Ergens is het logisch: degene die verantwoordelijk is voor de inkomstenstroom, houdt daar ook het meest aan over. De cro (chief revenue officer, soms ook de chief commercial officer) is met een jaarsalaris dat richting de vijf nullen gaat, grootverdiener binnen de startup C-suite.
Tot die conclusie komt investeringsmaatschappij Creandum na een inventarisatie onder vijfhonderd oprichters van startups die managementrollen bekleden in hun bedrijven. Het gaat om ondernemingen in verschillende sectoren en landen, in verschillende stadia van groei.
Creandum maakt bij het onderzoek onderscheid tussen het gemiddelde en mediane salaris. De mediaan is de middelste waarde in een dataset. Die geeft volgens de onderzoekers een betere weergave van de doorsnee beloning, omdat uitschieters aan de bovenkant het gemiddelde salaris omhoog trekken.
Ceo op vierde plaats
Het doorsnee (mediaan) jaarsalaris van cro’s bedraagt 90.000 euro. Daarna volgen de cfo (chief financial officer) met 72.000 euro en de cto (chief technology officer) met 69.000 euro. Pas op de vierde plek vinden we de ceo met een mediaan jaarinkomen van 60.000 euro. Hekkensluiter is de coo (chief operating officer), die jaarlijks in doorsnee 57.000 euro op de bankrekening bijgeschreven krijgt.
De financieel directeur verdient dus een derde meer dan de algemeen directeur, doorgaans toch de eindverantwoordelijke. Hoe dat komt? De rol is belangrijker geworden nu het investeringsklimaat onder druk staat, ziet Michelle Coventry, head of talent bij Creandum. ‘Startups kunnen niet meer groeien tegen elke prijs. Iemand die de zaken efficiënt kan runnen en een bedrijf financieel verstandig kan laten groeien, is goud waard.’
Voor oprichters van startups is het een cruciale vraag: wat betaal je jezelf? ‘Het moet genoeg zijn om comfortabel van te leven’, zegt Michelle Coventry van Creandum. ‘Maar ook weer niet te veel. In het huidige economische- en investeringsklimaat klimaat is dat zeer onverstandig.’
Hoe lager de uitgaven, stelt ze, hoe beter dat voor de startup is. ‘Het zorgt voor snellere winstgevendheid, brengt ondernemers discipline bij en versterkt de ‘we’re all in this together’-mentaliteit.’
Britse startup-ondernemers keren zichzelf het hoogste salaris uit: in doorsnee 92.000 euro op jaarbasis. Daarna volgen founders in de DACH-regio (83.000 euro) en Frankrijk (76.000 euro). De Benelux staat met een jaarbedrag van 62.000 euro op plaats vier. Noord-, Zuid- en Centraal-Europa schurken tegen de 60.000 euro aan.
De Baltische staten eindigen met een loonstrookje van 34.000 euro onderaan, iets meer dan een derde van wat de Britten zichzelf betalen. Maar, merken de onderzoekers op: de kosten voor levensonderhoud zijn in Estland, Letland en Litouwen ook een stuk lager.
De mediane salarissen stijgen bij elke investeringsronde. Oprichters van ondernemingen die groei met eigen middelen financieren (bootstrappen) zien een bedrag van 40.000 euro op de jaaropgaaf. Met elke externe kapitaalinjectie wordt dat meer: 50.000 euro (pre-seed), 75.000 euro (seed), 120.000 (Series A) en 140.000 euro (Series B).
‘Dan heb je bewezen dat je belangrijke doelstellingen kunt behalen en kun je jezelf ruimer gaan compenseren’, aldus Coventry. Ze leveren er wel aandelen voor in. Gemiddeld is een oprichter aan het eind van de rit (Series A en B) nog voor 15 procent eigenaar van het bedrijf.
Hoe meer groeigeld, hoe groter de loonkloof
Hoe meer groeigeld wordt opgehaald, hoe hoger de loonkloof tussen mannelijke en vrouwelijke founders wordt. Bij bootstrappers is het salarisverschil 29 procent – opvallend: in het voordeel van de vrouw. Maar de weegschaal slaat de andere kant uit zodra er geldschieters in beeld komen. In de pre-seed fase is het verschil in mediane salaris 2 procent, in de seedfase piekt de kloof met 13 procent.
Zorgwekkend, maar het meest schokkende inzicht was volgens Coventry wel hoe weinig vrouwen aan het onderzoek deelnamen. ‘We hadden zes keer meer mannelijke dan vrouwelijke respondenten. Naast de loonkloof is er een gebrek aan representatie.’
Lees ook: Nadia Kadhim verlaagde haar stem om investeerders te overtuigen: ‘Zo nemen ze mij serieuzer’