Ouderen zijn veel gezonder, draagkrachtiger, mondiger en beter opgeleid dan voorheen. Ze kunnen – en willen ook vaak – langer doorwerken. Maar het huidige beleid past niet bij deze vitale senioren.
Dat concludeert het Verwey-Jonker Instituut, dat in opdracht van de burgerbeweging ILC Zorg voor Later onderzoek deed naar de toekomstige ouderen. “Er is een enorme discrepantie tussen het maatschappelijk beeld en de realiteit van de nieuwe generatie ouderen,” constateert directeur Hans Boutelier van het Verwey-Jonker Instituut. “De 55-plussers tot 75 jaar lijken steeds meer op mensen van 35 tot 55 jaar. Ze hebben veel meer power, financieel en wat betreft gezondheid en opleiding, dan de generatie voor hen.”
In hun rapport ’Generatie op komst’ geven de onderzoekers Rally Rijkschroeff en Monique Stavenuiter aan dat daarom de vergrijzing kansen biedt aan deze (toekomstige) ouderen. Het traditionele beeld van ziek, zwak en misselijk moet hiervoor wel worden aangepast. Anders dreigt een enorm potentieel onbenut te blijven. Er moet dan ook meer gekeken worden wat deze senioren wel kunnen in plaats van naar beperkingen, adviseren ze.
Een speciale eenheid (task force) Ouderenzorg, waarin betrokken ministeries samenwerken, kan volgens hen dat ondernemerschap stimuleren. Daarnaast pleiten ze voor een nieuw sociaal contract tussen werkgevers, vakbonden en de overheid om ouderen aan het werk te houden. Ook zou er aandacht moeten zijn voor ‘hernieuwde ambities’ van oudere vrouwen.
(Trouw)