Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Advertorial – Rijkswaterstaat

Opener en aantrekkelijk voor talenten  

Rijkswaterstaat werkt hard. Niet alleen aan de uitvoering van belangrijke infrastructurele projecten, maar ook aan een cultuurverandering. “Om de hoge productiedoelen te kunnen halen én vernieuwingen door te kunnen voeren, zijn mensen doorslaggevend”, stelt Karin Visser, Hoofdingenieur-directeur in Utrecht.

 

Als uitvoeringsorganisatie van het ministerie van Verkeer en Waterstaat, zorgt Rijkswaterstaat voor droge voeten, voldoende en schoon water, vlot en veilig verkeer over weg en water en betrouwbare en bruikbare informatie. In 2004, toen Rijkswaterstaat voor het eerst een ondernemingsplan publiceerde, legde de organisatie een belangrijk efficiëntiedoel vast: met minder mensen meer doen. Aan dat doel is hard gewerkt. “Intussen hebben we veel aandacht besteed aan de mensen die onze ambities moeten waarmaken”, verklaart Karin Visser, Hoofdingenieur-directeur in Utrecht. “Om een deskundige en vernieuwende opdrachtgever te kunnen zijn, zijn de eigen medewerkers van doorslaggevend belang. Daar hebben we dan ook veel in geïnvesteerd.”

Opener

Om goede medewerkers aan zich te kunnen binden, werkt Rijkswaterstaat aan een cultuur die voor medewerkers aantrekkelijk is en blijft. Een aspect van die cultuuromslag is een opener houding tegenover andere marktpartijen. “We hebben natuurlijk zelf heel veel kennis en ervaring,” stelt Visser, “maar juist ook de markt heeft creatieve ideeën. Van deze input maken we volop gebruik bij het ontwikkelen van innovatieve oplossingen.” Die marktpartijen, denk aan aannemers en ingenieursbureaus, reageren positief op deze ontwikkeling. “We krijgen tegenwoordig regelmatig complimenten over onze houding en de samenwerking”, zegt Visser tevreden. Rijkswaterstaat stimuleert de eigen medewerkers meer dan voorheen om ondernemend te zijn en hun ideeën te ventileren. “Door medewerkers op deze manier uit te dagen in hun werk streven we ernaar een aantrekkelijke werkgever te zijn en talenten aan ons te binden”, verklaart Visser. “We dagen collega’s echt uit om in hun werk vernieuwend te zijn.”

Ontwikkeling

Om in aanraking te komen met potentiële collega’s heeft Rijkswaterstaat onder meer de contacten met universiteiten en hbo-opleidingen aangehaald. Daarnaast is er het traineeprogramma voor net afgestudeerden. “In twee jaar kunnen zij op vier verschillende plekken ervaring opdoen”, legt Visser uit. “Met dit programma willen we de instroom vergroten en de kwaliteit daarvan verhogen.” Voor zowel de nieuwe instroom als voor de zittende medewerkers is doorgaande ontwikkeling belangrijk. Om die te stimuleren en doorstroommogelijkheden te bieden, heeft Rijkswaterstaat sinds vier jaar een eigen opleidingsinstituut, het Corporate Learning Centre. “De studieprogramma’s daarvan zijn opgezet langs drie lijnen, onze Triple Ladder. Die lijnen komen overeen met de drie functielijnen: management, projectmanagement en adviseur”, vertelt Visser. “Medewerkers kunnen zichzelf verder ontwikkelen door in hun eigen functielijn cursussen te volgen. Daarnaast is het mogelijk om via cursussen in aanmerking te komen voor zijwaartse ontwikkeling en dus te switchen naar een andere functielijn.” Medewerkers dragen met de mogelijkheden van het Corporate Learning Centre nadrukkelijk de eigen verantwoordelijkheid voor hun loopbaan. Een leidraad daarbij vormen ook de vijf kernwaarden die Rijkswaterstaat in het acroniem RADIO heeft vastgelegd. “We willen medewerkers die Resultaatgedreven, Aanspreekbaar, Dienstverlenend, Integer en Ondernemend zijn”, verklaart Visser. “Waar nodig stimuleren we medewerkers om zich op die gebieden te ontwikkelen en helpen we ze ook met concrete cursussen.” De kernwaarden vormen ook belangrijke beoordelingscriteria voor de zogenaamde vlootschouw die Rijkswaterstaat iedere twee jaar organiseert. De vlootschouw is bedoeld om individuele talenten kansen te geven, maar het geeft ook het potentieel van de verschillende afdelingen weer. “In de vlootschouw brengen we in kaart welke kwaliteiten onze medewerkers hebben. Hierdoor krijgen we ook inzicht in waar onze talenten zitten die excelleren in onze kernwaarden, initiatiefrijk zijn en het potentieel hebben om door te groeien”, legt Visser uit. “Deze talenten krijgen de kans om versneld door te groeien via een talentenprogramma. Als onderdeel daarvan leiden zij bijvoorbeeld tijdelijk een bijzonder project. Of krijgen zij een directielid als persoonlijke coach.”

Diversiteit

Bij de instroom van nieuwe medewerkers is kwaliteit uiteraard een belangrijk selectiecriterium, maar niet het enige. Want omdat Rijkswaterstaat een afspiegeling van de samenleving wil zijn, hoopt de organisatie op een grotere instroom van vrouwen. “Op dit moment ligt het aandeel vrouwen bij ons op een derde. Dat mag hoger, ook in de top van de organisatie”, zegt Visser. “Twee jaar geleden telden we twee vrouwen onder onze zestien Hoofdingenieurs-directeur. Door een gerichte zoektocht is dat aantal inmiddels gestegen tot vijf.” Tweede punt van aandacht in het personeelsbeleid is de culturele diversiteit. “Om werkelijk een afspiegeling van de samenleving te zijn, moeten we op dat punt beter scoren. Op dit moment heeft slechts zeven procent van ons personeelsbestand een biculturele achtergrond. We streven op verschillende manier naar meer evenwicht op dat gebied. We investeren in bewustwording bij de leidinggevenden. Verder ontwikkelen we ideeën om de instroom van medewerkers met een biculturele achtergrond te bevorderen.” Een belangrijk middel daarbij zijn klankbordsessies met vertegenwoordigers uit de doelgroep. Die leiden regelmatig tot maatregelen waardoor Rijkswaterstaat ook voor hen aantrekkelijker wordt als werkgever. Hoewel Rijkswaterstaat dus nog niet alle organisatiedoelen heeft verwezenlijkt, is Visser tevreden over de tussenresultaten. “Ik ben vooral blij met de resultaten van ons onderzoek naar de medewerkerstevredenheid”, vertelt Visser. “Die is de afgelopen twee jaar gestegen van 6,8 naar 7,3. We zijn op de goede weg!”

Rijkswaterstaat

Koningskade 4, 2596 AA Den Haag
Telefoon: (070) 351 80 80
Fax: (070) 351 89 73
www.rijkswaterstaat.nl
 

Bedrijven, stop met de zoveelste assertiviteitstraining voor vrouwen

Empowermentprogramma’s voor vrouwen in het bedrijfsleven zijn meestal niet effectief, stellen onderzoekers van Rutgers Business School, omdat die uitgaan van masculiene definities van leiderschap en macht. Het gevolg? 'Vrouwen worden in een mal geperst.'

vrouwen macht rutgers business school
Wat is macht? Voor mannen is dat de leiding krijgen over anderen, voor vrouwen is het vrijheid. Foto: Getty Images

Veel initiatieven om de positie van vrouwen in de corporate wereld te versterken – in mooi Nederlands: ‘empoweren’ – beginnen met een denkfout. In ‘empowerment’ zit het woord ‘power’ en daar wordt het interessant. Want waar hebben we het precies over? Wat betekent dat, macht?

Vrouwen blijken daar nogal anders naar te kijken dan mannen. Goed, ze definiëren macht grotendeels op dezelfde manier: als het hebben van invloed en controle. Maar vraag wat ze zélf een machtig (of krachtig) gevoel geeft en je krijgt heel andere antwoorden. Voor mannen is dat de leiding krijgen over anderen, terwijl vrouwen veel vaker de link met vrijheid leggen.

Drie dimensies van macht

Dat blijkt uit onderzoek van het Center for Women in Business, onderdeel van Rutgers Business School in Newark, onder 300+ respondenten. Betrokken onderzoeker Colleen Tolan boog zich voor Harvard Business Review met auteur Deepa Purushothaman (The first, the few, the only: how women of color can redefine power in corporate America) en directeur Lisa S. Kaplowitz van Center for Women in Business over de resultaten.

Die uitkomst hangt samen met wat de drie dimensies van macht worden genoemd: power over (waarin de een de ander kan opleggen om iets te doen), power with (het vermogen om als groep doelen te behalen) en power to (het vermogen om als individu tot bepaalde uitkomsten te komen). Mannen associëren gevoelens van macht vooral met de eerste dimensie, terwijl vrouwen zich juist krachtig voelen in power to-situaties.

One-size-fits-all benadering

Dat doet ertoe, stellen Tolan en consorten, omdat emancipatieprogramma’s daar vaak totaal niet op gericht zijn. ‘Die gaan uit van een topdown en one-size-fits-all-benadering (m/v/x), waarbij leiders en besluitvormers als een soort scheidsrechters fungeren bij het overdragen van macht.’

