De langere loondoorbetaling bij ziekte heeft er mede toe geleid dat het aantal aanvragen voor is gedaald en het ziekteverzuim op een laag niveau is gebleven. Dat blijkt uit een evaluatie van de Wet verlenging loondoorbetalingsverplichting bij ziekte. Deze wet regelt dat werkgevers het loon van zieke werknemers twee jaar moeten doorbetalen in plaats van een jaar zoals voorheen.
De ministerraad heeft er op voorstel van minister De Geus van Sociale Zaken en Werkgelegenheid mee ingestemd de evaluatie naar de Tweede Kamer te sturen. De evaluatie benadrukt dat het succes van de wet niet op zichzelf staat. De wet uit 2004 hangt nauw samen met de Wet verbetering poortwachter (2002) en de invoering van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA, 2006).
Financiële verantwoordelijkheid
De Wet verlenging loondoorbetalingverplichting bij ziekte heeft samen met de Wet verbetering poortwachter als doel het langdurige ziekteverzuim te verminderen en daarmee de instroom van het aantal mensen in de WIA of zijn voorganger, de WAO. De Wet verbetering poortwachter zorgt voor instrumenten om zieke werknemers sneller weer aan het werk te krijgen.
Door de verlenging van de verplichting het loon bij ziekte door te betalen, kregen werkgevers tijdens de eerste twee ziektejaren de volle financiële verantwoordelijkheid voor het verzuim. Met de sociale partners is afgesproken dat over die twee ziektejaren in beginsel hoogstens 170 procent van het laatst verdiende inkomen wordt doorbetaald. Zowel zieke werknemers als werkgevers hebben dus financieel belang bij een zo snel mogelijke werkhervatting.
Goede praktijken
Verder blijkt uit de evaluatie dat de private markt van verzuimverzekeringen het midden- en kleinbedrijf een scala aan mogelijkheden biedt zich te verzekeren tegen de financiële gevolgen van ziekteverzuim bij werknemers. Tevens blijkt de verzekeringsgraad te zijn toegenomen. Wel blijkt dat de kennis van werkgevers over de rechten en de plichten bij doorbetaling van loon en reïntegratie niet voldoende is. Het kabinet gaat daarom in overleg met de betrokken organisaties kijken hoe de voorlichting verbeterd kan worden, onder andere door 'goede praktijken' (succesvolle voorbeelden uit de praktijk) van re-integratie van werknemers beschikbaar te stellen.
(HRPraktijk)