Winkelmand

Geen producten in je winkelwagen.

AI is een hype, dus doe er als bedrijf voorlopig maar niks mee

Eens in de zoveel tijd komt er op de werkvloer weer een hype voorbij, zoals agile werken of de kantoortuin. ArtificiaI intelligence kan volgens columnist Koen Durlinger aan dat lijstje toegevoegd worden. 'Je bent als bedrijf uniek, en verstandig, als je luidkeels roept niets met AI te doen.'

ai hype

Kunstmatige intelligentie, of AI afgekort in goed jargon, is hot, hip en happening in de kantoortuin. Bedrijven roepen graag hoe belangrijk ze AI vinden. Menig heidag staat in het teken van deze relatief nieuwe technologie en de strategische herijkingen om AI in de strategie te fietsen schieten als paddenstoelen uit de grond.

Wil je tegenwoordig als bedrijf echt uniek zijn, dan doe je helemaal niets met AI. Dat beveel ik dan ook van harte aan.

Einde van de AI-hype

Het gebeurt iedere zoveel jaar in de kantoorjungle: er komt een hype voorbij. Soms zijn dat werkwijzen, zoals lean of agile. Soms zijn het inrichtingsvraagstukken zoals de kantoortuin. Vaak zijn het technologische snufjes. De meest recente is AI.

Een hype duidt al aan dat het tijdelijk van aard is. Er zijn wat bedrijven die mooie resultaten boeken met AI, wat de hype voedt. Ook het feit dat (veelal jonge) kantoortijgers met de nieuwste snufjes willen experimenteren zorgt ervoor dat de hype gevoed wordt.

Maar iedere hype komt tot een einde. En dit einde is stiekem al een beetje in zicht. Om de boel voor te zijn kun je als organisatie echt uniek zijn door luidkeels te roepen dat je niets met AI doet.

Lees ook: AI maakt je dommer, ongeduldiger, intoleranter, verslaafder én narcistischer

Puur en alleen een unieke positie in de markt verwerven door niets met nieuwe technologie zoals AI te doen is nogal een uitspraak. De vlotte lezers hebben hun Blockbuster- en Kodak-verhalen al paraat voor in de comments. Er zijn echter nog drie fundamentele problemen met AI.

Hoe schoon is de data?

Om te beginnen: AI is potentieel wereldvernietigend. Dat klinkt wat zwaar, maar er zijn experts die het zien als de grootste dreiging – nog boven klimaatverandering – voor de mensheid. Daarnaast zijn er ook bedrijven, zoals Google en Meta, die voorop liepen met AI, die de stekker uit verschillende programma’s hebben getrokken vanwege de risico’s.

Ten tweede is deze intelligentie kunstmatig. Het voedt zich met data en kan dus alleen maar zo slim zijn als die data. Althans, momenteel gaat het nog niet verder. Er zijn al berichten dat populaire chatbots zoals ChatGPT in kwaliteit achteruit hollen, omdat er zo veel rotzooi als input ingaat.

Ik durf niet te stellen dat ik in de datahuishouding van ieder bedrijf kan kijken, maar ik durf wel de stelling aan dat de grote bedrijven op deze aardbol eerst hun basis datahuishouding op orde moeten krijgen.

IT-systemen zijn een rommeltje

Dit brengt ons bij het derde en laatste punt: het is een zooitje bij bedrijven qua IT. Ik begrijp dat dit veralgemeniserend is en dat er uitzonderingen zijn. Maar de grote bedrijven van deze wereld hebben vanwege hun verleden nog oude systemen.

Door overnames hebben ze vaak ook een grote verscheidenheid aan systemen. En vanwege complexe besluitvorming en eeuwigdurende budgettaire dansen zit er in de IT-huishouding vaak nog ruimte voor verbetering.

Wat als je AI gaat toepassen op je bestaande, waarschijnlijk niet zo schone data, en op je bestaande, met spaghetti aan elkaar hangende systemen? Dan ben je eigenlijk gouden kranen in je huis aan het plaatsen, zonder dat je stromend water hebt. Zonde.

Pas op de plaats met AI

Je bent als bedrijf dus echt uniek, en echt verstandig, als je luidkeels roept niets met AI te doen. Natuurlijk zijn er bedrijven waar AI een toegevoegde waarde levert. Maar voor het gros is het handiger om eerst te focussen op het afmaken van de basis, voordat je op de nieuwste hypetrain springt.

Deze boodschap bekt wat minder lekker op je volgende heidag. Roep dan maar wat over de toekomst met quantumcomputers ter compensatie. Zeur ik daar de volgende keer over.

Lees ook deze columns van Koen Durlinger: