1. Wat heeft minister Hermans geschreven aan de Tweede Kamer?
De Nederlandse overheid gaat de bouw en exploitatie van vier nieuwe kerncentrales vrijwel volledig zelf financieren. Commerciële partijen willen niet instappen, zelfs niet met ‘vergaande overheidssteun’, liet minister Sophie Hermans (Klimaat en Groene Groei) op 5 februari weten in een brief aan de Tweede Kamer.
Het vorige kabinet had in 2023 drie bedrijven (het Koreaanse KHNP, het Franse EDF en het Amerikaanse Westinghouse) gevraagd onderzoek te doen naar de bouw van kerncentrales in Nederland. Geen van de drie ziet er blijkbaar brood in.
De staat kiest daarom eieren voor zijn geld en wordt volledig eigenaar van de nieuwe kerncentrales via een speciaal bedrijf. Eventueel kunnen private investeerders later nog instappen. De voorbereidingen zullen enkele jaren duren.
2. Waarom wil geen private partij instappen?
De financiële risico’s zijn voor bedrijven simpelweg te groot. Particuliere investeerders willen geen risico’s dragen die ze niet kunnen beheersen, concludeerde het vorige kabinet twee jaar geleden al.
Bedrijven schrikken terug voor oplopende kosten tijdens de bouw en lange vergunningsprocedures. Ook de fluctuerende stroomprijzen tijdens de exploitatie en hoge ontmantelingskosten aan het einde maken het project onaantrekkelijk.
Verder maakt de lange voorbereidingstijd – de eerste kerncentrale moet draaien in 2035 – het project kwetsbaar voor politieke veranderingen. Een volgend kabinet kan andere prioriteiten stellen of de financiering willen herzien. Deze onzekerheid vergroot de risico’s voor alle betrokken partijen. Het project vereist brede politieke steun over meerdere kabinetsperiodes.
3. 2035 is al over tien jaar. Hoe reëel is de planning?
De beoogde bouwtijd van tien jaar lijkt zeer optimistisch. De Franse kerncentrale Flamanville-3 moest in 2012 opengaan, maar wekte eind 2024 pas de eerste elektriciteit op – ruim zeventien jaar na de start van de bouw. Ook in Finland duurde de bouw van Olkiluoto-3 maar liefst achttien jaar.
Daarnaast heeft Nederland sinds de jaren zeventig geen ervaring meer met kerncentrale-bouw. Ook het vergunningentraject kan veel tijd kosten door mogelijke juridische procedures.
4. Onder Mark Rutte wilde de regering nog twee kerncentrales bouwen. Waarom nu vier?
Het kabinet denkt dat kerncentrales een belangrijke rol kunnen spelen in het elektriciteitssysteem, dat steeds zwaarder leunt op zon en wind. Als het donker en windstil is, kunnen kerncentrales nog altijd energie leveren. Dat doen ze zonder CO2 uit te stoten, al is kernafval wel een probleem.
In maart 2024 nam de Tweede Kamer een motie aan die het kabinet opdracht gaf plannen te maken voor twee extra centrales. De huidige oppositie is kritisch over de torenhoge ambitie van het kabinet. ‘Begin nou eerst eens met de bouw van twee centrales’, zegt CDA-partijleider Henri Bontenbal tegen Trouw. ‘Het is de vraag of er in Nederland wel plek is voor vier.’
Nederland loopt met zijn ambitieuze plannen bovendien voorop in Europa. De EU streeft naar 150 gigawatt kernenergie in 2050, dat is 50 gigawatt extra, waarvoor 30 tot 45 grote reactoren nodig zijn. Nederland zou met vier centrales ongeveer 6 gigawatt bijdragen. De Europese Commissie stimuleert vooral samenwerking rond kleine modulaire reactoren, maar Nederland kiest voor conventionele grootschalige centrales.
5. Het kabinet heeft 14 miljard euro gereserveerd voor de eerste twee kerncentrales. Is dat genoeg?
Dat lijkt zeer optimistisch, weet ook het kabinet. Dat heeft zelf vorig jaar al aangegeven dat dit een onderschatting is.
Bij recente Europese projecten zijn de kosten vaak verdubbeld of verdrievoudigd. De Britse centrale Hinkley Point C kost 46 miljard pond in plaats van de begrote 18 miljard. Het Franse project Flamanville-3 is met 19 miljard euro zes keer zo duur geworden als aanvankelijk gedacht. En ook Finlands Olkiluoto-3 kostte met 11 miljard euro ruim drie keer zoveel als gepland.
6. Hoe beheersbaar zijn de financiële risico’s?
De staat wordt via een houdstermaatschappij eigenaar van de kerncentrales, met daaronder een werkmaatschappij voor bouw en exploitatie. Alle financiële risico’s komen echter bij de belastingbetaler terecht.
De impact op de staatsfinanciën kan enorm zijn als de kosten net zo exploderen als bij andere Europese projecten. Om een kerncentrale te bouwen, leent de staat een miljardenbedrag. Als de bouw vertraging oploopt, lopen de financieringskosten op: de overheid moet langer en meer geld lenen en rente begint op rente te stapelen.
Een verdubbeling of verdrievoudiging van de bouwkosten betekent tientallen miljarden euro’s aan extra uitgaven. Dit kan andere overheidsuitgaven onder druk zetten en de staatsschuld opdrijven. Het kabinet heeft nog niet duidelijk gemaakt hoe het dit risico wil beheersen.
