Eenvijfde van de mensen die bij het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) aankloppen voor een WW-uitkering, weigert een baan te accepteren die ze niet aanstaat.
Dat blijkt uit een gepubliceerd onderzoek van de Inspectie Werk en Inkomen (IWI). Bijstandsgerechtigden nemen vaker vuil werk aan, of arbeid met een lager salaris of opleidingsniveau, maar een op de zes steuntrekkers heeft daar geen zin in.
Staatssecretaris Henk van Hoof (VVD, Sociale Zaken) spreekt van een ’aanzienlijk deel’ van de uitkeringsvragers dat werk weigert omdat ze het te vuil, te laagbetaald of te ver beneden het eigen niveau vinden. Van Hoof wijst erop dat burgers die een uitkering ontvangen, verplicht zijn ’passende dan wel algemeen geaccepteerde arbeid te aanvaarden’ en moeten meewerken aan bemiddeling en re-integratie.
De IWI deed vorig jaar onderzoek onder bijna 7000 werkzoekenden over de eerste drie maanden na aanvraag van een uitkering. Binnen drie maanden vindt 24 procent een baan bij een nieuwe werkgever. In dat eerste kwartaal solliciteren de aanvragers naar eigen zeggen vijf tot tien keer per maand.
(ANP)