Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Shell wint tijd met zege op Milieudefensie, maar zal hoe dan ook moeten vergroenen

Blijft Milieudefensie met lege handen achter in de klimaatzaak tegen Shell? Nee, zeggen deskundigen tegen MT/Sprout. Het Hof mag de oliegigant in het hoger beroep dan in het gelijk hebben gesteld, maar dat is slechts 'uitstel van het onvermijdelijke'. Vier vragen.

Milieudefensie Shell
Klimaatactivisten voor de rechtbank in Den Haag, tijdens de rechtszaak van Milieudefensie tegen Shell in 2020/2021. Foto: Ana Fernandez/SOPA Images/Getty Images)

#1 Op welke gronden heeft Shell gewonnen?

Vriend en vijand werd drie jaar geleden verrast door de overwinning van Milieudefensie op Shell. De milieuorganisatie eiste via de rechter dat de olie- en gasreus zijn uitstoot in 2030 met ten minste 45 procent zou verminderen ten opzichte van 2019, en werd daarin in het gelijk gesteld. Het gaat hierbij om het geheel van emissies: de operationele uitstoot, inclusief energieverbruik (scope 1 en 2) en de uitstoot in de keten (scope 3).

De CO2 die vrijkomt bij het verbranden van benzine of kerosine, bijvoorbeeld. Daar valt de meeste winst te halen, maar precies daar wringt het. Shell ging tegen de uitspraak in beroep, omdat het volgens het bedrijf ‘niet haalbaar of zelfs redelijk om te verwachten’ zou zijn om de uitstoot van klanten in minder dan tien jaar tijd praktisch te halveren. Deskundigen gaven toen al aan dat de fossiele gigant grote kans maakte op dat punt in het gelijk te worden gesteld.

‘Scope 3 was altijd al de zwakke schakel’, zegt Phillip Paiement, hoogleraar Recht en Bestuur in het Antropoceen aan de Tilburg Universiteit. ‘Omdat er onvoldoende wetenschappelijke consensus is over de verplichtingen waar olie- en gasbedrijven als Shell op dat vlak aan moeten voldoen.’

Lees ook: ‘Financier van de klimaatcrisis’ of zondebok? Wat de klimaatzaak tegen ING zo opvallend maakt

Marieke Faber, advocaat en medeoprichter van het klimaatgerichte advocatenkantoor New Paradigm, voegt toe: ‘Dat betekent niet dat het Hof de noodzaak voor Shell om iets aan de scope 3-emissies te doen, niet ziet. Zij achten zich alleen niet in staat daar een percentage op te plakken.’

Op basis van dat argument is de zaak in het hoger beroep verworpen. Volgens het Hof is de door Milieudefensie geëiste 45 procent minder CO2 een gemiddelde dat niet zomaar op elk bedrijf kan worden toegepast. Shell kan zelfs meer gaan uitstoten, bijvoorbeeld door gas te gaan leveren aan fabrieken die voorheen op kolen draaiden. Paiement: ‘Daardoor stijgen de eigen emissies, maar draagt het bedrijf óók bij aan de afname van de wereldwijde uitstoot.’

#2 Milieudefensie blijft dus met lege handen achter?

Dat niet. Het Hof erkent namelijk óók dat Shell een maatschappelijke zorgplicht heeft en zich moet inspannen om de gevolgen van gevaarlijke klimaatverandering tegen te gaan. ‘Dat is significant’, zegt Paiement. ‘Shell kan zich niet meer verschuilen achter het argument dat het bedrijf zich aan de wet houdt. Ook als je alle regels volgt en alle milieurapportages inlevert, kun je aansprakelijk worden gesteld.’

Lees ook: Donald Pols (Milieudefensie): ‘Multinationals hebben zich buiten de rechtsorde geplaatst’

Shell stelt die verplichting ook te voelen. Na de gevoelige tik die het bedrijf in 2021 in de rechtbank kreeg, scherpte het bedrijf de klimaatambities aan, tot een reductie van 50 procent in scope 1 en 2 tegen 2030. Paiement: ‘Shell zal zeggen dat dit los staat van de klimaatrechtszaak, Milieudefensie zal het vieren als een overwinning.’

