‘Er wordt ontzettend veel gepraat over circulariteit en de circulaire economie, maar er verandert geen bal.’ Hans Stegeman, chief investment strategist van Triodos Investment Management, draait er liever niet omheen. Al weet hij ook dat het niet bepaald een populaire boodschap is. Mensen voelen zich al snel aangevallen. ‘Maar ons best doen, is misschien niet goed genoeg’. Daarom verkiest hij het gestrekte been boven dat van de zalvende woorden.
‘Als je de regels van het systeem niet verandert, ga je verder met optimaliseren van je huidige systeem. Gebruik je de reststromen van de lineaire economie, dan kies je ervoor dat systeem nog veel efficiënter te maken.’ Het onvermijdelijke gevolg: je komt steeds vaster te zitten in hetzelfde systeem.
Hij noemt het voorbeeld van initiatieven die de restwarmte van de petrochemische industrie gebruiken om huizen te verwarmen. ’Ja, het is beter dan het de lucht in te laten gaan. Maar duurzaam is het niet. Die warmte is nu niks waard, maar als je er geld mee kan verdienen verandert er niets aan het systeem. Dat is natuurlijk geen oplossing.’
Er circuleren nogal wat definities van de circulaire economie. Wat betekent het volgens jou?
‘Als je het plat slaat komt het erop neer dat je alle grondstoffen en materialen in het economisch systeem zo lang mogelijk wil gebruiken en dus ook de producten die je daarmee maakt zo lang mogelijk gebruikt.’
‘Een volledige circulaire economie krijg je nooit. Je zal altijd grondstoffen moeten blijven gebruiken die niet hernieuwbaar zijn, maar je wil zo min mogelijk daarvan afhankelijk zijn. Dat is de doelstelling. Moeilijker is het niet.’
De circulaire productintroducties en businessmodellen vliegen je om de oren. Tegelijkertijd worden ze door de hardliners vaak betwist. Wanneer is een product nu echt circulair?
‘Er zijn negen gradaties van circulaire producten. De laagste waarde is recyclen en de hoogste waarde is eigenlijk niets maken. Hoe dichter je bij hoogwaardig grondstofbehoud komt, hoe lastiger het wordt om daar een businessmodel van te maken en er geld mee te verdienen.’
‘We zien nu vooral beweging in de dingen die goed passen binnen de huidige lineaire economie. Denk dan aan recyclen, zorgen dat je minder energie en grondstoffen gebruikt, en het repareren van spullen. Dat laatste doen we natuurlijk al eeuwen, maar zouden we nog veel meer kunnen doen.’
Zodra de klantrelatie belangrijker wordt en je service kan bieden, lukt het om circulair te zijn
‘Wat minder binnen de huidige economie past en ook erg lastig is, is het hergebruik van spullen, het langer gebruiken van spullen en het echt opnieuw bedenken van het gebruik van spullen. Het begint al met het simpele feit dat je een product maakt dat een stuk langer meegaat.’
‘Dan moet je wél bedenken wat dat betekent voor je businessmodel, namelijk minder transacties en minder winst. Daar moet je dus op een andere manier over gaan nadenken. Soms lukt dat. Patagonia is daar een mooi voorbeeld van. Of Fairphone, met zijn modulaire telefoon. Maar dit zijn vooralsnog wel de uitzonderingen.’
Waarom gaan we zo traag?
‘Dat is nu eenmaal hoe de markteconomie werkt. Markten zijn heel efficiënt in zoveel mogelijk transacties. En daar gaat het bedrijven dus ook om. Zodra de klantrelatie belangrijker wordt en je service kan bieden, lukt het om circulair te zijn. Een groot deel van de markt draait natuurlijk alleen om de transactie.’
‘Uiteindelijk hebben veel producenten er belang bij dat er op een moment iets stuk gaat. Bewuste veroudering is een machtig mechanisme in de markteconomie. Een winkelketen als Action zal niet snel circulair worden, want het gaat in tegen het businessmodel. Zij willen zoveel mogelijk spullen verkopen.’
‘Hetzelfde geldt voor fastfashionspelers als H&M en Inditex. Zij zijn weliswaar druk bezig met circulaire initiatieven, maar de kern van het businessmodel is gewoon fast fashion. Dat betekent zo veel mogelijk van je collectie, er zo snel mogelijk doorheen jassen.’
Tegelijkertijd, moeten die initiatieven niet worden toegejuicht?
‘Begrijp me niet verkeerd. Ik ben hartstikke voor deze circulaire initiatieven en het spreekt ook aan bij een deel van de consumenten. Maar het is bij lange na niet genoeg. Ik wil ook niet te negatief doen, want ik denk echt dat H&M er oprecht mee bezig is en ook verantwoordelijkheid probeert te nemen in de keten, ook naar zijn afnemers.’
‘Tegelijkertijd is de fashionindustrie nog altijd de op een na vervuilendste industrie ter wereld. Dat heeft er echt te maken dat sinds twintig jaar die hele kledingindustrie zo veranderd is en zoveel vervuilender is geworden.’
Niettemin heeft Triodos wel in H&M en Inditex geïnvesteerd.
‘Dat hebben we in het verleden gedaan, omdat deze bedrijven wel koplopers zijn op het gebied van bijvoorbeeld mensenrechten en leefbaar loon. Dat soort dingen doen ze hartstikke goed. We hoopten ook een dialoog te starten om de volledige kledinglijn te verduurzamen. Maar we moeten ook eerlijk zijn dat het ons voor geen meter is gelukt. In de kern van het bussinessmodel zien we onvoldoende positieve impact.’
