Geen producten in de winkelwagen.
‘Best wel bizar’, reageert Momo Medical-oprichter Menno Gravemaker (foto boven) op het feit dat de Amerikaanse accelerator Y Combinator zijn bedrijf selecteerde. De aanmelding voor het befaamde groeiprogramma was volgens hem ‘een moonshot‘.
Maar voor hij het wist, bevond Gravemaker zich (online) tegenover een panel met Y Combinator-partners, die hem in krap een kwartier bestookten met scherpe vragen. Een dag later kreeg de 29-jarige ondernemer het verlossende bericht. De selectie komt na een coronajaar waarin de startup een beroep moest doen op een noodkrediet (COL-lening).
Y Combinator staat dankzij alumni als Airbnb, Doordash en Stripe bekend als de crème de la crème van de accelerator-wereld. Voor startup-pleitbezorger Techleap is het vergroten van het aantal Nederlandse deelnemers van de Amerikaanse snelkookpan zelfs een expliciete doelstelling (daarbij krijgt de organisatie onder meer hulp van MessageBird-0prichter Robert Vis).
De Silicon Valley-broedplaats krijgt tienduizenden aanmeldingen per jaar, waarvan er vorig jaar 385 startups werden toegelaten. Y Combinator investeert 125.000 dollar per startup, in ruil voor 7 procent van de aandelen.
Nachtdiensten
Momo Medical treedt als dertiende Nederlandse YC-deelnemer in de voetsporen van onder meer MessageBird en Gitlab. Het Delftse bedrijf (twintig medewerkers) overtuigde de accelerator met een dienst die het leven van verpleegkundigen vooral tijdens nachtdiensten makkelijker maakt.
Dankzij een combinatie van een sensor (‘BedSense’) onder een matras en een softwareplatform kunnen verplegers in één oogopslag zien wie er hulp nodig heeft. Grote winst is dat zij daardoor niet meer drie keer per nacht alle kamers hoeven te controleren.
Yes!Delft
Het bedrijf werd in 2017 opgericht door TU Delft-alumni Gravemaker en Ide Swager (die vorig jaar vertrok bij het bedrijf). De startup haalde tot nu toe ‘meer dan een miljoen’ op aan groeikapitaal. Met hulp van onder meer incubator Yes!Delft, verzekeraar DSW en de gemeente Delft ontwikkelde het bedrijf zich tot een speler die nu ‘tientallen’ verpleeghuizen bedient. Exacte aantallen klanten wil de startup uit concurrentieoogpunt niet delen, wel dat het aantal systemen dit jaar met 30 procent groeit.
De dienst verlaagt de werkdruk van verpleegkundigen, zegt Gravemaker, omdat zij kunnen zien wanneer bewoners rustig in bed liggen – ook als er juist niks aan de hand is. Daardoor hebben zij minder tijd nodig voor (overbodige) controles en kan de productiviteit in een verpleeghuis met zo’n 30 procent stijgen, zo pitcht de dienst. Dat is geen overbodige luxe in tijden van vergrijzing.
Meer productiviteit betekent overigens niet dat er minder zorgpersoneel nodig is, zegt Gravemaker desgevraagd. ‘De zorg die nu bij verpleeghuizen terechtkomt, is vaak best heftig. Als de complexiteit stijgt moet je er mensen bij zetten, maar dat personeel is amper te vinden.’
Inspiratie
De uitverkiezing door Y Combinator viel samen met het overlijden van de grootmoeder van Gravemaker, die haar beschouwt als ‘een grote inspiratiebron’ voor het bedrijf. Zij was de eerste in een verpleeghuis die de sensor van Momo Medical onder haar bed kreeg. Gravemaker: ‘De begrafenis was een dag na het interview met Y Combinator. Een uur na de begrafenis kreeg ik het bericht dat we het waren geworden.’
De ondernemer reist deze week af naar Silicon Valley, ondanks het feit dat de meeste deelnemers het programma vanwege de coronapandemie op afstand volgen. Gravemaker wil ter plekke kunnen meekijken bij zoveel mogelijk nachtdiensten, en demonstratieprojecten opzetten. ‘Om te valideren dat het probleem wat we hier hebben ook dáár speelt.’
