Nu banken minder snel thuisgeven, zoeken steeds meer bedrijven elders hun financiering. Ketenfinanciering in zes vragen en antwoorden.
Als je bij de bank niet meer kunt aankloppen voor geld, waarom zou je dat dan niet doen bij je eigen leveranciers of klanten? Er is immers een gezamenlijk belang. Niet gek dus dat ketenfinanciering in opkomst is. 6 vragen en antwoorden. En 3 bedrijven die het in de praktijk brengen.
#1. Ketenfinanciering, wat is dat?
Ketenfinanciering, of, in het Engels: supply chain finance, is in feite een verzamelnaam voor een scala aan oplossingen waarbij één partij in de keten het voor een andere partij makkelijker maakt om aan financiering te komen. Dat kan een klant zijn, maar ook een leverancier. Zo voorkom je dat hij of zij omvalt, waar je zelf ook belang bij hebt. Sommige vormen van ketenfinanciering zijn al een tijd gemeengoed. Zo financiert bierbrouwer Heineken sinds jaar en dag de cafés waarin Heineken wordt getapt, en treden auto- en motorbedrijven regelmatig op als financier van dealers. Zulke afdelingen ‘Financial Services’ dragen vaak al voor een groot deel bij aan de winst van de moederbedrijven.
‘Reverse factoring’
Een relatief nieuwe trend in ketenfinanciering is reverse factoring. Daarbij krijgen leveranciers hun uitstaande facturen via een tussenpartij (meestal een bank) versneld uitbetaald. Het systeem werkt als volgt: een afnemer meldt de bank dat een bepaalde rekening voor betaling is goedgekeurd. De bank schiet dat bedrag voor op basis van het kredietprofiel van de afnemer. De kosten komen doorgaans voor rekening van de leverancier. Die kan daarbij echter wel profiteren van lagere rentetarieven dan als hij zelf een kortlopende lening zou moeten afsluiten. De leverancier krijgt vervolgens bijna onmiddellijk uitbetaald, in plaats van na de gebruikelijke 30 of 60 dagen. De afnemers krijgen eveneens respijt: zij hoeven de tussenpartij doorgaans pas na 3 maanden te betalen. Op die manier is de laatste jaren naar schatting al een paar miljard euro aan liquiditeit in het Nederlandse bedrijfsleven gepompt. Vooral voor het MKB kan dit een uitkomst zijn: kleine leveranciers krijgen doorgaans zo’n 6 dagen later betaald dan het landelijke gemiddelde van 34 dagen.
#2. Waarom is het juist nu in opkomst?
Banken zijn sinds de kredietcrisis veel voorzichtiger geworden met uitlenen, mede door toegenomen regulering. De nieuwe regels leiden bovendien tot hogere operationele kosten, zodat kleine leningen minder rendabel zijn geworden. Hierdoor is een kloof ontstaan tussen de rentetarieven die zijn gekoppeld aan verschillende gradaties van kredietwaardigheid. Zo kunnen ondernemingen als Shell en Ahold hun kortlopende leningen tegen slechts 0,2 of 0,3 procent afsluiten, terwijl kleine bedrijven al snel te maken krijgen met een rentetarief van 5 of 6 procent – als ze überhaupt al toegang krijgen tot krediet. Het totale bedrag dat is uitgeleend aan het Nederlandse MKB is de afgelopen jaren bijvoorbeeld met 2 procent geslonken.
#3. Wat zijn de obstakels?
Ondanks de opkomst, geldt ook nog steeds het adagium: onbekend maakt onbemind. ‘Grote Nederlandse bedrijven zien niet altijd het nut van ketenfinanciering voor kleinere, niet-strategische partners’, zegt Michiel Steeman, lector Supply Chain Finance aan de Hogeschool Windesheim. Een speciaal in het leven geroepen Taskforce Ketenfinanciering, waarvan onder meer Unilever, KPN, inkoopvereniging Superunie en Randstad deel uitmaken, komt half november met een actieplan om daar verandering in aan te brengen. Schakels in de keten moeten er ook hun administratie op aanpassen.
Facturen snel goedkeuren
Reverse factoring staat of valt met facturen die zo snel mogelijk kunnen worden goedgekeurd. Leveranciers die ervan willen profiteren, moeten hun orders en rekeningen digitaal aanleveren, zodat de afnemer het beoordelingsproces kan automatiseren. Daar valt nog een inhaalslag te maken: uit CBS cijfers (toegegeven: uit 2013) blijkt dat liefst 80 procent van de facturen via de post gaat, en dat slechts 1 op de 6 bedrijven gebruik maakt van elektronische facturatie.
