Vraag vaker ‘Is dat echt zo?’ aan je collega’s of medewerkers. Niet om hen te wantrouwen, maar om samen helderder te denken. Met dit advies opent praktisch filosoof Ariane van Heijningen haar gesprek met Wendy van Ierschot in de podcast De Werkprofessor.
Het klinkt simpel, maar volgens haar is doorvragen juist wat veel managers te weinig doen. Ze schieten te snel in de oplossingsmodus.
In haar boek Goed bedoeld moeilijk maken vertaalt ze Socratische vraagtechnieken naar de praktijk. Het centrale idee: door mensen de juiste vragen te stellen in plaats van direct oplossingen aan te dragen, help je hen helderder te denken.
Bevrijd van vastgeroeste denkpatronen
In 2016 richtte Van Heijningen haar bureau Denkplaats op, dat zich specialiseert in praktische filosofie en systemische interventies. Haar aanpak is ontstaan uit jarenlange ervaring als mt-lid en toezichthouder in de culturele sector, waar ze merkte dat mensen vaak gevangen zitten in hun eigen denkpatronen.
‘Wat ik veel zie bij leiders’, legt ze uit, ‘zijn overtuigingen als “leiders moeten altijd een duidelijk antwoord hebben” en “data liegen niet”. Op beide is verschrikkelijk veel af te dingen.’ Volgens Van Heijningen beperken deze denkpatronen het handelingsperspectief van leiders aanzienlijk.
Ze geeft het voorbeeld van een leidinggevende die dacht dat hij niet autonoom kon zijn, omdat hij gebonden was aan het bedrijfsbelang. Na doorvragen bleek dit vooral te gaan over verantwoord omgaan met het geld van het bedrijf. ‘Sterker nog, het werd van hem gevraagd om juist heel autonoom te zijn in nieuwe ideeën en visies ontwikkelen’, vertelt Van Heijningen. ‘Alleen al snappen dat je jezelf door hardop iets te zeggen soms voor de gek houdt en in de tang houdt. Dat wil je doorbreken.’
Helder denken versus oplossingsgericht denken
Van Heijningen maakt een belangrijk onderscheid tussen twee soorten gesprekken: het oplossingsgesprek en het helderdenkengesprek. Bij het eerste ga je direct mee in het verhaal van de ander en probeer je zo snel mogelijk een oplossing te vinden. Bij praktische problemen, zoals een lekkende badkamer, is dat prima.
Maar bij complexere vraagstukken is het waardevol om eerst de onderliggende aannames te onderzoeken. Ze illustreert dit met een voorbeeld uit de ouderenzorg: een medewerker kwam binnen en zei: ‘Ik ben net bedreigd door meneer X, een bewoner van het verzorgingshuis. Wat zal ik nu doen?’
Direct kwamen er allerlei oplossingen, inclusief disciplinaire maatregelen tegen de bewoner. Van Heijningen stelde twee simpele vragen: ‘Wat was precies het moment waarvan jij zegt: ik werd bedreigd?’ De medewerker beschreef een situatie waarin de bewoner een asbak op de grond gooide en vloekte. Na doorvragen bleek dat ze eigenlijk bang was dat hij haar zou gaan bedreigen, niet dat hij het al had gedaan.
‘Opeens hebben we een heel andere situatie’, concludeert Van Heijningen. ‘We zijn continu in interactie met elkaar op basis van aannames, angsten en ideeën, terwijl we het niet echt over de onderliggende dingen hebben.’
Technieken voor helderder denken
In haar boek presenteert Van Heijningen vijf technieken voor een helderdenkengesprek. De eerste techniek die ze in de podcast toelicht is ‘problematiseren’: niet direct meegaan in het verhaal, maar vraagtekens zetten. De eenvoudigste vraag hierbij is: ‘Is dat zo?’ Als iemand beweert dat iedereen tevreden is over een project, vraag dan: ‘Is dat zo, is écht iedereen tevreden?’
Een tweede techniek die ze aanraadt is ‘conceptualiseren’: de betekenis van een verhaal pakken. Als iemand een lang, verwarrend verhaal vertelt, vraag dan: ‘Van alles wat je me nu vertelt, hoe klinkt dat in één zin?’ Dit helpt de spreker om het belangrijkste punt scherp te krijgen.
De derde techniek die Van Heijningen bespreekt is ‘concretiseren’: grote verhalen concrete invulling geven. Als een bedrijf beweert dat het ‘waanzinnig leuk werken’ is, vraag dan: ‘Waar blijkt dat precies uit?’ Dit dwingt de ander om concrete voorbeelden te geven en maakt duidelijker wat er daadwerkelijk bedoeld wordt.
Van Heijningen benadrukt dat deze technieken niet bedoeld zijn om iemand onderuit te halen, maar om samen helder te denken. ‘Je maakt het iemand wel moeilijk, maar niet om te zeggen “wat een onzin produceer jij”, maar om echt te kijken of de situatie klopt en of je kunt helpen om nog helderder na te denken.’
Voor leiders die effectiever willen zijn, biedt deze aanpak een waardevol perspectief. Zoals Van Heijningen afsluit: ‘Filosofie is in de basis zoeken naar wijsheid. Hoe kun je in die ingewikkelde omgeving een anker hebben door nog eens na te denken, in plaats van je automatisch overal door mee te laten sleuren? Dat lijkt me een recept dat iedereen nodig heeft in deze tijd.’
Drie takeaways uit de podcast:
- Stel betere vragen – Vraag door in plaats van direct te adviseren of aannames voor waar aan te nemen.
- Doorbreek denkpatronen – Onderzoek of overtuigingen echt kloppen in plaats van ze automatisch te volgen.
- Gebruik filosofisch denken – Reflecteer op je eigen conclusies en onderscheid waarneming van interpretatie.
Beluister de nieuwste aflevering van de podcast ‘De Werkprofessor’. Of abonneer je via de podcast-app van jouw keuze. Nieuwe afleveringen verschijnen elke twee weken op maandag.
Heb je vragen of input? Neem dan contact op met Wendy van Ierschot via [email protected]. Benieuwd naar de volgende gast in ‘De Werkprofessor’ of wil jij als eerste de teaser van de volgende aflevering horen? Volg dan ‘De Werkprofessor’ op LinkedIn.