Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Advertorial – Essent

Optimale service voor grootzakelijke klanten  

De overname door het Duitse RWE heeft niets veranderd aan de ambitieuze doelstellingen van Essent voor de grootzakelijke markt. “In tegendeel”, zegt Cano Koc, manager sales. “We streven naar duurzame relaties met onze klanten. Daarom werken we voortdurend aan de verbetering van onze dienstverlening.”

 

“Optimale dienstverlening is een cruciale factor in de energiemarkt voor grootzakelijke klanten”, zegt Cano Koc, manager sales bij Essent. “De concurrentie is groot, terwijl energie een commodityproduct is. Dus de enige manier waarop we ons kunnen onderscheiden, is in onze dienstverlening. We zijn dan ook voortdurend bezig om die te optimaliseren en aan de behoeften van grootzakelijke klanten aan te passen.” De recente overname van Essent door RWE heeft daarin niets veranderd. “Sterker nog, doordat we nu deel uitmaken van een organisatie uit de Europese top vijf van de energiemarkt, kunnen we onze klanten nog beter bedienen. Als onderdeel van een kapitaalkrachtige, beursgenoteerde onderneming profiteert Essent van grotere inkoopkracht en investeringsmogelijkheden. Onze security of supply die cruciaal is voor grootzakelijke klanten, is door de overname door RWE nóg beter geworden.”

Onverminderd groen

Ondanks de voordelen, klonken er ook kritische geluiden over de overname door RWE. “Er werd getwijfeld of we wel voldoende groen zouden blijven. Die twijfel is niet terecht”, zegt Koc. “Essent is op dit moment veruit de grootste producent van groene energie in Nederland. Dankzij nieuwe miljardeninvesteringen zullen we die positie ongetwijfeld houden.” Het duurzaamheidscontract dat RWE en Essent vorig jaar tekenden, voorziet onder meer in grote investeringen in windenergie en biomassa. Bovendien gaan de partijen centrales moderniseren; voor een hoger rendement en minder CO2-uitstoot. Ook op kleinere schaal zoekt Essent actief naar innovatieve groene-energieoplossingen. Een fraai voorbeeld daarvan is de biogas-‘snelweg’ die de energieleverancier in noordoost Friesland ontwikkelt. Via die pijplijn leveren agrarische bedrijven ruw biogas uit hun mestvergistingsinstallaties aan een gezamenlijk punt. Daar wordt het biogas gezuiverd en als groen gas op het landelijke net ingevoerd. Koc: “Met de technologische kennis van RWE kunnen we dit soort initiatieven met onze klanten nóg beter ontwikkelen.”

De klant centraal

Die samenwerking met klanten is een belangrijk onderdeel van Essent’s ‘customer centricity’. Joost Zonneveld, lid van het Sales MT van Koc, vertelt: “Iedere grootzakelijke klant heeft een vaste contactpersoon die alles weet van die klant en van de branche waarin de klant opereert. En natuurlijk ook over de actuele situatie op de energiemarkt.” Op basis van die kennis adviseren accountmanagers hun klanten over het productportfolio, de contractvorm en de inkoophoeveelheden. “De behoeften en risico’s van grootzakelijke klanten kunnen sterk uiteenlopen en veranderen in de tijd. Vandaar dat onze adviseurs flexibele producten aanbieden die aansluiten op het risicoprofiel van de klant.” Accountmanagers houden hun klanten voortdurend op de hoogte over veranderingen in de markt. “Heel belangrijk,” zegt Zonneveld, “want kleine veranderingen in de marktomstandigheden kunnen voor grootverbruikers zwaar doorwegen. Het is dus zaak dat onze adviseurs hun klanten optimaal ondersteunen bij het bepalen van het juiste inkoopmoment. Dat is ook de reden waarom we voortdurend investeren in kennis: kennis van de klant, van de markt en van de producten. Bovendien vragen we klanten regelmatig om feedback over hun ervaringen met onze adviseurs. Want we willen er absoluut zeker van zijn dat we onze grootzakelijke klanten naar tevredenheid ondersteunen.”

Processen gecertificeerd

Grootzakelijke klanten kunnen sterk van elkaar verschillen, niet alleen in energiebehoefte, maar ook qua informatiebehoefte. “De ene klant wil iedere maand een factuur met een totaaloverzicht van het energieverbruik, de andere wil iedere week een overzicht uitgesplitst per vestiging”, illustreert Koc. “Wij kunnen aan al die wensen voldoen. Bovendien kunnen we snel schakelen als de behoeften van klanten veranderen.” Dat geldt niet alleen voor de informatie, maar ook voor belangrijke parameters in het contract. “Meer groene energie nodig? Andere compensatieproducten gewenst? We regelen het onmiddellijk”, belooft Koc.
Het ISO 9001-certificaat voor alle processen rond grootzakelijke klanten, van het offertetraject tot facturering en klachtafhandeling, is daarvoor een garantie.

Onlinediensten

Een belangrijk gevolg van het voortdurende streven naar betere dienstverlening zijn de onlinefaciliteiten die Essent zijn grootzakelijke klanten biedt. “Klanten kunnen met ‘Energie Administratie’ hun facturen online inzien, desgewenst uitgesplitst per vestiging. Bovendien bieden we de mogelijkheid om zelf nieuwe aansluitingen te wijzigen”, somt Zonneveld op. Met ‘Energie Fixeer’ kunnen klanten desgewenst zelf ook variabele onderdelen van hun contract fixeren of de samenstelling ervan finetunen. “Klanten bieden we daartoe complete inzage in alle relevante ontwikkelingen”, voegt Koc toe. “Dat gaat niet alleen om actuele prijzen van kolen, gas en olie, maar ook om parameters die die prijzen beïnvloeden, zoals de euro-dollarverhouding en de koers van emissierechten.” Een belangrijke informatiebron is bovendien de wekelijks e-mailnieuwsbrief voor grootzakelijke klanten, waarin Essent dieper ingaat op ontwikkelingen. Tekenend voor de kwaliteit daarvan is niet alleen het grote aantal ontvangers alsook het hoge percentage dat de nieuwsbrief Energie Update werkelijk leest. Dankzij die digitale bronnen beschikken grootzakelijke klanten over vrijwel dezelfde informatie als hun adviseurs. Dat leidt ertoe dat Essent en zijn klanten op een snellere en betere manier tot beslissingen kunnen komen over het productportfolio of de inkoophoeveelheden; als echte partners.

Essent NV

Postbus 689, 5101 AR ’s-Hertogenbosch
Telefoon: 0900-600 96 00 (10 ct./min.)
Fax: 0900-369 03 69 (10 ct./min.)
E-mail: [email protected]
www.essent.nl/grootzakelijk
 

Batterijen zijn geen tovermiddel voor Nederlands stroomnet – en thuisaccu’s al helemaal niet

Nederland investeert 296 miljoen euro in de ontwikkeling van eigen duurzame batterijen. In Delfzijl verrijst Europa's grootste batterij. Maar is dat wel de oplossing voor het overvolle stroomnet? Experts zijn verdeeld. En die populaire thuisbatterij? 'Daarmee sla je geen deuk in een pakje boter.'

congres noodzaak storage batterijen nederland
Op het congres Noodzaak van Storage waren alle batterij-experts van Nederland aanwezig. Foto: Congres Noodzaak van Storage

Om pieken en dalen in de productie en afname van groene stroom uit zon en wind op te lossen en het overvolle elektriciteitsnet te ontlasten, heeft Nederland een nieuw energiesysteem nodig. Daarin kunnen batterijen een belangrijke rol spelen, denken deskundigen.

Maar hoe groot moeten die zijn? En waarvoor moet je ze inzetten? Zijn ze rendabel? Of zijn er misschien betere mogelijkheden om energie op te slaan? Deze en andere vragen kwamen aan bod tijdens het congres Noodzaak van Storage in Den Haag, waar deskundigen uit heel Nederland en uit alle sectoren aanwezig waren.

Overschotten opslaan

Volgens de World Energy Outlook 2023 van het Internationaal Energie Agentschap (IEA) komt in 2030 twee derde van alle elektriciteit in de wereld uit zon en wind. In Nederland komt in dat jaar 80 procent van alle stroom alleen al van windparken op zee.

Dat er dan soms tekorten en overschotten aan groene stroom ontstaan, is duidelijk. Momenteel leidt het transport van die stroom nu al tot files op het net (netcongestie). Daardoor kunnen nieuwe zonne- of windparken en grote bedrijven niet meer aangesloten worden. Ook worden turbines en zonnepanelen steeds vaker uitgezet (curtailment) tijdens pieken en gaat groene stroom verloren.

Een van de oplossingen voor dit probleem is opslag. En wie opslag zegt, zegt meestal batterijen, al zweren anderen weer bij waterstof, perslucht of warmteboilers. Volgens het eerste Smart Storage Trendrapport verdubbelde het aantal batterijen in Nederland het afgelopen jaar tot 40.000 en verdriedubbelde de opslagcapaciteit tot 621 megawattuur.

Eigen ecosysteem

Meer dan 70 procent van al die batterijen komt uit China. Dat zijn voornamelijk lithium-ion-batterijen. Die zijn niet duurzaam genoeg en de milieu- en mensenrechtensituatie in dat land is slecht.

Nederland wil onafhankelijker worden van China en zelf hoogwaardige, duurzame batterijen ontwikkelen, die langdurig grote hoeveelheden energie kunnen opslaan. Daarvoor werd in 2019 het Battery Competence Cluster NL (BCC-NL) opgericht. Binnen dit cluster werken industrie, kennisinstellingen en brancheverenigingen samen aan een nieuw ecosysteem voor batterijen.

Het consortium bestaat inmiddels uit 65 partijen. ‘We zijn nu sterk afhankelijk van buitenlandse markten en hebben een sterke automotive en maritieme sector. In die sectoren is een groeiende vraag naar batterijen. Daarom was onze conclusie: hier moeten we iets mee’, zegt Kirsten Nijland, innovatiecoördinator van Battery Competence Cluster NL.

Kijk hoe Battery Competence Cluster NL een eigen ecosysteem van batterijen wil bouwen:

Nationaal Groeifonds

Het doel van het cluster is om een hele keten op te zetten rond het ontwikkelen van batterijen en de groei van de industrietak te bevorderen. Concreet focust het cluster zich op zware batterijen voor schepen en trucks en stationaire batterijen. Die laatste zijn vaste installaties, bijvoorbeeld bij wind- en zonneparken of bedrijven(parken), die langdurig stroom kunnen opslaan.

Ook kijkt BCC-NL naar de volgende generatie duurzame batterijen, die makkelijker te hergebruiken en te recyclen zijn. Hiervoor kreeg het cluster in 2023 een bijdrage van 296 miljoen euro uit het Nationaal Groeifonds. Daardoor kan het uitgroeien naar een nationaal programma.

Vier clusters

In vier regionale clusters werken inmiddels bedrijven, universiteiten en kennisinstituten samen aan de ontwikkeling van nieuwe batterijen. In Zuid-Holland voor de scheepvaart, de chemie en vaste stofbatterijen. In Twente aan grootschalige stationaire batterijen en laadinfrastructuur. In Brainport Eindhoven onder meer aan batterijen voor de automotive sector. En in Groningen aan grootschalige batterijen. Binnen de pijler stationaire batterijen is BCC-NL een expertisecentrum aan het opzetten voor nieuwe technologie.

kirsten nijland
Kirsten Nijland, innovatiecoördinator van Battery Competence Cluster NL. Foto: Congres Noodzaak van Storage

Zoutbatterijen

Voor langdurige opslag (LDES) lijken vooral zoutbatterijen (oftewel natrium-ion- of sodium-ion-batterijen) in de toekomst de snelst groeiende technologie te worden. Die kan de huidige lithium-ion-batterij vervangen voor korte opslag, maar ook andere technologieën voor langdurige opslag.

‘Omdat de kostprijs zo ver naar beneden gaat, kun je qua capaciteit concurreren met technologieën die specifiek gemaakt zijn voor langdurige opslag. Natrium kun je gewoon overal opscheppen, ook in Nederland. Daardoor wordt de prijs zo laag dat je daar geen aparte technologie meer voor nodig hebt’, zegt programmamanager Dirk van Asseldonk van BCC-NL.

Grootste batterij van Europa

Giga Storage bouwt al jaren grote batterijsystemen met dierennamen in Nederland. Eigenlijk zijn dat grote energiecentrales. Door het faillissement van aluminiumsmelter Aldel in Delfzijl in 2022 kwam daar een enorme stroomaansluiting vrij. Die gaat het bedrijf gebruiken om de op dat moment grootste batterij van Europa te bouwen: de Leopard.

De bouw start in april 2025 en in het vierde kwartaal van 2026 is de batterij klaar. ‘We hopen eventjes de grootste te mogen zijn. In België zijn we al twee keer zo groot aan het bouwen en onze collega’s zijn ook al bezig met grotere batterijen’, zegt ceo Ruud Nijs van Giga Storage.

De Leopard heeft een vermogen van 300 megawatt en kan 1.200 megawattuur stroom opslaan. Genoeg om 7 procent van Nederland van elektriciteit te voorzien. Kosten: 450 miljoen euro. Om dat geld op tafel te krijgen, verkocht Nijs het grootste deel van zijn bedrijf deze zomer aan het Franse investeringsfonds InfraVia. ‘We konden niet anders. Als wij onze ambitie waar willen maken, hebben we tot 2030 ongeveer 2,5 miljard euro nodig’, zegt hij.

Batterij lost niet alle problemen op

Volgens Floris Uleman, onderzoeker flexibiliteit en opslag bij TNO, zijn er verschillende duurzame mogelijkheden om energie op te slaan. Van waterstof tot perslucht, van hogere waterbassins tot warmteboilers. Batterijen zijn slechts één mogelijkheid en de vraag is welke rol ze moeten spelen in het energiesysteem.

‘Helaas kunnen we met opslag voor een paar uur niet alle verschillen tussen vraag en aanbod van energie in balans brengen. Daar hebben we ook andere technieken voor nodig, bijvoorbeeld warmte- en thermische opslag’, zegt Uleman.

Ook met het sturen van vraag en aanbod, het importeren en exporteren van stroom, het omzetten van stroom naar waterstof of het slim aan- en uitzetten van wind- en zonneparken is die balans haalbaar.

floris uleman
Floris Uleman, onderzoeker flexibiliteit en opslag bij TNO. Foto: Congres Noodzaak van Storage

Verschillende toekomstscenario’s

In de verschillende toekomstscenario’s voor 2030 verschilt de rol van batterijen. In de Klimaat- en Energieverkenning (KEV) van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) spelen ze geen rol van betekenis. Netbeheerders gaan in hun studies uit van 10 tot 13 gigawatt aan benodigde batterijopslag. Bij netbeheerder Tennet is al voor 70 gigawatt aan opslagcapaciteit aangevraagd.

In de scenario’s voor 2050 varieert de benodigde batterijcapaciteit van 5 tot 55 gigawatt. Ze zijn inzetbaar om het net in balans te houden, netcongestie tegen te gaan, overtollige stroom van wind- en zonneparken op te slaan, maar ook om bedrijven te helpen in hun bedrijfsvoering.

Zo slaan de Van der Valk-hotels hun eigen zonnestroom op in batterijen en zet busmaatschappij Arriva in Tilburg batterijen in om zijn elektrische bussen ’s nachts op te laden. Op bedrijventerrein kunnen bedrijven een gezamenlijke ‘energy hub’ vormen en samen een batterij voor de opslag en gebruik van groene stroom aanschaffen.

Bijdrage aan CO2-reductie

Volgens TNO is de markt nog zoekende naar een goede businesscase voor batterijen. Als gekozen wordt voor het omzetten van overtollige groene stroom naar waterstof of andere brandstoffen, dan krijgt de batterijmarkt flinke klappen. Batterijen die inzetbaar zijn voor meerdere doeleinden, van opslag tot het balanceren van het net, hebben volgens TNO de meeste kans van slagen.

‘Er is nog geen duidelijk perspectief voor batterijen. We zijn nog aan het zoeken naar de precieze rol van opslag en welke vorm de voorkeur heeft’, zegt Uleman. ‘Batterijen zijn niet de ‘silver bullet’ voor alle oplossingen, maar in combinatie met andere technieken kunnen ze een mooie bijdrage leveren aan de CO2-reductie.’

Geld verdienen met batterijen

Er zijn verschillende manieren om geld te verdienen met batterijen. Een ervan is om de flexibele opslag van elektriciteit te vermarkten. Nu leveren gas- en kolencentrales die flexibiliteit, maar die gaan er op termijn uit. Die rol wordt overgenomen door batterijen, warmteopslag en waterstof.

In Nederland zijn nu al regelmatig grote overschotten aan wind- en zonne-energie. Dat kun je opslaan of weggooien door installaties uit te schakelen. Het Nederlandse Recoy, inmiddels overgenomen door Siemens, helpt bedrijven om geld te verdienen met de flexibele opslag door batterijen.

Prijsschommelingen

Die kunnen volgens directeur Robert Kleiburg op zeven markten actief zijn. Bijvoorbeeld door op de elektriciteitsmarkt stroom te verkopen als de prijzen hoog zijn en de batterij te laden als de prijzen laag zijn. Maar netbeheerders betalen tegenwoordig meer geld om het net in balans te houden, vraag en aanbod van stroom op elkaar af te stemmen en om netcongestie te voorkomen.

Op al die markten zijn veel prijsschommelingen. ‘Er is veel prijsvolatiliteit, maar dat is je beste vriend. Daar verdien je als bedrijf je geld mee’, zet Kleiburg. ‘Dan is een aantrekkelijk terugverdientijd mogelijk.’

robert kleiburg recoy
Directeur Robert Kleiburg van Recoy. Foto: Congres Noodzaak van Storage

Kleine rol thuisbatterijen

Hoe groot is de rol van thuisbatterijen in het nieuwe energiesysteem? Daarover zijn de meningen verdeeld. Volgens consultant Dennis van der Meij, oprichter van Solar-engineering, hebben ze nauwelijks impact als het gaat om de opslag van overtollige stroom en het oplossen van netcongestie.

‘Zo’n batterij is in een uur vol of leeg. Daar ga je geen deuk mee in een pakje boter slaan’, stelt hij. ‘Je kan er je auto niet mee opladen, je warmtepomp niet op draaien en niet op koken.’

Maar wat als je duizenden thuisbatterijen centraal aanstuurt via algoritmes om samen als één grote batterij te laden of te ontladen wanneer nodig, zoals bedrijven als Frank Energie en Bliq doen? Dat heet een virtual power plant.

Nutteloos, denkt Van der Meij: ‘Die thuisbatterij gaan we helemaal niet inzetten voor balancering. Je krijgt dat overschot aan zonnestroom nu al de wijk niet uit. Je kunt het probleem beter aanpakken bij de bron: de zonnepanelen uitzetten.’

Energie-onafhankelijkheid

Volgens anderen heeft de thuisbatterij wel grote impact, maar dan vooral om huishoudens energie-onafhankelijk te maken. Onafhankelijk worden van het net en van de energiemaatschappij, door hun eigen zonnestroom op te slaan en later te gebruiken; dat is wat mensen en bedrijven volgens de meeste deskundigen willen. Dan zit de batterij achter de meter.

‘We hebben een overschot aan stroom uit zonnepanelen en dan moet je een keus maken: of de zonnepanelen uitschakelen of investeren in batterijen’, zegt Jacob van Leeuwen, oprichter van batterijleverancier Kiwatt.

Subsidie niet nodig

Ook TNO denkt dat thuisbatterijen achter de meter netcongestie kunnen oplossen, doordat ze pieken in vraag en aanbod van stroom door huishoudens verminderen. Batterijen die op de onbalansmarkt gaan handelen verergeren juist het probleem.

Subsidies op thuisbatterijen zijn volgens de deskundigen niet nodig, omdat ze nu al rendabel zijn. Bovendien: in Vlaanderen klapte de hele markt voor thuisbatterijen in elkaar toen de subsidie weer werd afgeschaft.

Dit artikel verscheen eerder op Change Inc., het platform voor duurzaam nieuws in het bedrijfsleven. Change Inc. is onderdeel van de MT MediaGroep, net als MT/Sprout.

Nederlandse startup ontwikkelt ‘serious game’: ‘Binnen 2 uur bewust van de gevaren van cybercrime’

In samenwerking met Cyber Crime Game - Cyberdreigingen zijn alomtegenwoordig, maar ondernemers vinden een onverwachte bondgenoot in de gamewereld. De Brabantse startup Cyber Crime Game heeft een spel gelanceerd dat deelnemers in de schoenen plaatst van zowel cybercriminelen als hun slachtoffers. 'Dit gaat een stap verder dan alleen maar leren. We willen de eerste stap zijn op het gebied van cybersecurity: échte bewustwording', aldus mede-initiatiefnemer Joris van den Bergh.

cyber crime the game cybersecurity

Cybercrime is een groeiend probleem waar iedereen mee te maken zou kunnen krijgen. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek werd 16 procent van de Nederlandse bevolking in 2023 slachtoffer van een vorm van online criminaliteit. Dat komt neer op omgerekend 2,3 miljoen gedupeerden.

Voor bedrijven geldt een soortgelijk sentiment. Of je nu zzp’er bent of een multinational: de kans dat je te maken krijgt met een cyberaanval is helaas groter dan de kans dat het niet gebeurt. Uit onderzoek van ABN AMRO blijkt dat gemiddeld 76 procent van alle bedrijven te maken heeft gehad met een vorm van een cyberaanval. 

‘Je hoeft niet dom te zijn’

De grootste misconceptie? ‘Je hoeft niet dom te zijn om in een hackersval te trappen’, stelt Joris van den Bergh, mede-oprichter van Cyber Crime: The Game. ‘Of het nu onwetendheid of vermoeidheid is: het kan altijd voorkomen dat je op een verkeerd linkje klikt. En dan ben je al gezien. Veel ondernemers denken dat alleen grote bedrijven interessant zijn voor hackers, maar in werkelijkheid schieten hackers met hagel en pakken ze wat ze kunnen.’

Stap in de schoenen van de bad guy

Dat is voor Van den Bergh en mede-oprichter Dirk Delisse, die samen al ruim tien jaar werken aan serieuze games met een maatschappelijk thema met hun bedrijf Gamificationers, reden om een nieuw concept te verzinnen. Samen met cybersecurity-expert Dick Schouten zijn ze de initiatiefnemers achter een nieuwe online ervaring waarin deelnemers in de schoenen van hackers stappen.

Cyber Crime: The Game duurt zo’n 2 uur en biedt een ervaring die al begint vóór de eerste klik. ‘Deelnemers ontvangen een gepersonaliseerde game-invite, gebaseerd op een bioscoopticket’, zegt Van den Bergh. ‘Ze krijgen zelfs een op maat gemaakte video van ons hoofdpersonage, die het bedrijf direct aanspreekt en uitnodigt om de strijd aan te gaan.’

Voor bedrijven die extra willen inzetten op betrokkenheid, is er een optionele activeringscampagne. ‘We kunnen fysieke tickets uitdelen, compleet met bedrukte popcorn. Zo creëren we al enthousiasme nog voordat het spel begint.’

Cybercrime vraagt om ander perspectief

‘We zagen dat er te veel middelen bestaan die de kant van de bad guy vaak vergeten te belichten’, vertelt Van den Bergh. ‘Ik kan je twintig keer vertellen waarom je niet op een linkje moet klikken, maar het gaat nog te weinig over het proces van weken, maanden en soms jaren om je op iets te laten klikken. Dat vraagt om een ander perspectief. Ons doel is om álle medewerkers, ongeacht hun niveau, binnen no time bewust te maken van cyberdreigingen. En dat op een manier die ze écht aanspreekt.’

Geen concessies op spelbeleving en inhoud

De ontwikkeling van de game heeft zo’n drie jaar geduurd. ‘In 2021 ontwikkelden we een eerste pilot, samen met de politie en de recherche’, vertelt Van den Bergh. ‘Daar hebben we eerlijke feedback op gekregen. Het was een leuk spel, maar misschien nog te veel een leuk uitje.’

Dat was ook wel logisch: want we zijn gamemakers, geen inhoudelijke experts. Nu hebben we écht de tijd genomen om alles compleet te herzien met een cybersecurity-expert om ervoor te zorgen dat zowel de spelbeleving als de inhoud volledig klopt.’

Je eigen bedrijf hacken

In de game gaan deelnemers écht het dark web op, om zo uiteindelijk hun eigen bedrijf te hacken. ‘Je leert over álle aspecten van cybercrime: van social engineering, phishing, ransomware tot ceo-fraude. De game bestaat uit vier verschillende levels en wordt volledig gepersonaliseerd voor elk bedrijf.’

Zelfs de stem van de ceo kan geïntegreerd worden in de game. ‘De hele game draait om jouw bedrijf. Spelers zien hun eigen bedrijfslogo, hun collega’s in beeld. Dit maakt de ervaring ongelooflijk realistisch en relevant. We hebben er echt alles aan gedaan om de ervaring zo realistisch mogelijk te maken.’

Eerste stap naar bewustwording 

Het levert bedrijven ook direct wat op, stelt Van den Bergh. ‘De game vormt eigenlijk de basishygiëne voor het onderwerp cybercriminaliteit. Je krijgt inzichtelijk wat de gevaren zijn, hoe de hacker te werk gaat én wat je ertegen kunt doen. Vervolgens krijg je een schets van je eigen bedrijf: je ziet wie er hebben gespeeld en wat hun zwakke punten zijn. Dat geeft je de houvast om een verdere strategie te formuleren op het gebied van cybersecurity.’

‘De keuze voor een spelvorm is geen toeval. ‘Het probleem met traditionele e-learnings is dat medewerkers ze vaak saai vinden en erdoorheen klikken zonder echt iets te leren’, zegt Van den Bergh. ‘Onze game biedt een échte beleving. Spelers leren hoe informatie op social media tegen hen gebruikt kan worden en ervaren aan den lijve hoe ceo-fraude werkt. Dit zorgt voor een veel diepere en blijvende impact. We willen de eerste stap zijn om bewustwording van cybercriminaliteit te vergroten.’

Realiteit achter het scherm

De game sluit af met een krachtige boodschap die het beeld van cybercriminelen nuanceert. ‘We willen hiermee laten zien dat het om professionele, vernuftige ‘werknemers’ gaat voor wie cybercrime een echte business is’, concludeert Van den Bergh. ‘Dit inzicht, gecombineerd met de interactieve ervaring van de game, zorgt voor een diep en blijvend bewustzijn bij alle medewerkers. En dat is precies wat bedrijven nodig hebben om zich effectief te wapenen tegen cyberdreigingen.’

‘Een combinatie van film, game én leren. Op Netflix-achtig niveau. Níet specifiek ontwikkeld voor de ict’er, maar voor de gemiddelde werknemer met een laptop. De mens blijft immers de zwakste schakel en precies daar focussen wij ons op. Niet op het technische vlak, maar het menselijke vlak: social engineering. Allemaal zodat jij nooit meer op die ene link gaat klikken.’

Dit kost een pensioen voor je medewerkers – inclusief rekenvoorbeelden

In samenwerking met Doenpensioen van a.s.r. - Pensioen regelen voor je personeel is aantrekkelijk en minder ingewikkeld dan het lijkt. Zelfs de kosten zijn overzichtelijk, vertelt expert Nick Leben van Doenpensioen van a.s.r. Hij geeft uitleg en rekenvoorbeelden.

kosten pensioen startup werknemers
Foto: Getty Images

Wat kost een pensioenregeling voor mijn bedrijf? Het antwoord op die vraag is minder ingewikkeld dan je waarschijnlijk denkt, vertelt Nick Leben. Hij werkt bij Doenpensioen van a.s.r. en helpt startups en scaleups bij het opzetten van nieuwe pensioenregelingen.

Leben: ‘Een goede pensioenregeling kan je als startup of scaleup onderscheiden van andere bedrijven in je zoektocht naar personeel.’

Het is vaak zelfs financieel aantrekkelijker dan meer salaris bieden. Hoe je een regeling opzet, lees je in dit artikel. Maar wat kost het allemaal? Expert Leben geeft antwoord op veel gestelde vragen en geeft twee rekenvoorbeelden.

Uit welke kosten bestaat een pensioenregeling?

De kosten van een pensioenregeling voor je startup of scaleup bestaan grofweg uit vier delen:

  • Pensioenpremie
  • Verzekeringen
  • Eenmalige opstartkosten
  • Jaarlijkse administratiekosten

Pensioenpremie

Het grootste deel van de kosten is de inleg in de pensioenpot van de medewerker. Je werkgeversbijdrage kan groot of klein zijn. Je kunt bijvoorbeeld al pensioen opbouwen voor je werknemers vanaf 1% van de zogeheten pensioengrondslag. Je biedt met zo’n regeling een faciliteit en legt de verantwoordelijkheid van voldoende pensioenopbouw bij de werknemers.

Als werkgever kan je in overleg met je medewerkers ook kiezen voor een eigen bijdrage in de pensioenpremie. Zo investeer je samen in het opbouwen van een pensioenkapitaal. Medewerkers kunnen er ook nog voor kiezen om vrijwillig extra in te leggen voor een hoger pensioenkapitaal op hun oude dag. Dit kan tot het fiscaal maximum van de werknemer zelf.

Verzekeringen

Pensioen via de werkgever is meer dan alleen het opbouwen van vermogen. Onderdeel van het product bij Doenpensioen van a.s.r. zijn twee verzekeringen: de module Overlijden en de module Arbeidsongeschiktheid.

Met de overlijdensverzekering krijgt de partner van de werknemer direct een levenslang partnerpensioen als de werknemer overlijdt voor de pensioendatum. Kinderen en jongvolwassenen onder de 25 jaar krijgen daarnaast een wezenpensioen.

De arbeidsongeschiktheidsmodule houdt in dat de verzekeraar de premies en kosten doorbetaalt bij arbeidsongeschiktheid. Hoe jonger de medewerker, hoe lager de kosten van deze verzekeringen.

Eenmalige kosten

Als ondernemer kan je ervoor kiezen om contact op te nemen met een onafhankelijk adviseur om je te adviseren. De adviseur zoekt uit welke regeling het best past bij jouw organisatie. De kosten hiervoor verschillen en zijn vaak een paar duizend euro. Vraag hier vooraf goed naar.

Eventueel kun je een pensioenregeling ook rechtstreeks afsluiten bij Doenpensioen van a.s.r. In dat geval betaal je slechts een paar honderd euro opstartkosten. Goed om te weten is dat zij alleen informeren en geen advies geven over je keuze.

Heb je meer dan 50 medewerkers, dan wordt altijd aangeraden om een adviseur in te schakelen. Het is dan namelijk lastig om zelf inzicht te krijgen in alle behoeften en wensen. Een adviseur of intermediair regelt dat voor je en zoekt vervolgens de beste aanbieder en regeling.

Administratiekosten

Verder betaal je jaarlijks administratiekosten per medewerker. Bij Doenpensioen van a.s.r. is dat een vast bedrag per jaar. De kosten zijn ongeveer 90 euro per jaar per medewerker. Hoe groter je bedrijf, hoe lager het bedrag per medewerker.

Val je onder een sectorverplichting?

Deze verdeling van de kosten geldt voor werkgevers die vrij zijn om zelf invulling te geven aan de pensioenregeling. Dat geldt niet voor iedereen: sommige ondernemers moeten zich verplicht aansluiten bij een bedrijfstakpensioenfonds (bpf).

Of er een sectorverplichting voor jouw bedrijf geldt, hangt af van je bedrijfsactiviteiten en bijbehorende activiteitencode (SBI-code, die krijg je van de Kamer van Koophandel). Op de website van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kun je met die code bepalen of je verplicht moet aansluiten bij een bpf.

Zijn er aanvullende of andere kosten?

Bij sommige pensioenuitvoerders betaal je aanmeld- en afmeldkosten per werknemer. Dat betekent dat je een bedrag betaalt als je een nieuwe medewerker aanneemt en aanmeldt bij de pensioenregeling. Je betaalt ook als iemand uit dienst treedt. Bij Doenpensioen van a.s.r. is dat niet zo: je betaalt daar geen aanmeld- of afmeldkosten.

Verder rekenen veel uitvoerders kosten voor waardeoverdracht, Doenpensioen van a.s.r. rekent daar ook kosten voor. Waardeoverdracht betekent dat een medewerker opgebouwd pensioenkapitaal van de ene naar de andere pensioenuitvoerder overzet.

Hoe bepaal je de pensioenpremie per medewerker?

Het percentage pensioenopbouw bereken je niet over het hele salaris van je medewerker, maar over het bedrag van de pensioengrondslag. Die bereken je over het fulltime jaarsalaris plus vakantiegeld, min de AOW-franchise. Die is in 2024 17.545 euro. De meest recente bedragen zie je op de website van de Belastingdienst.

Vervolgens kies je als werkgever een bepaald percentage voor de pensioenopbouw van al je medewerkers. Dit percentage kan tussen de 1% en 30% liggen. Dat is de basispensioenpremie. Vervolgens kan je nog een verplichte eigen bijdrage vragen aan je medewerker. Zo kun je bijvoorbeeld 6% betalen als werkgever en 6% als werknemer. Naarmate jouw bedrijf groeit, kun je jouw percentage aan de bijdrage langzaamaan verhogen.

‘Een goed pensioen’ is subjectief. Toch is het belangrijk om te weten dat vaak van een adequaat pensioen wordt gesproken vanaf 14% opbouwpercentage. De werknemer kan daarnaast zelf kiezen extra in te leggen voor later als die financiële ruimte er is.

Waar moet je op letten als je pensioenregelingen vergelijkt?

De kosten van bedrijfspensioenregelingen liggen tegenwoordig dicht bij elkaar. Kijk dus vooral naar welke uitvoerder het best past bij jouw organisatie. Er zijn pensioenuitvoerders die zich richten op grootzakelijke werkgevers, maar ook uitvoerders zoals Doenpensioen van a.s.r. die meer gericht zijn op startups en scaleups.

Heeft de uitvoerder bijvoorbeeld dezelfde waarde wat betreft duurzaamheid, klantvriendelijkheid en flexibiliteit? Kun je digitaal communiceren? Geeft de pensioenaanbieder je een goed gevoel?

Rekenvoorbeeld

De kosten hangen af van het salaris van je medewerker en het percentage dat je wilt inleggen. In onderstaande rekenvoorbeelden is voor een adequate pensioenopbouw gekozen: 12% of 16%. Zoals hierboven uitgelegd kun je als startende ondernemer ook voor een lager percentage kiezen.

Dit kost een pensioenregeling bij 12% inleg van de pensioengrondslag (instapregeling)

30 jaar, € 44.000 (incl. vakantiegeld en 50% eigen bijdrage), 40u per week
Pensioeninleg (12%) per maand: € 132 p.m.
Verzekering overlijden (nabestaandenpensioen) per maand: € 5 p.m.
Verzekering arbeidsongeschiktheid per maand: € 9 p.m.
Administratiekosten per maand: € 7 p.m.

Dit kost een pensioenregeling bij 16% inleg van de pensioengrondslag (standaard Doenpensioen-regeling)

30 jaar, € 44.000 (incl. vakantiegeld), 40u per week
Pensioeninleg (16%) p.j.: € 4.233 (€ 353 p.m.)
Verzekering overlijden (nabestaandenpensioen) p.j.: € 64 (€ 5 p.m.)
Verzekering arbeidsongeschiktheid p.j.: € 141 (€ 12 p.m.)
Administratiekosten p.j.: € 83 (€ 7 p.m.)