Circulaire ambities? Stel jezelf eerst deze 4 simpele vragen
Lang niet alle bedrijven hoeven zich bezig te houden met de circulaire economie, stelt Hans Stegeman. ‘Wil je iets groots bereiken, begin simpel, is zijn advies.
1. Hoeveel materiaal gebruik je?
Stel je zelf eerst eens een eenvoudige vraag: hoeveel materiaal gebruik je? ‘Veel bedrijven weten dat eigenlijk niet. De circulaire economie is voor bedrijven alleen interessant als je relatief veel grondstoffen te verwerken hebt.’ Interessante vervolgvragen daarop zijn: kan ik mijn materiaalafdruk verkleinen en wat kan ik dan doen?
Stort je dus niet blind op circulariteit, is zijn advies. ‘Lang niet elk bedrijf hoeft bezig te zijn met de circulaire economie. Ik zie dienstverleners die zeggen circulair te zijn, maar ze gebruiken bijna geen grondstoffen.’
2. Kun je overgaan van fossiel voor hernieuwbaar?
Weet je welke materialen je gebruikt, denk dan na of je in de grondstoffen die je gebruikt kunt overschakelen van primaire (uit de natuur gewonnen) naar secundaire (herwonnen, herbruikbare) grondstoffen. Kan dat? En waarom? En vooral: wees realistisch.
3. Hoe ga je om met grondstoffen in de keten?
Neem je je verantwoordelijkheid voor grondstoffen in de keten, bij zowel inkoop als verkoop? Wat is jouw verantwoordelijkheid in de materialencyclus?
4 Zorg je ervoor dat producten langer meegaan en beter worden?
Interesseert het je hoelang een product meegaat? Hoe zit je businessmodel in elkaar? Moet je het hebben van een hoge turnover of kun je je ook onderscheiden met service? ‘Als je bedrijf puur transactiegedreven is, zul je niet snel circulair worden. Begin dan eerst eens met je businessmodel.’
Zou je niet met elkaar in gesprek moeten blijven?
‘Dat is een grijze lijn. Moet je wel of niet in dialoog? Wij kijken of een bedrijf een positieve verandering in de wereld kan creëren. Ik vind het lastig die casus te maken als je kijkt naar hoeveel vervuiling ze veroorzaken.’
‘De discussie over de circulaire economie gaat nu vooral over nieuwe producten en nieuwe businessmodellen. De verantwoordelijkheid voor de circulaire economie wordt alleen neergelegd bij individuele bedrijven en consumenten. Maar daar moet het volgens mij helemaal niet over gaan. We moeten het met elkaar hebben over de regels van het systeem, dan komen die goede dingen vanzelf. Als je nu een duurzame, circulaire ondernemer wil zijn, dan heb je bijna geen ruimte op de markt, omdat die markt nog compleet lineair is.’
Maar wiens verantwoordelijkheid is dat dan?
‘Uiteindelijk van iedereen. Als consumenten hun gedrag niet veranderen, als bedrijven hun huidige producten blijven maken, als overheden er niet voor zorgen dat ons duurzaam gedrag niet duurder wordt, of een rechter natuurlijk, dat kan ook tegenwoordig ook, dan wordt het lastig.’
Je kunt hartstikke goede circulaire plannen hebben, maar op dit moment is er geen markt
‘Een deel van die circulaire economie is echt van de techneuten. Wat kunnen we maken van stofjes? Hoe kunnen we het product mooier in elkaar zetten? Maar als econoom denk je, daar heb je wel markten van nodig. Op dit moment zijn die er gewoon niet. En dan kan je hartstikke goede intenties en hartstikke goede plannen hebben, maar die markten komen niet vanzelf.’’
Hoe snel moeten bedrijven veranderen?
‘Dat is lastig. Neem investeringen in de olie- of chemische industrie. Die hebben horizonnen van zo’n 20, 30 jaar. Ik heb er best wel begrip voor dat je niet sneller kan gaan. Waar ik geen begrip voor heb, is dat je het ook zo lang mogelijk hebt uitgesteld.’
‘Verandering kan worden versneld door een duidelijke visie. Als bijvoorbeeld overheden duidelijk aangeven dat fossiele grondstoffen – naast brandstoffen ook metalen en mineralen – duurder of minder mogen worden gebruikt, dan gaan bedrijven daar vanzelf naar acteren. Hoe duidelijker het wordt dat verandering onvermijdelijk is, hoe sneller een transitie gaat.’
‘Veranderingen spelen zich niet af in één rechte lijn. Dat hoort óók bij transities. Het is altijd een hoop gerommel. Het is wel positief wat er gebeurt, en het zet druk op de ketel, ook als het gaat over de circulaire economie.’
‘Misschien gebeurt er ondertussen best wel veel. Alleen, als je er diep in zit, dan gaat het nooit snel genoeg. Met al dat gerommel komt dat kantelpunt misschien ook wel dichterbij. Dat is de positieve kant en probeer ik mezelf ook voor te houden. Mijn ergernis zit in alle ambities die worden uitgesproken, maar waar uiteindelijk geen bal van terechtkomt.’
Dit interview is oorspronkelijk gepubliceerd op 23 september 2021.