Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Waarom dat goede idee vaak toch tegenvalt

Driekwart van de innovatieve ideeën wordt in eerste instantie bejubeld, maar blijkt bij nader inzien toch niet bruikbaar. Duitse wetenschappers hebben uitgezocht hoe dat komt.

goede ideeen innovatie
Foto: Getty Images

Het Amerikaanse 3M, bekend van de gele Post-It-papiertjes, geeft werknemers al decennia de ruimte om met eigen ideeën te komen. Vijftien procent van hun tijd mogen ze besteden aan het ontwikkelen van nieuwe innovatieve producten.

Ook de Japanse autofabrikant Toyota stimuleert zijn mensen om te werken aan vernieuwing. Ze mogen het productieproces zelfs stopzetten als ze denken dat er eerst een kwaliteitsprobleem moet worden opgelost.

Lees ook: Waarom het bedenken van slechte ideeën ook goed is voor je bedrijf

De voorbeelden van 3M en Toyota werden over de hele wereld overgenomen. Zij bewezen dat werknemers vaak prima ideeën hebben en dat je daar als bedrijf maar beter voor open kunt staan. Veel innovatieve ideeën ontstaan op de vloer, omdat mensen er dagelijks tegen bepaalde problemen aanlopen en samen bedenken hoe ze die op kunnen lossen. Dat soort oplossingen kan miljoenen opleveren.

Maar welk idee is nou goed? Welk voorstel verdient het om geld in te steken en welk plan schuif je terzijde? Die beslissing blijkt vaak op verkeerde gronden te worden genomen. Veel innovatieve ideeën die in eerste instantie geweldig leken, blijken dat uiteindelijk namelijk niet te zijn.

Resultaten overschat

Volgens vier Duitse onderzoekers komt dat doordat de resultaten bij liefst driekwart van de innovatieve voorstellen schromelijk worden overschat. Ze zouden, als ze werden uitgevoerd, financieel bijvoorbeeld net zoveel kosten als dat ze zouden opleveren.

Ook de praktische uitvoerbaarheid viel af en toe bitter tegen. Slechts bij zes procent van de plannen was de toegevoegde waarde goed ingeschat, bij de rest viel de opbrengst hoger uit.

Christopher Fuchs en Oliver Alexy, beiden hoogleraar aan de Technische Universiteit München, hun Keulse collega Fabian J. Sting en de onafhankelijke onderzoeker Maik Schlickel zijn tot deze conclusie gekomen na het bestuderen van duizend werknemersideeën bij een grote toeleverancier aan de Duitse auto-industrie.

‘Zelfs in zo’n nuchtere productie-omgeving bleven veel ideeën niet overeind’, schreven ze in Harvard Business Review.

Overenthousiasme in groepjes

Vooral groepen werknemers die met een innovatief voorstel kwamen, bleken vaak te optimistisch. De onderzoekers denken dat dat komt, omdat mensen in een clubje beter kunnen brainstormen.

In een inspirerende sessie volgen de innovatieve ideeën elkaar snel op, maar mensen spreken elkaar in al hun enthousiasme ook minder tegen. Daardoor is de opbrengst mager: bij bijna 40 procent van de groepsideeën werd de opbrengst overschat. Bij voorstellen die van individuen kwamen was dat maar bij 4 procent van de voorstellen het geval.

Ook bij ideeën die vanuit het management kwamen was er vaker sprake van overschatting. Iets meer dan 40 procent van hun voorstellen bleek lang niet zoveel op te brengen als verwacht. Bij plannen die vanaf de werkvloer kwamen was juist in ruim 10 procent van de gevallen sprake van onderschatting. Die ideeën waren dus waardevoller dan de personeelsleden zelf in eerste instantie hadden ingeschat.

Groepsdruk

Volgens de Duitse onderzoekers speelt groepsdruk bij het overschatten van ideeën waarschijnlijk een rol. Werknemers willen elkaar niet afvallen als de ander ervan overtuigd is dat iets een goed plan is. Net zomin als dat ondergeschikten hun manager onder vuur nemen als die denkt dat hij of zij iets werkelijk geweldigs heeft bedacht.

Wat verder meespeelt is dat de kennis over een bepaald proces in de automotive industrie soms zo specifiek is, dat het collega’s die een idee moeten beoordelen soms wel twee dagen kost voordat ze het begrijpen. ‘Op die manier is het lastig om goede en slechte ideeën al vroegtijdig van elkaar te onderscheiden.’

Beter filteren

Om écht goede voorstellen van de mwah-doe-maar-niet-ideeën te onderscheiden, komen de onderzoekers met drie tips:

1. Maak een onderscheid tussen het genereren van ideeën en het beoordelen ervan. Zorg dat degene die een plan hebben ingediend niet degenen zijn die het ook moeten doorvoeren. Met andere woorden: voorkom dat de slager zijn eigen vlees keurt.

2. Zorg ervoor dat mensen die een voorstel indienen in eerste instantie anoniem blijven. Daarmee voorkom je dat voorstellen vanuit het management eerder met applaus worden ontvangen en dat een plan van een fabrieksarbeider wordt onderschat.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

3. Mensen op de vloer moeten ervan overtuigd worden dat hun voorstellen waardevol zijn en dat ernaar wordt gekeken. Veel werknemers onderschatten hun eigen ideeën bij voorbaat. Dit kun je als bedrijf alleen veranderen door constant aan te geven (en te bewijzen) dat je voor hun input openstaat. Alleen een – al dan niet digitale – ideeënbus creëren is niet genoeg.

Lees ook: 5 tips voor het creëren van een experimentele bedrijfscultuur