#1 Het is de eerste Nederlandse klimaatzaak tegen een bank
Klimaatrechtszaken zijn geen nieuw fenomeen. Sinds de overwinning van duurzaamheidsorganisatie Urgenda op de Nederlandse staat, in 2015, zijn ze exponentieel toegenomen – van een handjevol tot zo’n 2.500 rechtszaken nu. Het is niet voor het eerst dat Milieudefensie zich van dit middel bedient. De actiegroep sleepte Shell al voor de rechter en won drie jaar geleden de eerste ronde. Het hoger beroep loopt nog.
Wel nieuw: na de overheid en fossiele energiebedrijven richten ngo’s hun pijlen op de financiële wereld. Franse milieuorganisaties gooiden vorig jaar de eerste steen in de vijver door BNP Paribas op het matje te roepen. Ze stellen dat de bank zijn due dilligence-verplichtingen niet nakomt en willen dat via de rechter afdwingen. Woordvoerder Alexandre Poidatz: ‘BNP Paribas blijft blanco cheques uitschrijven aan de grootste fossiele brandstofbedrijven. Zonder enige voorwaarde voor een transitie weg van olie en gas.’
Advocaat Danny Hoekzema noemt het de ‘volgende dominosteen’. Hij is oprichter van het klimaatgerichte advocatenkantoor The New Paradigm en initiatiefnemer van juristencollectief Recht voor Klimaat. ‘Stel dat je je buurman een schroevendraaier leent. Als-ie ‘m gebruikt om een schilderij mee op te hangen, is er niets aan de hand. Maar als je weet dat hij er een inbraak mee gaat plegen, ben je medeplichtig.’
Voor BNP Paribas en ING geldt volgens hem hetzelfde principe. ‘De banken weten dat de projecten die ze financieren niet in lijn zijn met de klimaatdoelen uit het Parijs-akkoord. Daar moeten ze juridisch op aangesproken kunnen worden. Dat paadje wordt hopelijk met deze zaak gelegd.’
Profundo becijferde in een onderzoek naar gefinancierde emissies dat banken in 2021 via leningen en investeringen verantwoordelijk waren voor een uitstoot van 383 megaton CO2e (CO2-equivalent, red.). Daarvan komt 251 megaton op het conto van ING. Bij verzekeraars en pensioenfondsen gaat het om respectievelijk 218 en 199 megaton.
Voor deze financed emissions is steeds meer aandacht, zegt Jan Willem van Gelder, directeur van het onderzoeksbureau. ‘Banken zijn zich bewust van hun rol en de noodzaak om financieringen aan vervuilende sectoren af te bouwen. Het probleem is dat ze tegelijkertijd aarzelen om afscheid te nemen van deze zeer winstgevende klanten. Het grote geld zit nog altijd in fossiel. Het argument dat ze zelf ter verdediging aanvoeren – ten onrechte, naar mijn mening – is dat de duurzame markt nog te klein is om het portfolio volledig te vergroenen.’
Bewegen banken niet uit zichzelf, dan kunnen ze meer vorderingen verwachten. Directielid Frank Elderson van de Europese Centrale Bank sorteerde hier afgelopen september in een speech op voor. ‘We hebben het hier niet over activisten met kartonnen borden; de procederende partijen hebben bewezen serieuze spelers te zijn. Ze zijn goed georganiseerd en gefinancierd. En ze kunnen – en doen dat ook – de beste advocaten in hun vakgebied inhuren.’
#2 De klimaatzaak tegen ING is een middel, geen doel
Een tweede reden dat bedrijven op dit moment (nog) niet genoeg doen: wettelijke kaders ontbreken. In plaats van reductiedoelen zijn in de huidige wetgeving specifieke ingrepen en acties opgenomen om die te bereiken. ‘Zoals een verbod op de verkoop van nieuwe benzine- en dieselauto’s na 2035 voor de auto-industrie’, zegt Phillip Paiement, hoogleraar Recht en Bestuur in het Antropoceen aan de Tilburg Universiteit. ‘Dat heeft een reden. Het alternatief is ontzettend complex.’
