Winkeliers verkopen steeds vaker nep-merkartikelen, bevestigt de FIOD. Volgens De Raad Nederlandse Detailhandel wordt de zaak echter schromelijk overdreven.
Nepartikelen zijn voor de klanten steeds moeilijker van écht te onderscheiden. Dat zegt de Stichting Namaak Bestrijding in het Algemeen Dagblad. Dit wordt bevestigd door de Fiscale Inlichtingen en Opsporingsdienst (FIOD), die stelt dat het strafrechtelijke onderzoek naar grote partijen nepartikelen zo nu en dan naar winkels leidt. Concrete voorbeelden worden niet gegeven.
“Het komt voor dat we een partij nepspullen volgen die in de winkel terechtkomt. Dat lijkt een logisch gevolg van de alsmaar betere kwaliteit van nepspullen. ’Het hoeft niet te betekenen dat een winkelier verkeerd zit. Die kan ook onbewust een partij nepartikelen hebben opgekocht,” aldus Renée Wesdorp van de FIOD.
Volgens Sjoerd Veenstra van de Raad Nederlandse Detailhandel wordt de zaak schromelijk overdreven. “Op een totaal bestand van honderdduizend winkels heeft dit geen enkele betekenis. Ik heb de indruk dat deze getallen uitzonderingen zijn. Bovendien: echte inkopers halen nepartikelen er zo uit, de markt regelt zichzelf,” stelt hij in de krant.
Bron: Zibb.nl