Lees ook: 4 signalen dat je in een mannenorganisatie werkt

De nadruk ligt ook vaak op interventies. Denk aan het aanleren van specifieke vaardigheden op het gebied van assertiviteit, onderhandelen of presenteren. Het aanreiken van tools die helpen om mentaal weerbaarder te worden en beter om te kunnen gaan met stress.

Goed bedoeld, maar ook schadelijk

Hoewel goed bedoeld, pakken zulke initiatieven de onderliggende kwesties niet aan. Er wordt niet gekeken naar het gevoel van belonging – je thuis en veilig voelen op een werkplek, de ruimte krijgen om je op een authentieke manier uit te drukken – en het wegnemen van verborgen barrières.

Bovendien zijn zulke programma’s vaak gebaseerd op masculiene archetypen van leiderschap, zien de deskundigen. Denk aan trainingen om ‘krachtiger’ over te komen. ‘Dat kan schadelijk zijn.’

Het doel zou moeten zijn om vrouwen te helpen de beste versie van zichzelf te worden, zeggen zij. ‘Evalueer leiderschapsprogramma’s, ga op zoek naar onderbewuste vooroordelen en beperkende aannames. Vraag vrouwen in de onderneming wat ze willen en nodig hebben. Luister naar wat ze zeggen en ondersteun ze daarin. Houd rekening met de vooroordelen waarmee vrouwen worden geconfronteerd en hun perceptie van macht. Dat kan bedrijven helpen om geen talent mis te lopen.’

Want macht is het middel, vrijheid het doel. Concreet: keuzevrijheid op deze drie vlakken.

#1 Vrijheid om vanuit eigen ervaring en overtuigingen en te leiden

Macht is de vrijheid om te zijn wie je bent en vanuit je eigen overtuigingen en ervaringen te leiden, stelt een van de respondenten. Anderen delen het verlangen om op hun eigen manier leiding te geven, los van vastgeroeste archetypen en de druk om erbij te horen.

Dat klinkt als een no-brainer. Maar de onderliggende boodschap van veel leiderschapsprogramma’s is vaak: om de corporate ladder te beklimmen, moeten vrouwen zich naar de heersende (lees: masculiene) norm voegen.

Lees ook: Iedereen is man, tenzij anders wordt vermeld

Dat is nog buiten de dubbele standaard gerekend die alleen voor vrouwelijke leiders lijkt te gelden. Die moeten niet alleen competent zijn, maar ook sympathiek. En eigenlijk kunnen ze het nooit goed doen: het is een dun koord om te bewandelen, tussen te aardig en dominant.

Gevolg? Vrouwen gaan zich in een mal persen – waardoor ze zich eerder machteloos dan krachtig voelen. Vrouwen van kleur krijgen op die route te maken met extra hobbels. Die wijken dubbel af van de norm in de boardroom, zei Sharita Boon, managing director bij DPG Recruitment (MT/Sprout Inclusive30 Class of 2023) daar eerder in een interview over.

#2 Vrijheid om te bepalen hoe beslissingen worden genomen

Volgens de respondenten is er niet één ideaal van leiderschap. Het ene moment is dat beslissingen nemen voor de groep, het andere moment op basis van dialoog en collectieve besluitvorming.

De crux? De vrijheid hebben om te bepalen hoe die beslissingen worden genomen. En aansluitend: de vrijheid om te bepalen hoe je jouw leiderschap vormgeeft. Vanuit je sterke punten en op manieren die voor jou werken.

#3 Vrijheid om een eigen pad en richting te kiezen

De vrouwen uit het onderzoek willen zich niet voegen naar de status quo, maar hun eigen richting bepalen. De vrijheid om hun carrièrepad, en welke stappen ze wanneer zetten, naar eigen inzicht vorm te geven.

De vrijheid om binnen organisaties te bevragen wat wel en niet werkt en oplossingen aan te dragen. Eigen regels opstellen met het team, de cultuur gezamenlijk vormgeven.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Waar mannen vier keer vaker dan vrouwen aangeven dat ze macht associëren met winnen, zeggen vrouwen juist driemaal zoveel dat ze zich krachtig voelen op het moment dat ze anderen kunnen ondersteunen en helpen. ‘Vrouwen denken niet altijd in termen van winnen of de top bereiken’, aldus Tolan en consorten. ‘Dat wordt volgens het oude paradigma misschien niet als ‘krachtig’ gezien, maar zij draaien het juist om.’

Lees ook: Nancy Poleon (BrandedU) helpt al 10 jaar vrouwen naar de top