Zijn verblijf duurt in ieder geval drie maanden, ‘en misschien langer als we daar een investeringsronde ophalen’. ‘Ik ga ook voor de ontmoetingen met andere ondernemers en partners van Y Combinator. Hoe pak je in de VS bijvoorbeeld sales aan, hoe schaal je op, neem je mensen aan en haal je een nieuwe investeringsronde op?’
Zo moet de accelerator de springplank worden naar de Amerikaanse markt. Om te beginnen in Silicon Valley, waar Y Combinator een zeer bekende naam is. ‘Het helpt dat wanneer ze daar een Hollandse jongen zien, een serieuze Amerikaanse partij heeft gezegd erin te geloven.’
Ingevoerde neef
Gravemaker leerde Silicon Valley al kennen dankzij zijn neef Jur van den Berg. Die werkte eerst bij Google en Apple en kwam daarna terecht bij Otto, een startup voor zelfrijdende vrachtwagens die in 2016 werd ingelijfd door Uber. Van den Berg richtte daarna een vergelijkbaar bedrijf op (Ike), dat zes maanden geleden werd overgenomen door Nuro, een ontwikkelaar van zelfrijdende bezorgwagens.
Gravemaker: ‘Ik vond de energie daar geweldig. In de VS denk je in andere proporties, go big or go home. Ik denk dat het goed is dat het Nederlandse ecosysteem daar ook wat van meekrijgt.’
De ondernemer kon via DutchTechSF, een netwerk van Nederlandse ondernemers in Silicon Valley, het toelatingsgesprek met Y Combinator oefenen met een Nederlandse ondernemer die dat kunstje al eerder flikte.
Coronapandemie
De reis naar de VS volgt op een heftig coronajaar, dat Momo Medical van zeer dichtbij meemaakte. ‘We hebben afdelingen gezien waar tijdens de eerste golf meer dan de helft van de bewoners overleed. En een paar maanden later weer, bij de tweede golf.’
Voor het bedrijf zelf betekende de pandemie dat werken en testen in verpleeghuizen tijdelijk stil kwam te liggen, en dat het aanboren van nieuwe contacten lastiger werd. Om de crisis te overbruggen vroeg (en kreeg) de startup een COL-lening aan.
Groeispurt
Inmiddels zit het bedrijf volgens Gravemaker weer in een ‘gigantische groeispurt’, met de expansie naar de VS als extra portie hectiek. Ondertussen stellen chiptekorten de startup voor ‘een gigantische uitdaging’. ‘Om de supply chain op orde te krijgen, kijken we met bestellen nu zes maanden vooruit.’
Momo Medical wil verpleeghuizen straks op meer gebieden ondersteunen. Dan zouden verplegers met het platform bijvoorbeeld ook vroegtijdig epileptische aanvallen of blaasontstekingen kunnen detecteren. En vroegtijdig kunnen zien dat een bewoner van een verpleeghuis komt te overlijden, zodat naasten op tijd afscheid kunnen nemen. Alle gegevens zijn anoniem, benadrukt Gravemaker desgevraagd.
Onzichtbaar
De sprong over de oceaan is nog maar vers, maar de ondernemer weet al bijna zeker dat ook Amerikaanse verpleeghuizen staan te trappelen. Een van de groeigeheimen is volgens hem dat Momo Medical zich eigenlijk niet als techbedrijf profileert. ‘In de zorg gaat het minder over slimme algoritmes, en meer over menselijk contact. De vraag is hoe je de zorg kan ondersteunen, zodat ze zo goed mogelijk zorg kunnen verlenen en minder bezig zijn met de techniek. Die moet eigenlijk onzichtbaar zijn.’
Een andere belangrijke troefkaart bij het veroveren van de markt is de bottom up-benadering waar het bedrijf voor kiest. Oftewel, binnenkomen via de mensen die de dienst in de praktijk gebruiken, in plaats van via een manager die vanaf een afstandje naar de specificaties en kosten kijkt.
Gravemaker blijft voorlopig dan ook meelopen met nachtdiensten, om verzorgers te begeleiden en om van ze te leren. ‘Die afdelingen vinden het fantastisch, en vervolgens schalen we op. Zien is geloven.’