#4. Wat zijn de risico’s?
Net als bij elke andere leningsvorm is er een gevaar dat de lener niet kan terug betalen. De kredietwaardigheid van de klant correct inschatten is dan ook cruciaal. Gelukkig hoeven ondernemingen dit niet zelf te doen. Ze kunnen bijvoorbeeld kiezen om zakelijke kredieten aan te bieden onder hun eigen financieringslabel, terwijl ze het kredietrisico neerleggen bij partijen die daarin meer gespecialiseerd zijn.In het geval van reverse factoring neemt het wanbetalingsgevaar zelfs af, zegt Steeman. ‘Elektronische facturering maakt de informatie binnen de keten transparanter. Dat maakt de risico’s kleiner en de financiering goedkoper.’
Winner-takes-all
Het is ook slecht nieuws voor de banken, aldus Steeman: ‘Je ziet een winner-takes-all-dynamiek, waarbij de internationale spelers de kleinere overvleugelen. Grote ondernemingen als Heineken, Philips, en Unilever doen vooral zaken met buitenlandse banken als Santander en Citigroup. De ING en de Rabobank, die in het echelon net daaronder zitten, vissen daarbij vaak achter het net.’ Het Nederlandse bankwezen is bezig met een inhaalrace door ook met ketenfinancieringsprogramma’s te komen, vertelt Steeman. En met reden: ‘Supply chain finance geeft banken de kans om via de keten van de grote klant de kleinere leveranciers aan zich te binden.’
#5. Is het een blijvertje?
De kans is klein dat banken weer net zo makkelijk geld gaan uitlenen als voor de kredietcrisis. Maar zelfs áls dat gebeurt prefereren ze waarschijnlijk het lage risicoprofiel van reverse factoring. Conjunctuurschommelingen hebben hier in elk geval geen invloed op, aldus Steeman: ‘Supply chain finance groeit overal ter wereld enorm. De trend is dat bedrijven binnen een keten steeds meer informatie met elkaar delen, zodat ze niet alleen besparen op financiële kosten, maar ook op het gebied van bijvoorbeeld logistiek en duurzaamheid. Dat zet gewoon door.’
Verticale integratie
Daarnaast neemt ketenfinanciering ook strategisch gezien steeds inniger vormen aan. ‘Een voorbeeld is dat grotere leveranciers meehelpen met de ontwikkeling van producten voor de eindafnemer. Op die gebieden zie je al ketenfinancieringsmodellen op basis van leningen, constructies met aandelen of zelfs verticale integratie, waarbij schakels in de keten volledig worden overgenomen.’
#6. Moet de overheid hierbij een rol spelen?
Dat doet ze al. Het Ministerie van Economische Zaken lanceerde eerder dit jaar in samenwerking met hogeschool Windesheim het ‘Betaal Me Nu’-programma om ketenfinanciering te stimuleren. Het initiatief, dat al eerder werd geïntroduceerd in de Verenigde Staten en in Groot-Brittannië, moet er in Nederland voor zorgen dat het MKB binnen 5 jaar zo’n 2,5 miljard aan extra liquiditeit krijgt.
Hoe op de balans?
De overheid kan daarnaast een rol spelen op het gebied van regelgeving, zegt Bas van Maren, manager business control van inkoopvereniging Superunie, die zich bij het Betaal me nu-programma heeft aangesloten. ‘De regels zijn nu nog heel complex, zeker vergeleken met landen in het zuiden van Europa. Hoe je reverse factoring bijvoorbeeld op de balans moet classificeren, daar is nu nog veel onduidelijkheid over.’
Verantwoordelijkheid
Ten slotte moet de overheid ook haar verantwoordelijkheid nemen als afnemer, zegt Steeman. ‘Als je als gemeente bedrijvigheid wilt aantrekken, loont het echt de moeite om versneld je leveranciers te betalen, zodat zij ook werkkapitaal hebben voor nieuwe initiatieven.’ Toch lukt het overheden nog te weinig om binnen de wettelijke termijn van 30 dagen te betalen, aldus Steeman. ‘Alleen al bij de Nederlandse gemeenten zit daardoor 1 tot 1,5 miljard euro aan liquiditeit vast.’
Voorbeelden uit de praktijk? Lees dit:
Dit verhaal staat in de meest recente printeditie van Management Team, die helemaal in het teken staat van de Finance-sector. Ben je nog geen abonnee? Vraag de huidige editie dan aan als gratis proefnummer.
Bron: Flickr.com