Minister Hermans erkent dat het ‘een vergaande stap’ is dat de staat alle risico’s draagt. De komende maanden moet blijken of vier kerncentrales haalbaar zijn binnen deze randvoorwaarden. Een besluit over het definitieve aantal centrales volgt later dit jaar.
7. Is er genoeg personeel om de Nederlandse kerncentrales te bouwen?
Het vinden van voldoende gekwalificeerd personeel wordt een grote uitdaging. Voor de bouw zijn op het hoogtepunt zevenduizend mensen nodig, waarvan zeventig procent uit het buitenland moet komen. Dit staat op gespannen voet met het kabinetsdoel om arbeidsmigratie te beperken.
Voor de exploitatie zijn bovendien 2.600 specialisten nodig – een forse opgave gezien het huidige tekort aan technisch personeel. ‘We moeten nu wel beginnen met de kennisinfrastructuur in Nederland’, zegt Carlo Wolters tegen de NOS. Hij is directeur van EPZ, het bedrijf dat de kerncentrale in Borssele uitbaat.
De regering heeft daarom 65 miljoen euro uitgetrokken voor opleidingen. Zo is de Hogeschool Zeeland recent begonnen met een minor Nucleaire Technologie. Twintig hbo-studenten storten zich zes maanden op kernenergie. Aan de TU Delft zijn drie nieuwe leerstoelen en zes promovendi gefinancierd die zich richten op nucleaire technologie.
Experts betwijfelen of dit voldoende is. Atoomfysicus Wim Turkenburg, emeritus hoogleraar aan de Universiteit Utrecht, ziet grote problemen: ‘De duizenden mensen die nodig zijn voor de bouw hebben we hier niet. Die moet je voor een groot deel gaan inhuren uit het buitenland’, zegt hij tegen de NOS. Nederland zal daarbij concurrentie ondervinden van andere landen die ook kerncentrales willen bouwen.
8. Welke locaties zijn in beeld voor de kerncentrales?
![kerncentrale borssele](https://mtsprout.nl/wp-content/uploads/2025/02/borssele-kerncentrale.jpg)
De zoektocht naar geschikte locaties wordt complex. Een kerncentrale vereist voldoende koelwater, aansluiting op het hoogspanningsnet en veilige afstand tot bebouwing. Omdat zowel windenergie op zee als kernenergie veel stroom gaan leveren, kunnen ze niet zomaar dicht bij elkaar op het net worden aangesloten, wat de locatiekeuze beperkt.
Het Zeeuwse Borssele, waar nu al een kerncentrale staat, en de Maasvlakte zijn in beeld voor de eerste twee centrales. Voor nog twee extra centrales wordt het lastig geschikte plekken te vinden die aan alle eisen voldoen en waar omwonenden niet zouden protesteren.
In Zeeland hebben bewoners tientallen voorwaarden gesteld aan de komst van nieuwe kerncentrales. De werkgelegenheid wordt verwelkomd, maar er zijn zorgen over de huisvesting van duizenden bouwvakkers.
De Groningse Eemshaven viel in eerste instantie af. Daar is onvoldoende draagvlak na de problematiek rond de gaswinning in Groningen. Afgelopen november meldde minister Hermans dat Eemshaven toch weer in beeld is, tot ongenoegen van de provincie Groningen en de gemeente Het Hogeland.
9. China zet vol in op kernenergie. Waarom kan het daar wel?
De kosten van een kerncentrale liggen in Europa significant hoger dan in opkomende economieën als China, aldus ABN Amro in een recent rapport over de haalbaarheid van de Nederlandse plannen met kernenergie.
China gebruikt gestandaardiseerde reactorontwerpen zoals dat van de Hualong One, wat bouwprocessen versnelt en kosten verlaagt. Bovendien zijn vergunningstrajecten korter en minder bureaucratisch dan in Europa, waar juridische procedures de bouw vertragen. Arbeids- en materiaalkosten zijn lager, en de Chinese overheid biedt goedkope leningen en sterke regie via staatsbedrijven zoals CGN en CNNC. Hierdoor blijven financieringskosten beperkt, terwijl Europa afhankelijk is van private investeerders die rendement willen zien.
10. Zijn er alternatieven?
Kleine modulaire reactoren (SMR’s) worden vaak genoemd als alternatief. Dat zijn kleinere reactoren met ruwweg een derde van de capaciteit van de huidige modellen. Dat bescheiden formaat biedt voordelen.
‘SMR’s worden liefst in serie offsite geproduceerd en getransporteerd naar faciliteiten, wat ze een flexibiliteitsvoordeel geeft’, legt TNO uit in een recent rapport. De technologie is echter nog niet marktrijp. In Europa draait nog geen enkele SMR, alleen in Rusland en China zijn ze te vinden.
In Nederland gaat een consortium een SMR ontwikkelen. De Nederlands-Franse startup Thorizon wil met de Brabantse techbedrijven VDL Groep en Demcon een zogeheten gesmoltenzoutreactor bouwen in de provincie. Daar hebben ze in december een projectovereenkomst voor getekend. In 2032 moet de eerste SMR er staan. Dat is eerder dan de conventionele kerncentrale die het kabinet voor ogen heeft.
Ook dat is een reden waarom private partijen liever niet meewerken aan de plannen van het kabinet-Schoof. Met een kostprijs van 100 miljoen tot 2,5 miljard euro is een SMR een stuk goedkoper dan een traditionele reactor. Ze zijn vijf à acht jaar sneller klaar, efficiënter in gebruik en in theorie een stuk veiliger.
Lees ook: Staat Nederland straks vol kleine kerncentrales? 7 vragen over VDL, Thorizon en de SMR-revolutie