De organisatie achter de Consumer Electronics Show schat dat er dit jaar 2.300 exposanten op de techbeurs in Las Vegas afkomen. Dat zijn er minder dan de 4.400 exposanten die de beurs pre-corona, in januari 2020, trok. Vanwege de oplaaiende omikronvariant van het coronavirus zegden grote techbedrijven zoals Twitter, Google en T-Mobile hun fysieke presence af. Online zijn ze er wel, want CES probeert dit jaar een soort hybride vorm aan te nemen.
Ondernemers hekelen quarantaine
Niet alleen big tech zegde af, ook een deel van de Nederlandse start- en scaleups besloot niet af te reizen naar Las Vegas. Er zouden zeventig Nederlandse groeibedrijven op de beurs afkomen, maar dit aantal is ingekrompen tot 55. Sommigen parkeerden hun Amerikaanse avontuur uit angst voor het virus. Vaker speelt echter de verplichte quarantaine van vijf tot tien dagen mee die reizigers vanuit de Verenigde Staten in Nederland moeten ondergaan, hoor je op de beursvloer van andere, ingelichte exposanten. Vijf dagen binnen zitten is niet altijd een optie voor ondernemers, die soms van hot naar her gaan voor hun bedrijf.
Schitteren in afwezigheid
Het is precies de reden geweest dat ondernemers Arthur Valkieser en Sabine Stuiver van leverancier van waterinstallaties Hydraloop dit jaar verstek hebben laten gaan. Op een videoscherm zien we Stuiver over de Hydraloop vertellen. Toch hebben ze de schade aardig weten te beperken, door twee van hun Amerikaanse Hydraloop-managers te sturen. Een van hen, Kyle England, vertelt dat hij in de buurt woont en eenvoudig de taken van Valkieser en Stuiver over kan nemen.
Maar goed, niet iedereen heeft Amerikaanse managers. Zo moeten de bedrijven Urban Mobility Systems en Routescanner (foto boven) het met een lege stand doen. Anderen, zoals scaleup Hardt Hyperloop, dat werkt aan een hypersnelle manier van openbaar vervoer, kiezen er dan weer voor om minder mensen naar de CES te sturen. Zo voorkomen ze straks in Nederland met een geheel ondernemersteam in quarantaine te moeten. Oftewel, meerdere wegen leiden naar, eh, Vegas.
Op zoek naar investeerders
Op de eerste verdieping van het Eureka Park-gedeelte van de CES vinden we Hardt-mede-oprichter Tim Houter bij zijn stand. Hij zit in zijn uppie achter een laptop. Erg druk is het niet op de eerste verdieping, maar online is hij met allerlei mensen in contact. Bijvoorbeeld via de CES-app, of via de mail. ‘Het is de kunst om de juiste mensen naar je stand te trekken’, legt Houter uit. ‘Ik probeer ze actief te benaderen.’ Hardt zoekt Amerikaanse investeerders voor de verdere groei van het bedrijf. Tot dusver lijkt dat heel aardig te gaan. ‘Ik heb er al meerdere gesproken. Zowel nieuwe investeerders als geldschieters die we al kenden, maar enkel nog digitaal hadden gesproken. Die zien we nu in levenden lijve.’
Investeerders die we eerder enkel online hadden gesproken, zien we nu in het echt
Een verdieping lager, bij het startup-gedeelte van het Nederlandse paviljoen, is het aanzienlijk drukker. Nu is het op de begane grond van ieder willekeurig warenhuis ook drukker dan op de eerste verdieping, maar op een techbeurs verwacht je toch een grotere spreiding van bezoekers. Trok de beurs in 2020 nog 170.000 bezoekers, dit jaar gaat de organisatie achter de CES, de Consumer Technology Association, uit van 50.000 tot 75.000 bezoekers. Nog niet de helft, dus. Het is een jammerlijk covid-effectje, waar CES weinig aan lijkt te kunnen doen. Niet alleen zijn potentiële bezoekers bang voor het virus, ook gelden er voor sommige landen inreisproblemen en regent het al dagen gecancelde en uitgestelde vluchten in de Verenigde Staten. Vluchtmaatschappijen kampen met besmet personeel.
Vliegreis van 27 uur
Kevin de Krieger van startup Steambox is er wel in geslaagd om Las Vegas te bereiken, maar vraag niet hoe. Al met al heeft de vliegreis hem 27 uur gekost, waarbij hij uren in New York moest wachten op een aansluitende vlucht, omdat die van hem was uitgevallen. Maar goed, hij ís er. Nu is het aan hem en co-founder Amit Jaura om hun doel te bereiken: media-aandacht genereren voor hun lunchbox die met behulp van een ingebouwde batterij maaltijden kan verwarmen. Tot dusver merkt De Krieger, die eerder op de CES was, wel dat er veel minder journalisten aanwezig zijn. ‘We moeten het even gaan afwachten, het is nog maar de eerste dag, maar het lijkt erop dat er veel zijn afgehaakt.’
Aan de inzet van De Krieger en Jaura zal het in ieder geval niet liggen. Om op te vallen in Las Vegas – op zichzelf al een uitdagend doel in een stad die zich laat omschrijven als potpourri van flikkerende lichten en neonreclames – hebben de heren een, laten we zeggen, ‘kleine man’ uit Las Vegas ingehuurd. De man arriveert precies als MT/Sprout bij de stand van Steambox staat. Hij gaat gehuld in een feestelijk, oranje pak.
We zochten een derde man, die de aandacht trekt
‘Toen we hier twee jaar geleden stonden, hadden we het zo druk dat we amper van de stand konden komen’, verklaart De Krieger. ‘We hebben een derde persoon nodig, bedachten we. Maar zo iemand moet wel de aandacht trekken, dus zo kwamen we uit bij een kleine man. Hij gaat ons product marketen en gaat zo dadelijk op zoek naar alle bezoekers met een groene badge, die van de pers.’
Weinig pers
Maar goed, dan moeten die er wel zijn. De Kriegers vermoeden over het ontbreken van veel pers lijkt te kloppen, want grote media-organisaties, zoals TechCrunch, CNET, The Verge en het Nederlandse Tweakers komen dit jaar niet naar de CES. MT/Sprout krijgt opvallend vaak van Nederlandse ondernemers te horen dat we de eerste Nederlandse media-organisatie zijn ze op de CES zien – ook wij hebben nog geen andere Nederlandse journalisten tegen het lijf gelopen.
Toch kost het Nederlandse startups nog altijd een paar duizend euro om een plekje op de CES te bemachtigen, de vliegtickets en hotelkamer niet eens meegerekend. Meerdere ondernemers zouden de Nederlandse organisatie hebben gevraagd of er van dat bedrag dit karige jaar niet iets af kon, zo horen we, maar dat bleek niet mogelijk. De beursvloer was al geboekt. Ondernemen is risico lopen, zullen we maar zeggen: al helemaal in coronatijd.
Opscheppen is een deugd op CES
Even verderop staan Judith le Fèvre (foto links) en Ludo Tissing (foto rechts) van de Drentse startup Ferr-Tech. Dit bedrijf ontwikkelde een manier om afvalwater te zuiveren, zonder daar chemicaliën voor te gebruiken. Op tafel hebben ze een kleine installatie staan, die live vervuild water zuivert. Een eerste pilot in Minnesota hebben ze al binnen, en dat smaakt naar meer.
Om te leren hoe ze hun product nog beter aan Amerikanen kunnen verkopen, deden de twee mee aan het trainingsprogramma vanuit de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). ‘We hebben een pitchtraining gehad van David Beckett, de beste Amerikaanse pitchtrainer die je kunt vinden’, zegt Le Fèvre vol enthousiasme. ‘Hij zei: schep maar op! Doe vooral aan name dropping, want Nederlanders zijn veel te bescheiden. Vertel wat je ambitie is, maar wees niet te lang van stof.’
