De meeste mensen maken van hun werkdag een marathon. Ze komen om 9:00 uur op kantoor en werken dan gestaag door tot een uur of 17:00, 18:00 of zelfs nog later. Ze onderbreken die dag maar één keer voor een lunchpauze.
Intervaltraining is bij veel sporten een standaardonderdeel van het schema
Dat is onverstandig, want je kunt je werkdag veel beter indelen in korte spurts, schrijft Brad Stulberg, co-auteur van Peak Performance: Elevate Your Game, Avoid Burnout, and Thrive With the New Science of Success in een artikel op nymag.com.
Marathonlopers weten dat al sinds halverwege de vorige eeuw. Tijdens die marathon loop je wel aan een stuk door, maar in de training doe je dat niet. Intervaltrainingen zijn namelijk veel efficiënter
De intervaltraining in de sport stamt al uit de jaren dertig en is ontwikkeld door de Duitser Woldemar Gerschler. Gerschler ontdekte dat de meeste mensen sneller liepen als ze spurts van 6 tot 7 minuten onderbraken met 3 minuten rust, dan als ze een uur aan één stuk liepen. De intervaltraining is sindsdien een standaardonderdeel in het schema van veel sporters.
Intervaltraining voor muzikanten
Wat voor topsport geldt, geldt zeker ook voor andere zaken. De Zweedse psycholoog K. Anders Ericsson is vooral bekend van de 10.000 uur regel. Als je iets 10.000 uur doet, word je er vanzelf heel erg goed in, ontdekte hij.
Maar een andere, beetje onderbelichte conclusie van zijn onderzoek, was een ander wezenlijk verschil tussen mensen die ergens goed, of heel goed in waren. Wat hij ontdekte, was dat wat zeer succesvolle mensen op eenzelfde manier oefenden. Muzikanten bijvoorbeeld die een uur intensief speelden om daarna een pauze te nemen, waren beter dan muzikanten die heel lang achter elkaar oefenden.
Stulberg heeft nu onderzoek gedaan of hij hetzelfde effect kan ontdekken bij kantoorwerkers. En dat blijkt het geval. Wie in blokken van 50 minuten werkt, afgewisseld met pauzes van 20 minuten, is een stuk productiever.
