We weten het allemaal, erg veel gezonder worden we niet van een leven op kantoor. We zitten de hele dag, tijdens het vergaderen krijgen we zuurstoftekorten en van de kantoortuin waar we zitten, worden we continu afgeleid.
Door gebouwen te ontwerpen waarin de gezondheid van de medewerkers centraal staat, hoopt Coen van Oostrom een bijdrage te leveren aan de gezondheid van werknemers. ‘Het is ons doel dat mensen na een dag werken gezonder het gebouw uitgaan dan ze erin gingen.’ Van Oostrom stond aan het roer van OVG Real Estate, een vastgoedontwikkelaar die onder meer bekende gebouwen als de Maastoren, de Rotterdam en in Amsterdam Deloitte-kantoor The Edge neerzette. Begin dit jaar werd het roer omgegooid en vormde OVG zichzelf om tot technologiebedrijf EDGE Technologies waarbij niet de stenen maar de technologie in het gebouw centraal staat.
‘In de bouw ligt de nadruk al heel lang op duurzaamheid, en dat is in een dusdanig vergevorderd stadium dat echt grote impact uitblijft. Door te focussen op gezondheid maak je echt een groot verschil voor de mensen die het gebouw gebruiken.’
Hoe ongezond zijn kantoren?
‘Ik was laatst in New York en was daar aan het werk in een traditioneel kantoorgebouw in zo’n cubicle. Het was een ruimte met een laag systeemplafond, ik zat in het TL-licht en het was er stervenskoud want de airconditioning stond vol te blazen. Ik wilde er zo snel mogelijk weer weg. Er wordt bij het ontwerpen van gebouwen te weinig rekening gehouden met de gebruikers van die gebouwen.’
Hoeveel kan een gebouw bijdragen aan de productiviteit van werknemers?
‘We experimenteren nu bijvoorbeeld veel met licht. Er zijn allerlei onderzoeken naar de invloed van licht op mensen. Van blauw licht worden mensen wakkerder. Door op de werkplek het licht gedurende de dag aan te passen kan je daarop inspelen. Zet bijvoorbeeld na de lunch het licht wat blauwer om de after-lunchdip op te vangen en maak het later in de middag weer wat zachter zodat mensen ontspannener weer naar huis gaan. Iets anders is de hoeveelheid zuurstof in de lucht. Als er vier mensen in een vergaderruimte zitten, daalt de hoeveelheid zuurstof in de lucht dramatisch. Na een uur heeft dat tekort hetzelfde effect alsof je twee of drie glazen wijn op hebt. Als je de hoeveelheid CO2 in de lucht meet en op het juiste niveau houdt, voorkom je dat mensen besluiten nemen alsof ze dronken zijn.’
Dit zijn allemaal technische snufjes, zijn er ook niet-technische ontwikkelingen?
‘Onze gebouwen zijn zo ontworpen dat ze uitnodigen om rond te lopen. We zorgen dus dat er een goede koffiebar is waar mensen naartoe willen en dus even lopen. Ook weten we dat als mensen een eigen kamer hebben, ze daarin blijven zitten terwijl een meer lounge-achtige inrichting uitnodigt om op te staan.
Verder zijn er bureaus die gebruikt kunnen worden om te staan en te zitten. Na een bepaalde periode geeft je bureau aan dat het tijd wordt om even te staan.’
Hoeveel is er op te lossen met technologie?
‘In theorie zouden we mensen van 50% naar 80% productief kunnen krijgen. Als we met wearables alles afstemmen op het individu. Dus op het moment dat iemand in dreigt te kakken het licht aanpassen, zijn bureau verstellen. Een vibrerende stoel om de bloedtoestroom te bevorderen en ga zo maar door. De vraag is of je dat moet willen, dan kom je namelijk op het terrein van de vrije keuze van de werknemers. Het moet niet een soort Club Med worden waarbij je het idee hebt van een ontspannen vakantie, maar er enorme druk ligt op mensen om mee te doen.’
Met wearables op de werkvloer kom je al snel in privacydiscussies terecht. Hoe voorkom je een soort Big Brother gevoel?
‘We werken veel voor Duitse klanten en daar speelt het privacyvraagstuk heel erg. Door de oorlog, maar in het oosten ook de periode erna. De vrijheid van het individu is daar heilig. Maar tegelijkertijd zit iedereen op Facebook. Wij vinden dat je mensen de keuze moet geven. Bijvoorbeeld als het gaat om een slagboom die je toegang tot de parkeergarage geeft. Dat kan met een kaartje, of het kan op nummerbord. Met nummerbord zou het een soort prikklok kunnen zijn omdat je precies weet hoe laat mensen binnenkomen en weer weggaan. Dus we bieden allebei aan. Maar het gemak weegt dan zwaarder dan het kaartje en kiest iedereen voor de nummerbordherkenning.’
Wat voor soort bedrijven kiezen voor dit soort kantoren?
‘We verwachtten heel veel techbedrijven, maar eigenlijk is het van alles. Innovatie gaat overal zo snel en dus is het bij vrijwel alle bedrijven belangrijk dat er informatie wordt gedeeld. Omdat je tegenwoordig overal kan werken moet je er als bedrijf voor zorgen dat mensen naar kantoor willen komen. Ook is het voor bedrijven een concurrentievoordeel. Ik sprak met de directie van Deutsche Bank, zij vroegen zich af waarom fintechtalent liever in een loods in Berlijn ging zitten dan in hun prachtige kantoor in Frankfurt. Maar jonge mensen willen niet meer in die oude corporate gebouwen zitten. Dus ook de traditionele bedrijven gaan om.’