Hypersnelle coronatests
Op een andere hoek van het paviljoen vinden we ondernemers Eva Rennen (foto links) en Vincent Laban (foto rechts) van startup Nostics. Rennen haalde eerder het nieuws als oprichter van startup in gecustomizede ijsjes Melt Icepops. Met Nostics – dat eerder Spektrax heette – ontwikkelde ze een machine waarmee je in drie minuten weet of iemand besmet is met covid-19 en hoe besmettelijk precies. ‘Je zou dit heel makkelijk kunnen inzetten bij evenementen of festivals’, zegt Rennen. ‘Het is dan ook de bedoeling dat dit apparaat bij evenementen zoals de CES aan de poort komt te staan, zodat je hier zonder mondkapje op met elkaar kunt praten.’
Voor haar staat zo’n oranje-witte machine. Vandaag kan hij nog niet aan, omdat een onderdeel nog onderweg is met het vliegtuig – daar is ie weer: de befaamde vluchtvertragingen. Morgen hoopt Rennen er wél live tests met bezoekers mee uit te kunnen voeren. Levert dat geen ongemakkelijke taferelen op als blijkt dat een bezoeker positief test? Rennen heeft het eerder al op een beurs in Frankrijk uitgeprobeerd. ‘Niemand testte daar gelukkig positief. Je hoopt dat het hier ook niet gebeurt, maar de meeste bezoekers hebben gelukkig al een test gedaan van te voren (CES biedt bezoekers gratis thuistesten aan, red.).’
Als je een product kunt laten zien, doe dat dan vooral
Rennen wil snel de Amerikaanse markt op met haar innovatie en hoopt op CES al de eerste potentiële deals te kunnen sluiten. Contacten opdoen is daarvoor essentieel, dus moet je opvallen om mensen naar je stand te krijgen. Zo’n live testmogelijkheid kan daar in potentie voor zorgen. ‘Je hebt maar een paar seconden om de aandacht van mensen te trekken’, zegt Rennen. ‘Dus je moet wel heel snel de aandacht trekken. Als je een product kunt laten zien, doe dat dan vooral.’
Inspelen op de Aziatische markt
Niet iedereen is op zoek naar Amerikaanse afnemers. Geertje Dam van de Friese softwarestartup Taem.io zoekt juist nadrukkelijk naar Aziatische afnemers. ‘Daar zit de massa’, zegt ze. Dam ontwikkelt software waarmee ze op basis van ladingen aan data de eigenschappen van werknemers en teams kan analyseren, met als doel medewerkers gelukkiger te maken. Ze meent zelfs te kunnen voorspellen of een werknemer een burn-out krijgt. In Azië, met zijn hoge werkdruk en lange werkweken, heeft men wel oren naar dit soort innovaties.
De massa zit in Azië
Om extra op de Aziatische cultuur in te spelen, liet Dam een groot bord met allerhande getekende dieren ontwerpen. ‘In Nederland vinden we zoiets al snel kinderachtig, maar in Azië hebben ze juist heel veel met dieren. Die zijn mythisch en het sluit aan op die K-pop-cultuur. Daar spelen wij op in.’ De Taiwanese delegatie is al langsgekomen en die waren meteen enthousiast, vertelt ze. ‘Ze waren meteen zo van: o, wow! Dat was precies wat we hoopten te bereiken.’
Groots denken
Een stand die ook opvalt, is die van Kibet Kipkemoi (foto links) en Bas van Kesteren (foto rechts) van voormalig Startup van de Week LoCoMoGo. Ze hebben een grote speelgoedtrein op een tafel uitgesteld, die continu rondjes rijdt. Kinderen kunnen de trein met een app besturen, door stapsgewijs de codering achter de trein aan te passen. Hierdoor leren ze sneller programmeren, is het idee. Ook voor Kipkemoi en Van Kesteren is het belangrijk op te vallen, want ze zijn op zoek naar zo’n 2 miljoen euro aan groeigeld. Op de CES hopen ze investeerders te leren kennen. Ze hebben er al eentje gesproken, vertelt Kipkemoi. ‘Een vc uit Californië kwam lang. Hij investeert in educatieve technologie en was enthousiast over ons product.’
Lukt het een beetje, je product aan die praatgrage Amerikanen pitchen? Zeker, stelt Kipkemoi: ‘Amerikanen zijn direct en groots. Daar gaan wij wel lekker op, want we willen uiteindelijk elk kind op deze wereld de kans geven om te programmeren.’
Een grootse, Amerikaanse droom. Zoals het hoort op de CES.