Als het aan de grote techbedrijven van deze wereld ligt, worden onze huizen de komende jaren volledig smart. Onder de noemer internet of things (IoT) krijgen we te maken met apparaten die en masse met het internet verbonden zijn. Om ze opdrachten te geven, kunnen we tegen ze praten.
Hoe zoiets eruitziet, daarvan kon Sprout afgelopen week een glimp opvangen in een door Google gehuurde boot te Amsterdam-Oost. Het bedrijf demonstreerde zijn nieuwe, verbluffende Nest-technologie, waarmee je kunt praten tegen een klein apparaatje met scherm, dat in verbinding staat met bijvoorbeeld je televisie. Zo zet je eenvoudig Netflix aan zonder een afstandsbediening of smartphone aan te raken. Er is zelfs zoiets als een IoT-deurbel, leerden we.
Slimme koelkast
Het is slechts een glimp van wat de toekomst ons brengen kan, als we menig expert mogen geloven. In de wereld van morgen praat je met je waterkoker, oven, koelkast en televisie. Weg zijn de toch altijd wat moeilijke displays vol opties, waarvoor je eerst een gebruiksaanwijzing door moet spitten.
De apparaten praten ook terug. Ze kunnen je een wedervraag stellen om te specificeren welke actie je exact van hen gedaan wil krijgen. Klinkt handig, maar ook vrij creepy: luisteren je apparaten straks continu mee met wat je in huis zegt? Volgens een Google-medewerkers is dat niet het geval bij Google’s IoT-producten. De microfoon van het apparaatje gaat pas aan wanneer je ‘hey Google’ zegt.
Digitale dictatuur
Maar zal dit ook gelden voor toekomstige IoT-apparatuur van bijvoorbeeld Huawei? In China werken ze in sneltreinvaart toe naar een digitale dictatuur, waar je als inwoner continu in de gaten gehouden wordt door de overheid. IoT-apparatuur in huis vormt dan de perfecte fundering voor zo’n digitale dictatuur.
Lees ook: Betaalsysteem Alipay lijkt op de nachtmerrie van George Orwell
Wat als de democratieën in de westerse wereld tot stilstand komen en – net als in het Hongarije van Orbán en het Polen van de PiS-regering – in de richting gaan van voor autocratieën; zijn onze IoT-bedrijven er dan op de lange termijn nog van verzekerd privaat door te kunnen gaan? Of komen zij – en daarmee onze data – onder toezicht van de overheid te staan?
Of, ander scenario: wat als er een volgende disruptiegolf ontstaat, waarbij de Google’s van vandaag marktaandeel verliezen ten opzichte van andere spelers? Google stelt nu nog geen informatie van zijn IoT-systemen te gebruiken voor advertentiedoeleinden. Kan het dit volhouden als de liquïditeit van het bedrijf onder druk komt te staan?
Het zijn toekomstbeelden die misschien onlogisch klinken, maar ze zijn niet ondenkbaar. IoT brengt dus risico’s met zich mee voor de privacy van gebruikers. Voor grote techbedrijven, maar ook lokale overheden, is het dus zaak om hierop voor te sorteren.
Pratende computers
Een ander probleem met de IoT-ontwikkelingen wordt geschetst door Harvard-onderzoeker David Weinberger in een vorige week gepubliceerd artikel op Harvard Business Review. Google’s voice AI-assistent Duplex wil nog weleens ‘eh’ zeggen, om zo meer over te komen als een mens.
Vreemd, vindt Weinberger, want het is gewoon een computer die praat. Computers hoeven van hem niet te doen alsof ze mensen zijn, ze moeten ons gewoon helpen bij het uitvoeren van onze taken. Niemand wordt volgens hem beter van IoT-apparaten die grapjes maken en als mensen klinken. Liever heeft hij dat ze klinken als “zielloze machines”. “De kachel hoeft niet te doen alsof hij van ons houdt”, stelt de onderzoeker.
Vrouwenstem
Het is trouwens ook de reden dat menig AI-assistent standaard een vrouwenstem heeft (die je overigens ook geregeld kunt instellen als mannenstem). Schijnbaar vertrouwen we vrouwenstemmen meer dan de stem van een man – het zal zo zijn.
De vraag is echter: vertrouwen we onze huiskamer toe aan luisterende apparaten van grote techbedrijven, die soms zelfs verborgen microfoons bevatten? Innovatie is een groot goed en de efficiëntie van IoT-apparaten staat buiten kijf. Totdat het tegendeel is bewezen, zijn er voor consumenten meer dan voldoende redenen om voorlopig IoT-sceptisch te blijven.
Foto: Getty.