondernemer naar Duitsland. Daar werd in 2019 een systeem (DiGa) ingevoerd waarbij een arts niet alleen medicatie, maar ook een digitale applicatie kan voorschrijven.
Iedere week lichten we een veelbelovende startup uit. De Startup van de Week dingt ook mee naar de titel Startup van het Jaar. Benieuwd wie er kans maken? Lees eerdere Startups van de Week terug »
Hoever is Moovd?
Moovd heeft naar eigen zeggen 89 zorginstellingen als klant, bij elkaar goed voor 620 gebruikers (therapeuten). Het houdt dit jaar rekening met een groei naar 4.000 gebruikers. Vorig jaar won de startup uit Nijverdal de Nationale Zorginnovatieprijs, een competitie die wordt gesponsord door Health~Holland, de uitvoerende organisatie van het Topsectorenbeleid Life Sciences & Health.
Na een eerste proef bij een traumakliniek kwam de startup ook op de radar bij zorgverzekeraars. Afgelopen november werd CZ de eerste verzekeraar die de digitale therapie van Moovd vergoedt. Met andere grote verzekeraars wordt volgens Kamphuis druk overlegd.
De Overijsselse startup wil volgend jaar de grens over, maar kreeg alvast een paar buitenlandse gebruikers in de schoot geworpen. ‘Er komen al veel internationale klanten uit zichzelf op ons af’, zegt Kamphuis. ‘Dan heb je in een keer klanten uit Duitsland en de VS. Tijdens het videobellen vragen we waarom ze ons interessant vinden. Dan blijkt dat die markten zich heel goed lenen voor ons product.’
Deels met het oog op de Amerikaanse markt plantte de startup een expert uit dat land in de raad van advies (psycholoog Albert ‘Skip’ Rizzo, van de University of Southern California). In de raad van advies zitten naast eerdergenoemde Ad de Jong ook Suzy Matthijssen, klinisch psycholoog en onderzoeker bij het Academisch Angstcentrum van Altrecht.
Wat is het businessmodel?
SaaS, oftewel Software as a Service. Moovd sluit hiervoor contracten met zorginstellingen, die maandelijks een bedrag betalen per therapeut.
Nog geld nodig?
Moovd maakte woensdag een kapitaalinjectie bekend van 1 miljoen euro afkomstig van Axivate Capital, het investeringsfonds van reisondernemer Bas Rasker (Zoover, Jiba, en Weeronline.nl). In de raad van advies van Moovd zit nu ook Axivate-partner Rutger van Zuidam, een ondernemer die eerder een exit met maakte met datadienst Qualizorg.
Het groeigeld wordt besteed aan het doorontwikkelen van de technologie en het aannemen van nieuwe medewerkers; het team groeit binnenkort naar verwachting naar 25 mensen. Het kapitaal is ook nodig voor de wetenschap, zegt Kamphuis, oftewel aan de wereld laten zien dat het werkt. ‘Die onderzoeken kosten veel geld.’
Of er al een volgende kapitaalronde op stapel staat? ‘Als je wereldwijde impact wil maken, dan is dat zeker nodig. Het ligt eraan hoe snel Nederland hierin meegaat, en hoeveel data we hier kunnen verzamelen.’
