Steeds hogere eisen stellen ze, de aanstaande Nederlandse topadvocaten. Een hoog aanvangssalaris is niet genoeg voor talentvolle juristen die hun eindexamen naderen en die worden gepolst door de scouts van grote commerciële kantoren.
Het kantoorleven moet aangenaam zijn, en ook de balans tussen werk en privé telt zwaar. Willen de bijna-academici meedoen aan de ratrace, dan op hún voorwaarden.
Omdat de krapte op de arbeidsmarkt geen andere keuze laat, werpen de kantoren prettige arbeidsvoorwaarden in de strijd: kinderopvang, fitnessruimtes, gratis stoelmassage. Maar als iedereen dezelfde cadeaus uitdeelt, dan zijn er zwaardere wapens nodig.
Stibbe, een van de grootste en oudste kantoren in Amsterdam, heeft een nieuwe lokker. Advocaten die hun driejarige stage hebben afgerond, krijgen een MBA-stoomcursus aan de gerenommeerde Franse managementopleiding Insead in de bossen van Fontainebleau. De eerste lichting van zo’n 25 Stibbe-notarissen en -advocaten gaat in augustus naar Frankrijk, de tweede een halfjaar later.
Sietze Hepkema, hoofd van de Nederlandse vestiging van Allen & Overy – een mondiale gigant in de advocatuur – noemt het ’een teken des tijds’ dat grote kantoren ’investeren in eigen opleidingen om zichzelf aantrekkelijker te maken op een krappere arbeidsmarkt’. Over het Stibbe-initiatief maakt hij zich weinig zorgen. ’Wij hebben net zo’n opleiding aan de universiteit van Cambridge. Daar leer je zaken als balanslezen of waardebepaling. Maar voor een nationaal kantoor als Stibbe is het wel uniek om zo’n gerenommeerd instituut te kiezen.’
(Het Financieele Dagblad)