Dienend leiderschap is helemaal van deze tijd en daarom 'trend van het jaar'. Hypewatcher wordt er een beetje zenuwachtig van.
Alle aandacht voor dienend leiderschap is begrijpelijk. De focus op aandeelhouderswaarde van de jaren 00 heeft het einde ter tijden akelig dichtbij gebracht. Het is hoog tijd dat onze leiders uit een ander vaatje gaan tappen, dat ze de belangen van hun medewerkers vóór hun bonus gaan stellen. Als de mensen goed functioneren, krijg je goede producten en diensten en tenslotte tevreden klanten. Een waarheid als een koe. Waarom word ik er dan toch zenuwachtig van?
Gemeenschapsgevoel
Dienende leiders stellen zich in dienst van de mensen op hun werkvloer. Ze richten zich op het bevorderen van gemeenschapsgevoel en de persoonlijke groei van hun medewerkers. Hun eigenschappen zijn luisterend en empathisch vermogen en ze zijn gericht op rentmeesterschap, aldus de theorie van Robert Greenleaf, de bedenker van ‘servant leadership’. Dat schreef hij al in 1970; inderdaad: het idee bestaat al vrij lang, en er zijn sindsdien niet al te veel leiders geweest die het in de praktijk hebben gebracht. Maar misschien is dat juist de reden waarom we nu kraken en piepen onder een ogenschijnlijk onuitroeibare recessie. Dienend leiderschap is weer helemaal in de mode: ‘dé leiderschapstrend van 2013!’ lees ik in een tijdschrift. Hoewel ik erbij moet zeggen dat het om een advertentie gaat van het nieuwste boek over deze materie (‘Echte leiders dienen’), dus de vaststelling dat het de belangrijkste trend van het jaar is, mag je niet echt objectief noemen.
Vertrouwen
Wat valt er te bekritiseren aan het idee dat leiders hun medewerkers méér voorop gaan zetten? Niks, integendeel. Een van de grootste fouten die veel te veel managers en leiders maken (ik spreek uit ervaring) is dat ze hun mensen te weinig vertrouwen en ruimte geven. De baas die op een dag erkent dat hij of zij niet alles zelf (beter) kan, en medewerkers zelf dingen op laat lossen, doet alle betrokkenen inclusief zichzelf een enorm plezier. Helaas zijn dat soort bazen tamelijk schaars; ik heb ze in ieder geval zelden ontmoet. Maar zijn dat de zogeheten dienende leiders? Laten we eens kijken wat het begrip inhoudt.
#1 Dienende leiders richten zich geheel op de belangen van anderen
Dat klinkt mooi, en het leidt geen twijfel dat sociaal gedrag van elke manager wordt gewaardeerd. Maar moeten leiders zich niet in de eerste plaats op hun verantwoordelijkheden richten?
#2 Dienende leiders zorgen dat hun medewerkers zich ontwikkelen
Ook hier zijn lovende dingen over te zeggen. Als medewerkers zich ontwikkelen, komt dat het hele bedrijf ten goede. Leiders zouden moeten faciliteren dat medewerkers zich kunnen ontwikkelen. Maar óf ze zich ontwikkelen, moeten de medewerkers zelf beslissen.
#3 Dienende leiders zorgen dat hun medewerkers gelukkig zijn
Volgens Greenleaf zorgen de dienende leiders ervoor dat hun mensen gezonder, wijzer, autonomer en meer zichzelf zijn. Maar is het nodig om jezelf verantwoordelijk te maken voor het geluk van je ondergeschikten?
Jeuk
Ik weet nu waarom ik jeuk krijg van dienend leiderschap. Het is alsof leiders geen leiding meer mogen geven. Ze stellen zich immers in dienst van het geheel. Ze leggen hun verantwoordelijkheden bij het collectief van de afdeling.
Het is een ‘trend van het jaar’ die pijnlijk aansluit bij de situatie in o.a. de opvoeding en het onderwijs, waar de anti-autoritaire samenleving al heeft toegeslagen. In de opvoeding mag je geen boterham met kaas meer smeren voor je kind; peuters moeten immers zelf kunnen aangeven wat ze op hun brood willen én welke sokken ze vandaag aan willen trekken. De 3-jarige is de baas over zijn eigen leven en ouders die hun autoriteit doen gelden, zijn verdacht. ‘Dienend ouderschap’, zou je het moeten noemen.
Autoriteit is uit de mode
Autoriteit is in Nederland uit de mode en als mensen aan hun hond konden vragen welke kleur halsband hij wil, zouden ze het doen. Dat er feitelijke machtsverschillen zijn in (b.v.) een arbeidsorganisatie maakt ons ongemakkelijk en zomogelijk verstoppen we die verschillen. Egalitaire democraten als wij zijn, vinden we termen als ‘baas’ en ‘ondergeschikte’ iets van vroeger. Dienend leiderschap komt als geroepen om de illusie van gelijkheid op te roepen; het voordeel is meteen dat we dan zelf geen richting meer hoeven aan te geven.
Maar een bedrijf is geen dorpsraad maar eerder als een schip op zee, met kapitein, stuurman en matrozen. Een slimme kapitein neemt de kennis en ervaring van zijn stuurman uitermate serieus. Maar als er een schipper was die besloot dat hij ‘dienend kapitein’ moest worden, zouden we er niks van gehoord hebben. Het hele schip zou met man en muis zijn vergaan.