Rabobank detacheert al 7 jaar voor zijn lokale banken en blijft dat doen. Maar hoe gaat dat bij een massieve reorganisatie?
Je zult maar bankier zijn. Bij alle grote Nederlandse banken zorgen reorganisatierondes ervoor dat er jaarlijks minder werknemers op de loonlijst staan. Dat geldt vooral voor de Rabobank. Bestuursvoorzitter Piet Moerland heeft begin dit jaar aangekondigd dat bij de coöperatieve bank de komende drie jaar niet 6.000, maar 8.000 arbeidsplaatsen verloren gaan. Dat betekent dat bijna 3 op de 10 banen bij de bank verdwijnen. De Nederlandse vestigingen van Rabobank telden eind juli nog 28.523 werknemers – goed voor een positie als derde grootste werkgever van Nederland.
Boventallig
Die tienduizenden bankiers werken verspreid over 136 lokale banken. Hoewel de bank dat aantal ook met ruim een kwart wil terugbrengen, lijken die vestigingen sterk op elkaar: er werken klantadviseurs, hypotheekadviseurs, medewerkers bijzonder beheer, financieel controllers, receptionisten en elk kantoor heeft een eigen directeur. Bovendien kampt elke bank wel eens met een vacature of een boventallige werknemer.Wat is Rabo Connect?
Rabo Connect ontstond in 2006 toen Rabobank zijn mobiliteitspool Capabel samenvoegde met de projectpool en de inhuurorganisatie voor externe professionals. Rabo Connect telt op dit moment een kleine 400 professionals, van wie ruim de helft bij lokale Rabobanken wordt gedetacheerd. Daarnaast bemiddelt Rabo Connect 80 projectmanagers en 20 werknemers via Connect4U. Via Connect4U hoopt manager Ard Kees eind volgend jaar 100 mensen te bemiddelen. Bij de inhuurorganisatie werken 50 werknemers. Die laatste groep vormen de intercedenten van de bank, die de matches maken, maar ook de contacten met leveranciers onderhouden.
Om de eigen vraag en het eigen aanbod op elkaar aan te sluiten, gebruikt de Rabobank dan ook liever zo min mogelijk detacheringsbedrijven. Detacheren doet de coöperatieve bankorganisatie met het interne bemiddelingsbedrijf, Rabo Connect [zie kader]. Rabo Connect fungeert niet alleen als interne detacheerder voor de lokale Rabobanken, maar ook als pool van projectmanagers.
Vast eruit, flex erin
Net als de Rijksoverheid en veel gemeenten probeert ook de coöperatieve bankorganisatie daarmee op kosten voor externe inhuur te besparen. Waarom duur betalen voor wie toch al op de loonlijst staat? Maar nu alle banken duizenden werknemers ontslaan en het aanbod van thuiszittende bankiers toeneemt, is het de vraag wat dit betekent voor de externe inhuur. Zal Rabo Connect minder mensen doorplaatsen? Of gaat de plaatsing van de tijdelijke krachten gelijk op met het ontslag van vaste werknemers? Hoe verkoop je die boodschap intern?
MT sprak met Ard Kees, senior vice president Rabobank Connect, over de basics van het interne detacheren. Vijf uitdagingen voor de detacherings-doe-het-zelver.
1. Uitdaging voor de banken: ingewerkte interimmers
Je zou het bijna vergeten als je de detacheringsbranche van nu bekijkt, maar veel detacheringsbedrijven zijn ooit ontstaan als aanbieders van trainingen, cursussen en opleidingen. Toen detacheerders er in de jaren 90 achter kwamen dat ze hun trainers tegen dezelfde prijs (maar veel meer uren) weg konden zetten bij de klant zelf, begon het grote handelen in mensen. Trainers werden ‘professionals’, die tegen uurtarief bij de klant niet langer trainden, maar projecten manageten.
Het nadeel? Interimmers moeten altijd wennen aan de organisatie. Wie een externe inschakelt, is al gauw enkele weken kwijt aan het inwerken. Dat probeert Rabo Connect te voorkomen. Ard Kees: ‘Ik heb financieel adviseurs in dienst. Die ken ik. En zij kennen de lokale bank, de processen, de systemen en de cultuur. Het zijn eigenlijk gewoon interne Rabobank-collega's. Ik kan met die mensen een betere match maken dan externe bureaus.’
2. Uitdaging voor werknemers: een uitweg bij reorganisaties
Alle grote banken zijn de komende jaren bezig werknemers te ontslaan. Met die massale uitstroom van bankiers lopen ze het risico talent te verliezen. De Rabobank wil dat voorkomen door bruikbaar talent de kans te geven deel te nemen aan tijdelijke opdrachten. Daarvoor heeft Kees een programma opgezet, Connect4U, voor medewerkers die 'bereid zijn groei door te maken.' Connect4U wordt ingezet als instrument bij de lopende reorganisatie. Kees: ‘Wanneer je als talentvolle werknemer weet dat je werkgever gaat reorganiseren, ga je onmiddellijk nadenken. Als wij zien dat iemand potentie heeft en bereid is te investeren in een toekomst binnen dit bedrijf, dan kunnen wij die op een aanvraag van een lokale bank inzetten. Wij stellen drie eisen: de werknemer moet van onbetwiste kwaliteit zijn, tijdelijke projecten willen uitvoeren en bereid zijn daarvoor verder te reizen.’
De kans dat een werknemer zijn ontslag via deze weg vermijdt, is overigens klein. De Rabobank-organisatie is bezig 8.000 arbeidsplaatsen lichter te worden en tot dusver telt Connect4U 20 werknemers die in de projectpool zijn ingestroomd. Kees: ‘Niet iedereen komt in aanmerking voor dit programma. Wij selecteren op kwaliteit. Bovendien moet de leidinggevende van de desbetreffende werknemer hem of haar de ruimte geven om elders tijdelijke opdrachten uit te voeren.’
3. Uitdaging voor de inhuurorganisatie: kwaliteit van dienstverlening
De af te vloeien werknemers komen in een klassiek ‘mobiliteitscentrum’ terecht. Daar worden ze omgeschoold en krijgen ze een outplacementtraject om elders ander werk te vinden. Hoewel Rabo Connect in 2006 is opgericht door het toenmalige mobiliteitscentrum met de projectpool en de inhuurorganisatie samen te voegen, beschouwt Kees dit mobiliteitscentrum als een aparte groep, die hij niet mengt met zijn interimpool. Kees: ‘Dat is een klassieke fout. Wij detacheren geen mensen uit de mobiliteitspool. De lokale banken zijn onze klanten, die willen de beste persoon op de juiste plek hebben. Als wij dat willen blijven garanderen, moeten wij geen concessies doen aan de kwaliteit.’
4. Uitdaging voor leveranciers: kans op een groter contract
Toch maakt Rabobank ook gebruik van externe leveranciers. Voor alle vacatures waarin de interne pool niet kan voorzien, schakelt Rabo Connect een bureau in. Ook daarin is de Rabobank eigenzinnig: de bank maakt sinds jaar en dag gebruik van een selecte groep leveranciers.
Afgelopen jaren halveerde Rabo Connect het aantal vaste leveranciers. Tegelijkertijd verscherpte Rabobank de eis dat de blijvende leveranciers voor hun omzet minder afhankelijk van de bank zijn. Met die besparingsoperatie is de bank verantwoordelijk voor een consolidatie onder bankdetacheerders. Zo schaakte financieel detacheerder Talent & Pro vorig jaar de verder onbekende Rabo-voorkeursleverancier Match and More. De overgebleven voorkeursleveranciers van de bank hebben via Rabo Connect wel kans op het leveren van grotere volumes aan professionals. Kees: ‘Aan de ene kant neemt de vraag naar gedetacheerden af. De lokale banken hebben het voor het zeggen. En die hebben minder vraag. Door partnerships aan te gaan met onze leveranciers vervullen wij die vraag tegen kwaliteit, snelheid en faire tarieven.’
5. Uitdaging voor de financieel directeur: een besparing op kosten
Tegelijk maakt Ard Kees er geen geheim van te willen besparen op externe inhuur. ‘Professionals die wij intern doorplaatsen, hoeven wij niet extern aan te trekken. Komende jaren willen wij met Connect4U groeien en miljoenen besparen.’