Met de kanttekening dat de duurzame doelen drie jaar later weer werden afgezwakt: een reductiedoelstelling van 45 procent voor de net carbon intensity, de uitstoot per eenheid verkochte energie, ging volledig overboord. Dat kwam Shell op forse kritiek te staan.

#3 In bestuurskamers is zeker opgelucht ademgehaald na de winst van Shell?

Shell mag het hoger beroep gewonnen hebben, dat betekent niet dat het bedrijf nu off the hook is. Vanaf 2027 moet het bedrijf voldoen aan de Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD), die bedrijven verplicht om een klimaattransitieplan op te stellen en uit te voeren. Ze hebben de vrijheid om hun eigen reductiedoelstellingen op te stellen, maar die moeten wetenschappelijk onderbouwd zijn.

‘Dit is slechts uitstel van het onvermijdelijke’, meent Faber. Ze voorziet dat de nieuwe klimaatwetgeving uit Europa – naast de CSDDD gaat dat onder andere ook over de CSRD-rapportageplicht, die al van kracht is – mogelijk ook haakjes voor toekomstige rechtszaken biedt. ‘Omdat iedereen nu meekijkt.’

Gert Jan Kramer, hoogleraar Duurzame Energievoorziening aan de Universiteit Utrecht, is geen fan van de klimaatzaak als stok. ‘Ik heb moeite met het feit dat individuele spelers aangesproken worden’, zegt hij. ‘Shell is een grote partij, maar tegelijkertijd ook maar een radertje in een groter systeem. Stel dat het bedrijf van het Hof wél aan de scope 3-reductieplicht had moeten voldoen en de productie dus, even kort door de bocht, met bijna de helft zou moeten worden teruggeschroefd. Dan waren afnemers gewoon naar een andere partij gegaan. Want de wereldeconomie draait nog steeds grotendeels op olie en gas. Er is geen enkel scenario waarin we in 2030 al met bijna de helft minder toe kunnen.’

Lees ook: Hoogleraar Gert Jan Kramer: ‘Het is nutteloos als de zware industrie verdwijnt’

Het bouwen van een compleet nieuwe, groene economie vraagt volgens Kramer om een gezond ondernemingsklimaat. ‘Daarop zou de focus moeten liggen’, vindt hij. ‘Rechtszaken als deze doen het klimaat geen goed. Als we ons alleen maar richten op emissiereductie, bestaat het gevaar dat we ergens in het komende decennium niet alleen eindigen met nul emissies, maar ook met nul industrie. En niet om Shell al te veel veren op de hoed te steken, maar volgens EW was het bedrijf vorig jaar de grootste investeerder in de verduurzaming van Nederland.’

#4 Is het eigenlijk aan de rechter om verandering in het bedrijfsleven af te dwingen?

Daarover zijn de deskundigen eensgezind: nee. Dat is aan de politiek, al lijkt het klimaat daar momenteel niet hoog op de prioriteitenlijst te staan. ‘Des te belangrijker dus om het onderwerp in de publieke arena te blijven adresseren en bediscussiëren’, zegt advocaat Faber. ‘Al moeten we voorkomen dat we in een claimcultuur belanden. Ik ben meer voorstander van een constructieve aanpak. In plaats van de beschuldigende vinger, denk ik dat er meer waarde zit in samenwerken en de dialoog opzoeken.’

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Maar vergeet niet wat klimaatrechtszaken al teweeg hebben gebracht, voegt hoogleraar Paiement toe. ‘Inmiddels vinden we het al bijna normaal, maar tot voor kort werd er nog niet gesproken over civiele aansprakelijkheid of het meenemen van scope 3-emissies bij het toetsen van individuele bedrijven. De volgende horde om te nemen, is of en welke absolute reductieverplichting een bedrijf als Shell kan worden opgelegd. Deze rechtsprocessen zijn extreem belangrijk om de open vragen die er nog liggen, te identificeren.’

Lees ook: Marjan Minnesma (Urgenda) wilde ooit Shell van binnenuit veranderen