Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Slecht vestigingsklimaat? Dat verwijt komt van dino’s als Boskalis en Tata Steel

Het huidige bedrijfsleven domineert de discussie over het Nederlandse vestigingsklimaat, schrijft columnist Werner Schouten. Kritiek komt van bedrijven van de oude economie die hun verdienmodel met hand en tand verdedigen. Zo missen we juist kansen voor de impacteconomie.

vestigingsklimaat nederland impact economie

Steen en been wordt er deze dagen geklaagd over het verslechterende vestigingsklimaat in Nederland. Cijferlijstjes worden erbij gehaald, artikelen worden volgeschreven en lobbymachines draaien op volle toeren. Maar als het gaat om een slecht vestigingsklimaat, voor wie is dat vestigingsklimaat dan slecht?

De discussie wordt hoofdzakelijk bekeken vanuit de lens van het huidige bedrijfsleven. Nieuwe regels vormen dan veelal een bedreiging, getuige het beklag om de hoge regeldruk dat tot kookpunt kwam bij de wet verantwoord en duurzaam ondernemen. De huidige verdienmodellen worden met hand en tand verdedigd. Baggeraar Boskalis dreigde zelfs met een vertrek uit Nederland.

Het is alleen niet zozeer de groeiende regeldruk omtrent klimaat, milieu en mensenrechten, maar juist de dominantie van de status quo die het vestigingsklimaat verslechteren. Een bedrijf, sector of land dat dit niet begrijpt en in de greep is van de status quo, is namelijk een kweekvijver voor dinosaurussen.

We missen kansen voor de nieuwe economie

Door ons in te graven in de huidige, vervuilende industrie en de huidige verdienmodellen, verliezen we kansen voor de nieuwe economie. De voorbeelden hiervan zijn talrijk. Zo hebben we de productie van windmolens, zonnepanelen en batterijen al lang aan het buitenland verloren.

Door de tunnelvisie op marginale verduurzaming van de enorme veestapel, vergeten we om radicaal nieuwe technologieën als precisiefermentatie te stimuleren waarmee we een groot deel van de veestapel overbodig kunnen maken.

Een verdienmodel dat ten koste gaat van anderen of de natuur is een exploitatiemodel

Door de fixatie op de huidige industrie wilde de duurzame startup Lightyear liever in Finland dan in Nederland produceren. De expertise, de productielijnen en de mensen stonden daar namelijk al in de startblokken. Het Nederlandse vestigingsklimaat bleek voor dit Nederlandse bedrijf niet zo aantrekkelijk.

Ondertussen verworden Nederlandse industriële clusters langzamerhand tot sterfhuisclusters waar de veelal buitenlandse moederbedrijven geen stuiver meer in wil steken. Je ziet het bij Tata Steel: de kooksfabriek is al decennia afgeschreven; moederbedrijf Tata komt nauwelijks met geld over de brug. En, tot overmaat van ramp, ketste de overname door de duurzame Zweedse branchegenoot SSAB af wegens… een gebrek aan duurzaamheid.

Verdienmodel of exploitatiemodel?

Maar toch, regelgeving voor klimaat, circulariteit en mensenrechten beknot toch de vrijheid van de ondernemer? Dat levert toch alleen maar extra gedoe op? Nee, integendeel. Het is een zege voor het vestigingsklimaat. In toenemende mate zullen ondernemers namelijk de verantwoordelijkheid gaan dragen voor de maatschappelijke kosten van het eigen product. Wie daarin vooroploopt, wint de eerste slag.

Impactondernemers begrijpen dit. Zij snappen dat de genegeerde impacts van vandaag (biodiversiteit, kinderarbeid, watervervuiling) de maatschappelijke crises van morgen zijn. Zij snappen dat een verdienmodel dat ten koste gaat van anderen of de natuur geen verdienmodel maar een exploitatiemodel is.

Als je geen leefbaar loon kunt betalen of binnen de grenzen van de planeet opereert, ben je de facto niet goed aan het ondernemen, maar vermarkt je problemen. Echte ondernemers creëren financieel rendement binnen de grenzen van de planeet en boven het sociale minimum.

Nieuwe wetgeving voor impacteconomie

Impactondernemers zijn daarom niet zo bang voor die regeldruk. Integendeel, met een nieuwe campagne met de hashtag #WetgevingNU roepen impactondernemers zelfs op tot méér regelgeving.

Als we in de greep blijven van de huidige industrie verliezen we de kansen voor de impacteconomie

Deze wetgeving verbetert hun vestigingsklimaat juist en het zwengelt radicaal duurzame innovaties aan die de wereld kunnen veroveren. Ze omarmen het als kans.

Wie weet dat regelgeving voor duurzaam en verantwoord internationaal ondernemen wel leidt tot de ontwikkeling van blockchaintechnologie waarmee we wereldwijd mensenrechtenschendingen in waardeketens kunnen voorkomen. Wat een ondernemerskans!

Parels van de nieuwe economie

Eenzelfde geluid was te horen tijdens de week van de circulaire economie van een groep van impactondernemers onder de noemer ‘de Club van Circulaire Ondernemers’. Zij pleitten juist voor méér beprijzing en méér regels voor de levensduur en het hergebruik van materialen.

Daarmee verslechtert het vestigingsklimaat niet, daarmee laten we juist Neerlands parels van de nieuwe economie, zoals Fairphone, Avantium, Mud Jeans en Swapfiets, bloeien. Parels die de wereld gaan veroveren.

Lees ook: Eva Gouwens haalde 49 miljoen op met Fairphone: ‘Ethische keuzes en succes kunnen samengaan’

En, sterker nog, parels die de wereld aan het veroveren zijn. Zo verkocht Avantium afgelopen week een licentie voor de massaproductie van hun bioplastic aan een Amerikaanse partij. Ook rijden er in Europa inmiddels al 270.000 Swapfietsen rond. De Nederlandse impacttech gaat dus de wereld over.

Als we in de greep blijven van de huidige industrie verliezen we de kansen voor de impacteconomie. Nederlandse vestigingen van buitenlandse moederbedrijven die het vertikken om in Nederland te investeren en sterfhuisconstructies creëren, zijn we liever kwijt dan rijk. Dan kunnen wij ten minste ruim baan geven aan onze eigen nieuwe industriële parels die de wereld gaan veroveren, zoals FastNed, Ebusco, SoLarge, GroenLeven en Eosta.

Lees meer columns van Werner Schouten: