Ruim de helft van de bedrijven heeft last van de gestegen energieprijzen, driekwart kampt met krapte op de arbeidsmarkt, bijna de helft met tekorten aan grondstoffen. Een op de vier heeft er zelfs gelijktijdig mee te maken.
Deze macro-economische verstoringen zetten bedrijven onder druk. En dat heeft flinke gevolgen, zo wordt duidelijk uit de Nederlandse Innovatie Monitor 2023 van het Amsterdam Centre for Business Innovation van de UvA.
Een ‘alarmerend signaal’ is dat bedrijven al drie jaar op rij minder bezig zijn met radicale innovaties, zegt onderzoeksleider professor Henk Volberda tegen MT/Sprout. Dat zijn innovaties gericht op nieuwe markten, producten en afzetkanalen.
Krappe arbeidsmarkt
De verklaring hiervoor is niet moeilijk te vinden. ‘Minder goede bedrijfsprestaties, de grondstoffencrisis, maar ook het gebrek aan personeel. Op een krappe arbeidsmarkt neemt radicale innovatie significant af’, aldus Volberda.
Innovatie is dus alleen voor goede tijden? ‘Bedrijven zijn niet vies van innovatie, maar ze zijn vooral geïnteresseerd in innovaties die op de heel korte termijn rendement opleveren. Dat zijn verbeteringen van de bestaande producten, diensten of processen. Ze zijn huiverig voor nieuwe businessmodellen, markten of producten.’
Juist in slechte tijden moeten bedrijven toch investeren in innovatie? ‘Jazeker, veel onderzoeken laten ook zien dat bedrijven succesvol blijven als ze investeren in de lange termijn. Maar dat is nu eenmaal wat ik het kuddegedrag noem van de meeste bedrijven. Wanneer het niet zo goed gaat, zijn ze toch wat voorzichtiger met radicale innovatie.’
Lees ook: 4 dilemma’s bij het bouwen van een innovatieve cultuur
Bedrijven minder ambitieus qua klimaat
Dat is ook geen goed nieuws voor het klimaat. Om te verduurzamen zullen heel wat bedrijven moeten innoveren. ‘Je zou verwachten dat de hogere energieprijzen een goede stok achter de deur zijn voor meer innovaties of een ambitieuzer klimaatbeleid. Wat we zien is juist het tegenovergestelde’, zegt Volberda.
Het aantal bedrijven dat tegen 2030 vrijwel klimaatneutraal wil opereren, is met 4 procent afgenomen (naar 55 procent). Het aantal bedrijven dat deze ambitie tegen 2050 heeft, is met 6 procent gestegen (naar 22 procent). ‘Het kan zijn dat bedrijven even pas op de plaats nemen, maar je kunt ook zeggen: van uitstel komt afstel.’
Is de urgentie van de klimaatverandering dan nog niet doorgedrongen? ‘Nee, want als het even tegenzit, dan denken de bedrijven: 2050 is het magische getal volgens het akkoord van Parijs, laten we het dan maar even uitstellen. Ditzelfde zie je ook in de Nederlandse politiek. Wat dat betreft, is het beeld consistent.’
Impact op klimaat
Zeven op de tien bedrijven zijn ondertussen begonnen met het meten van hun impact op het klimaat. De helft is bezig met het formuleren van doelstellingen, 52 procent verkent die impact nog en 41 procent verzamelt data over hun impact.
Van de bedrijven met de grootste ecologische voetafdruk verwacht 32 procent niet voor 2050 klimaatneutraal te zijn. ‘Vorig jaar zei 63 procent van die vervuilende bedrijven nog dat ze in 2030 klimaatneutraal wilden worden. Door als die verstoringen is dat nu teruggezakt naar 31 procent.’
‘Dat is veel in een jaar tijd. Maar je spreekt over substantiële investeringen om te verduurzamen. Dat geldt niet alleen voor grote bedrijven, maar ook de bakker op de hoek. Ik begrijp wel dat die bedrijven even pas op de plaats maken, maar het is niet verstandig.’
Meer inzetten op doelen
Het goede nieuws volgens de professor is dat de groep bedrijven die zegt pas na deze eeuw klimaatneutraal te willen zijn of zelfs helemaal niet, licht is afgenomen naar 21 procent. ‘Maar in deze groep zitten nog altijd wel de meest vervuilende bedrijven.’
Wat drijft het klimaatbeleid: doelen of middelen? Uit de monitor blijkt dat bedrijven die inzetten op doelen ambitieuzer zijn. Bedrijven die hun klimaatinspanningen laten afhangen van bijvoorbeeld fiscale voordelen en milieusubsidies zijn minder ambitieus.
Volberda vindt dat het beleid van de overheid om de duurzame transitie te versnellen veel ‘meer gericht moet zijn op het beïnvloeden van de doelstellingen dan het ter beschikking stellen van middelen.’
Lees ook: Hoe Noord-Brabant een innovatiemotor van Nederland werd
Wetgeving voor zijn
Hij ziet de impact daar al van bij de 20 procent bedrijven die hun ecologische voetafdruk niet of pas na 2050 willen neutraliseren. Het merendeel (61 procent) van deze groep blijkt het klimaat toch niet helemaal te negeren.
Relatief veel bedrijven zijn al bezig met het verkennen van de bedrijfsimpact op het klimaat (19 procent) of met het formuleren van doelstellingen (10 procent). ‘Dat komt met name door de Europese wetgeving, de corporate sustainability reporting directive (CSRD) die volgend jaar ingaat. Strakke wetgeving heeft dus wel effect.’
Andere opvallende aandachtspunten uit de Nederlandse Innovatie Monitor 2023:
- Bedrijven investeren het meest in personeel: van twee naar vijf procent van de omzet. Hieronder vallen ook opleidingen en trainingen voor medewerkers.
- Ruim de helft van de bedrijven (53 procent) is niet goed voorbereid op cybercriminaliteit en digitale spionage.
- Bij één op de vijftien bedrijven is de bedrijfsvoering al een keer gestaakt als gevolg van cybercriminaliteit of digitale spionage.
Lees ook: Waarom outsiders met hun ontdekkingen de wereld op hun kop kunnen zetten