Voor het berekenen van de CO2-footprint moeten naast de operationele uitstoot (scope 1 en 2) ook de upstream en downstream emissies worden meegenomen, de uitstoot die het product – of dat nu een auto of een lening is – aan het begin en/of einde van de keten veroorzaakt (scope 3). ‘Daar valt de meeste winst te behalen’, zegt Paiement. ‘Maar dat is al heel ingewikkeld om in kaart te brengen, laat staan om aan te pakken.’
Alleen kunnen bedrijven zonder concrete doelen ook nergens op aangesproken worden. Paiement: ‘Milieudefensie hoopt de overheid via de rechtbank te bewegen om alsnog kaders te scheppen.’
#3 De winst op Shell is geen garantie voor succes
Shell worstelt met de scope 3-emissies. De rechter verplichtte het olie- en gasconcern in 2021 om de volledige CO2-uitstoot tegen 2030 met 45 procent terug te brengen. Ook scope 3, en daartegen gaat de oliereus in beroep. Met als argument dat dit ‘niet haalbaar of zelfs redelijk is om te verwachten’.
Daar is volgens Paiement iets voor te zeggen. ‘Een olie- en gasbedrijf heeft weinig invloed op waar, wanneer en met welke efficiëntie brandstof wordt gebruikt. Of consumenten in zuinige auto’s rijden of in wagens die benzine of diesel slurpen.’
Lees ook: Marjan Minnesma (Urgenda) wilde ooit Shell van binnenuit veranderen
Hij acht het ‘realistisch’ dat het reductiepercentage in het hoger beroep wordt teruggeschroefd of zelfs vervalt. Dat kan de ING-zaak beïnvloeden: financed emissions zijn immers scope 3-emissies. ‘Maar wint Milieudefensie het hoger beroep wél, dan is de kans op succes bij ING een stuk groter.’
In dat geval zit de bank met een acuut probleem. Particulieren en bedrijven die brandstof of energie bij Shell afnemen, kunnen vrij makkelijk overstappen. Maar ING is contractuele verplichtingen met klanten aangegaan en kan niet eenzijdig leningen terugtrekken. Paiement: ‘Niet zonder juridisch gedoe en hoge kosten.’
#4 Is ING ‘financier van de klimaatcrisis’ of zondebok?
De zaak tegen ING gaat ook over beeldvorming. Over het publiekelijk agenderen van de rol van financiële instellingen bij klimaatverandering. Voor banken is dat schadelijker dan voor fossiele bedrijven, stelt Jan Willem van Gelder (Profundo).
‘Shell leunt op een groep aandeelhouders die niet zoveel moeite met het beleid hebben. Zolang het maar rendement oplevert’, aldus Van Gelder. ‘ING is met 9,9 miljoen particuliere klanten afhankelijk van het vertrouwen van het grote publiek. Als dat wegvalt, is er risico op een bankrun. Dat overleeft geen enkele bank.’
Hoogleraar Phillip Paiement kan zich voorstellen dat er op de burelen van ABN Amro en Rabobank opgelucht is ademgehaald toen bekend werd dat zij – voor nu – buiten schot blijven. Zelfs al wint ING, dan nog zal het bedrijf moeite moeten doen om het stigma van ‘grootste financier van de klimaatcrisis’, zoals Milieudefensie de bank noemt, van zich af te schudden.
Toch is dit geen strategie om ING tot volksvijand nummer één te maken, vervolgt hij. ‘Milieudefensie weet ook: als zij van de ene op de andere dag stoppen met het financieren van fossiel, is er nog steeds een klimaatprobleem. Als ze de hele financiële wereld had kunnen aanklagen, hadden ze dat misschien gedaan. In de Verenigde Staten is het mogelijk om een volledige sector te dagen; er lopen momenteel 50 tot 60 zaken tegen de olie- en gasindustrie. In Nederland is dat risicovoller. Dus hebben ze gekozen om met ING een voorbeeld te stellen.’
Lees ook: Klimaatpositief worden als bedrijf? Dat is nog best een uitdaging