Nergens in Europa is de activiteitsgraad van de bevolking tussen 25 en 50 jaar hoger dan in Vlaanderen. 86 procent van de Vlaamse dertigers en veertigers werkt. Dat geldt ook voor de Nederlanders, maar de Vlamingen werken harder.
Dat blijkt uit de cijfers van de activiteitsgraad volgens fulltime-equivalenten, die Vlaams minister van Werk en Onderwijs Frank Vandenbroucke bekendmaakte op een symposium in Den Haag.
Belgische middengroepen werken zich te pletter omdat ze er toe verplicht worden, zei Vandenbroucke. De oorzaak ligt bij uitzonderlijk lage arbeidsdeelname van de 50- en zeker de 55-plussers. “Vroeg stoppen of moeten stoppen met werken zit blijkbaar diep verankerd in onze mentaliteit,” aldus de minister.
Die bijzonder lage werkzaamheidsgraad bij ouderen zorgt kennelijk voor een bijzonder hoge activiteitsgraad in de middelste leeftijdscategorie, zowel bij mannen als vrouwen. Een arbeidsmarkt kan zich zulke korte loopbanen slechts veroorloven als in de leeftijdsgroep 25-49 “hard, zeer hard werkt. Dat betekent dat mensen op hun vijftigste vaak ’uitgeperst’ zijn of toch dat gevoel hebben, en de arbeidsmarkt al dan niet vroegtijdig verlaten.”
(Het Laatste Nieuws)