Nederland zit in een bijzondere positie op het gebied van kunstmatige intelligentie. Met 8 procent van Europa’s totale AI-talent op slechts 2,8 procent van de bevolking hebben we drie keer meer AI-professionals per inwoner dan het Europese gemiddelde.
Amsterdam staat op de vijfde plek van Europese AI-centra met ongeveer 7000 professionals. Toch blijft het land achter bij vergelijkbare regio’s als het gaat om het omzetten van dit talent in succesvolle bedrijven.
AI-talent dat wegvloeit
Een aantal cijfers uit het donderdag verschenen State of AI in The Netherlands-rapport van Prosus, Dealroom.co en Techleap: Nederland telt 19.000 AI-professionals, waarvan 4.000 specialisten die daadwerkelijk AI-systemen ontwikkelen en 1.000 topwetenschappers met een AI-gerelateerde promotie. Universiteiten als TU Delft, TU Eindhoven en onderzoeksinstituut TNO behoren tot de grootste pools van AI-onderzoekstalent in Europa.
Nederland trekt ook veel internationaal talent aan. Bijna een kwart van de Nederlandse AI-professionals komt van buiten Europa, wat het land tot een van de belangrijkste magneten voor wereldwijd AI-talent maakt. Deze professionals hebben bovendien gemiddeld 9,5 jaar werkervaring, meer dan in de meeste andere Europese landen.
Het probleem: veel van het beste talent verdwijnt naar Silicon Valley. Nederlandse AI-pioniers zoals Durk Kingma (OpenAI), Michiel Bakker (Google) en Taco Cohen (Qualcomm) werken inmiddels voor Amerikaanse techgiganten, aangetrokken door de budgetten en baanbrekende projecten die ze daar kunnen aanpakken.
Lees ook: Waarom Nederland dringend een AI-Deltaplan nodig heeft: ‘We verliezen de regie’
Vastgeroest in het oude systeem
Bovendien werkt maar liefst 70 procent van de Nederlandse AI-professionals bij traditionele bedrijven en overheidsorganisaties. Dat is goed voor het moderniseren van bestaande sectoren, maar helpt niet bij het creëren van nieuwe wereldspelers zoals Google of OpenAI.
Een ander opmerkelijk gegeven is dat Nederland ondanks al het talent een buitengewoon laag vertrouwen in AI-toepassingen heeft. 43 procent van de Nederlandse respondenten gebruikt AI regelmatig, terwijl dit percentage in andere landen veel hoger ligt. Dit wantrouwen zorgt voor lange verkooptrajecten en beperkte adoptie van AI-oplossingen.
‘Vijf jaar geleden stond Nederland nog voorop, maar vandaag gebruiken we vooral Amerikaanse AI-modellen terwijl ons talent vertrekt’, waarschuwt Jelle Prins, medeoprichter van biotechbedrijf Cradle en mede-auteur van een nationaal AI-plan.
Te weinig grote investeringen
Amsterdam staat weliswaar op de achtste plek van Europese AI-startup-ecosystemen, maar het ontbreekt aan de snelheid waarmee andere grote steden zoals Parijs, Londen en Zürich hun AI-sectoren laten groeien. Vooral bij grote investeringsronden van 15 tot 100 miljoen euro en bedragen boven de 100 miljoen euro blijft Nederland achter.
Het land mist ook een wereldberoemde universiteit in Amsterdam, de nationale AI-hoofdstad, en een groot internationaal techonderzoekscentrum, stellen de rapportmakers. Hoewel Nederlandse bedrijven als Booking.com, Prosus en ASML tot Europa’s grootste techkampioenen behoren, fungeren ze nog niet als belangrijke centra voor AI-talent.
Niet alles is kommer en kwel. Nederland presteert uitstekend in specifieke sectoren: financiële technologie (nummer 13 wereldwijd), foodtech (nummer 8) en klimaat- en energietechnologie (nummer 13). Deze specialisaties bieden kansen om Nederland te positioneren als de plek waar traditionele, sterk gereguleerde sectoren samenkomen met geavanceerde AI-modellen.
Lees ook: Komt superintelligentie er echt aan? ‘AI kan al een heleboel van wat wij typisch menselijk vinden’
Actieplan voor de toekomst
Het rapport presenteert een actieplan met acht concrete stappen. Denk aan het opzetten van een campusachtige AI-hub in Amsterdam, het inzetten van pensioenfondsen voor grote investeringen in groeibedrijven en een nationale campagne om AI-adoptie te versnellen. Ook wordt gepleit voor het aantrekken van meer internationaal toptalent door middel van snelle visa en betere arbeidsvoorwaarden.
De inzet is hoog. Zoals het rapport stelt: de toekomstige welvaart hangt af van het zijn van een AI-vormgever of AI-afnemer. Nederland heeft alle ingrediënten voor succes, maar moet nu handelen om deze om te zetten in een bloeiende AI-sector.
De vraag is niet of we het talent hebben. Dat hebben we. De vraag is of we het talent kunnen vasthouden en de juiste omstandigheden kunnen creëren voor doorbraak en groei.
Nederland moet zijn unieke positie als Europees talentmagneet omzetten in daadwerkelijke marktleiding. Het alternatief is afhankelijk worden van elders ontwikkelde AI. En dat zou wel eens te kostbaar kunnen zijn voor onze toekomstige welvaart en onze sociale voorzieningen zoals pensioenen, waarschuwt het rapport.