Vijfennegentig jaar geleden bestond de terminologie nog niet, maar vanaf het begin was cosmeticamerk Weleda een duurzame onderneming. Het voornaamste doel? Het beschikbaar stellen van volledig biologische antroposofische geneesmiddelen en lichaamsproducten en met de productie daarvan het milieu zo min mogelijk schaden.
Het was dit standpunt dat Richard van der Hoek – adjunct directeur van de Benelux-tak – zo aansprak toen hij 7 jaar geleden bij het bedrijf kwam werken. ‘Ik heb 10 jaar in de krantenwereld gewerkt, maar dat gaf geen voldoening op het vlak van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Ik wilde in een bedrijf werken waarin niet de aandeelhouders, maar duurzaamheid de dienst uitmaakt.’
Bijna een eeuw na de oprichting van het bedrijf is het kantoor van Weleda duurzamer dan ooit: met slechts één printer op de werkvloer wordt er veel minder papier verbruikt dan op een regulier kantoor. Het papier dat eenzijdig bedrukt is wordt gebruikt voor pakbonnen in het logistieke centrum. Het opvulmateriaal in de verzendverpakkingen is van composteerbaar zetmeel en toen het kantoor recentelijk gerenoveerd werd, zijn vooral duurzame materialen binnengehaald. ‘Voor archiefkasten en vloerbedekking bestaan prima duurzame alternatieven. Duurzaamheid levert ons op financieel vlak weinig op, maar het klimaat gaat bij ons voor de winst.’
Eerst reduceren en dan compenseren
De CO2-reductie die Weleda in Nederland doorvoerde leverde in 2015 een vermindering van 17,5 procent op ten opzichte van het jaar daarvoor. In 2016 ging daar weer 8,5 procent vanaf in vergelijking met het jaar daarvoor. Toch zijn er bepaalde zaken die niet gereduceerd kunnen worden. ‘Het gaat dan vooral over kilometers met de auto en het vliegtuig. We houden de ontwikkeling rondom elektrische auto’s goed in de gaten, maar sommige afspraken moeten nou eenmaal gereden of bevlogen worden.’ Ook het papier dat binnen Weleda wordt gebruikt, heeft een flinke weerslag op het milieu. ‘We gebruiken FSC-gecertificeerd papier en karton voor onze displays en folders, maar al het materiaal bij elkaar zorgt toch voor een behoorlijk aandeel in onze footprint.’
In totaal blijft er met 80 medewerkers zo’n 324 ton CO2 over die Weleda niet kan reduceren, 21,43 ton CO2 per miljoen euro omzet. Sinds 10 jaar doet het bedrijf daarom aan klimaatcompensatie, waarbij financieel geïnvesteerd wordt in een project dat CO2 bespaart. Op die manier kan Weleda toch volledig klimaatneutraal ondernemen.
Oeganda
Zo is het bedrijf betrokken bij een biogas project in Oeganda: bij Afrikaanse boeren die iets meer te besteden hebben, wordt een biogasinstallatie op het erf gebouwd. Met het methaan uit de mest van hun eigen vee, kan het vuur aangemaakt worden. Dat scheelt niet alleen een tijdsbesparing doordat er niet meer naar hout hoeft te worden gezocht, maar levert ook een CO2-reductie op. Met de CO2-omzet die het Weleda compenseert, kan er geïnvesteerd worden in zo’n 85 installaties. Daarmee besparen families meer dan 14.000 euro aan kosten voor hout- en houtskool. Ook het milieu wordt ontzien: per jaar wordt door de bijdrage van Weleda 12 hectare hout niet gekapt.
Het bedrijf betaalt de helft van het product, van de Oegandezen wordt het overige bedrag gevraagd. Omgerekend komt dat neer op zo’n 200 euro, een investering die gemiddeld binnen twee jaar is terugverdiend. ‘De gemiddelde mens leeft hier van $1,25 per dag, dus we weten wat we van mensen vragen’, aldus Van der Hoek. ‘Als de investering eenmaal is terugverdiend, levert het ze wel een aanzienlijke tijd- en kostenbesparing op.’ De projecten waarin geïnvesteerd kan worden zijn geschaald op een energieladder: biogas is een project waar de meer welvarende Oegandees aan meewerkt, maar ook voor mensen die rondkomen van een dollar per dag is er een mogelijkheid om geld te besparen.
Maatschappelijk betrokken
Een ander voordeel van het gebruik van de biogasinstallatie is dat het de gezondheid van de Oegandese gebruikers verbetert. Doordat het vuur niet urenlang brandt in huis, wordt de kans op longziektes aanzienlijk verminderd. Jaarlijks sterven volgens de World Health Organisation bijna 20.000 Oegandezen aan longziektes als kanker en COPD door rook binnenshuis.
Het is voor Weleda een belangrijke voorwaarde dat niet alleen het klimaat gespaard blijft, maar ook de menselijke omstandigheden verbeteren. ‘Natuurlijk kun je investeren in relatief goedkope compensatieprojecten als groene energie in Noorwegen, maar je voegt daarmee niets toe aan de leefomstandigheden in armere landen. Met dit project zorgen we er ook voor dat de gezondheid van de gebruikers verbetert. We willen met ons merk de gezondheid van mensen stimuleren, het zou krom zijn als we daar alleen in Westerse landen prioriteit aan zouden geven.’
Wordt er getwijfeld over de compensatie van bepaalde CO2-uitstoot van het bedrijf, dan wordt deze dubbel in rekening gebracht. ‘We boeken onze vluchten over het algemeen via een organisatie die je gemaakte kilometers compenseert en dat doorberekent in de prijs. Soms boeken we ergens anders, omdat het niet anders kan. Daarom worden onze vliegkilometers soms dubbel gecompenseerd via het project in Oeganda.’
Sceptisch
Dat steeds meer cosmeticamerken zich profileren als duurzaam, voelt voor Van der Hoek dubbel. ‘Aan de ene kant willen wij heel graag dat zoveel mogelijk merken klimaatneutraal en duurzaam ondernemen. Aan de andere kant zie je dat veel merken zich groener voordoen dan ze zijn. Waar het voor ons vroeger een unique selling point was dat veel klanten trok, zie je dat deels verdwijnen. Vooral de jonge doelgroep is minder bekend met Weleda, maar wel steeds milieubewuster. Kopen zij merken die uiteindelijk niet zo groen blijken als beloofd, dan zorgt dat ervoor dat consumenten ook sceptischer naar ons kijken.’
Binnen Weleda is niemand meer sceptisch over hun eigen duurzame doelen. ‘Het zit in het DNA van onze onderneming, iedereen probeert constant de meest duurzame afweging te maken. We hebben dan ook geen duurzaamheidsmanager die constant controleert of alles wel groen genoeg gaat, we gaan ervan uit dat medewerkers dat zelf doen.’ Om ze af en toe toch een duwtje in de goede richting te geven, zijn er cursussen die medewerkers bewuster moeten maken. ‘Zo geven we iedereen met een leaseauto een cursus hoe ze zo zuinig en dus duurzaam mogelijk kunnen rijden.’
Toch merkt Van der Hoek dat sommige medewerkers kritisch zijn over de klimaatcompensatie. ‘Het klinkt allemaal heel mooi, maar soms wint de ratio het van het geloof. Wat gebeurt er nou precies met dat geld? En is dit niet simpelweg het afkopen van onze ‘grijze schuld’? Je merkt dat er nog veel onbegrip over dit soort projecten heerst.’ Aan Van der Hoek de taak om opheldering te geven. ‘Bij klimaatcompensatie denken veel mensen nog steeds aan het planten van bomen, terwijl we zoveel verder gaan.’
Intrinsieke drijfveer
Waar andere bedrijven vooral wegens financiële redenen verduurzamen, is het voor Weleda een puur intrinsieke drijfveer om het klimaat zo min mogelijk te belasten. ‘Al is het natuurlijk mooi als er na een investering uiteindelijk geld bespaard wordt op het moment dat alle lampen vervangen worden door Ledverlichting.’ Wie een eerste stap wil zetten op het gebied van duurzaam ondernemen, raad Van der Hoek aan om de CO2-uitstoot in kaart te brengen in een CO2-footprint. ‘Op die manier weet je precies wat je grootste bronnen zijn en wat je kunt verbeteren. Door daarna gerichte doelen op te stellen, kun je veel concreter werken en uiteindelijk echt het verschil maken.’
Meer lezen over duurzaamheid? Bestel hier het boekje met verhalen over de duurzame koplopers van dit moment!