Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Gijs Stork wordt nog altijd met de machinefabriek geassocieerd

Zijn grootvader was de laatste Stork in het familiebedrijf, toch wordt Gijs Stork nog altijd met de machinefabriek geassocieerd.

Foto: Friso Keuris

‘Ik ben best beschermd opgegroeid in het buitenland. Dat ik een Stork was, daar had ik nooit bij nagedacht. Natuurlijk, in de zomer gingen we naar het landgoed van opa en oma. Opa was de laatste directeur uit de familie. Hij had het bedrijf door de oorlog en de enorme groei tijdens de wederopbouw geleid. In die jaren dat we het landgoed bezochten, was hij al met pensioen. Maar ik weet wel dat we met zijn – in mijn herinnering – enorme Mercedes langsgingen bij de fabriek.

Mijn vader heeft nooit bij Stork gewerkt. Mijn opa was daar heel stellig over: waarom zou je een baan bij het bedrijf krijgen omdat je toevallig de naam Stork draagt? Dat paste niet meer in die tijd, dat was idioot. Eén oom van me heeft het wel geprobeerd. Hij moest als veger op de fabrieksvloer beginnen. En natuurlijk werkte dat helemaal niet, want hij bleef het zoontje van de directeur.

Voor mij kreeg Stork pas betekenis toen ik in 1976, twaalf jaar oud, in Almelo ging wonen. Op school in Twente was het ineens een ding dat je er ‘eentje van Stork’ was. Opa was al overleden en er zat geen Stork meer in het bestuur, maar toch. Ze dachten dat we miljonairs waren, ‘jullie wonen in een paleis’. We hadden het niet slecht, maar heel rijk, nee. Je had kinderen die heel graag vrienden wilden worden, maar je had er ook die je jas kapot knipten. Het was de tijd dat er duizenden mensen uitvlogen en je elke dag je naam op de voorpagina van de krant zag staan. En jij zat met kinderen van de fabrieksarbeiders in de klas. Ik heb geen trauma, maar het was zeker niet altijd positief. Ik weet dat mijn zusje een tijdje heel erg Twents probeerde te praten.

[tweet_box design=”box_01″ float=”none” excerpt=”Gijs Stork, van Stork: ‘Het was de tijd dat er duizenden mensen uitvlogen, en jij zat met kinderen van de fabrieksarbeiders in de klas'”]Gijs Stork, van Stork: ‘Het was de tijd dat er duizenden mensen uitvlogen, en jij zat met kinderen van de fabrieksarbeiders in de klas’ [/tweet_box]

Ik ben in Amsterdam gaan studeren, maar ook buiten Twente bleef altijd iedereen vragen: ben je familie van? Mijn dochters, die helemaal niets hebben meegekregen van de tijd dat de familie in het bedrijf zat, krijgen ook nog steeds de vraag. Steeds vaker eigenlijk, want er blijkt een enorme interesse te bestaan voor die oude ondernemersfamilies. Zelf ben ik me eind jaren negentig in de familie gaan verdiepen. Overigens ook in de kant van mijn moeder.

We stammen af van de regentenfamilie Six. Jan Six van Rembrandt is een van onze voorouders. Dat is geen toeval. De familie Stork trouwde altijd strategisch. Er bestaat een hardnekkige mythe dat Charles Theodorus Stork, een jongen uit Oldenzaal, uit het niets een fabriek opbouwde. Maar de Storken waren altijd al invloedrijk. Charles was weliswaar op zijn veertiende al een fabriek begonnen – hij stond lang in het Guiness Book of Records als jongste ondernemer – maar toen hij de machinefabriek oprichtte die zou uitgroeien tot wat Stork zou worden, was hij Tweede Kamerlid. Hij was ook bevriend met Thorbecke.

Dit jaar bestaat Stork 150 jaar. In Twente is er een Stork-revival, nu is er trots. Mensen schieten je aan om te vertellen dat hun opa een echte ‘Storkiaan’ was. Die trots, die voel ik ook wel. Met name op mijn overgrootvader Coen Stork, het sociale gezicht van de familie, die allerlei voorzieningen begon voor de arbeiders en de bouw initieerde van de wijk Tuindorp in Hengelo. Maar ook trots op de nieuwe generaties, dat zijn allemaal aanpakkers, ondernemers.’

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dit artikel komt uit het nieuwste nummer van MT over familiebedrijven. Lees in de serie ‘niet in het familiebedrijf’ ook: ‘Henk van Koeveringe droeg familiebedrijf Roompot niet aan zijn kinderen over‘ en ‘John Fentener van Vlissingen, telg uit de SHV-familie, begon zijn eigen familiebedrijf