Het werd gisteravond gepresenteerd als groot nieuws: starters krijgen voortaan coronasteun. Tot op heden kregen bedrijven die in 2020 waren gestart nog nul euro aan steun. De coalitie was terughoudend, omdat gevreesd werd voor fraude. De roep in de samenleving om steun voor starters werd echter steeds luider. Van brancheverenigingen tot oppositiepartijen: ze smeekten het kabinet om steun voor starters.
Met de steun die er nu komt, ter waarde van maximaal 210 miljoen euro, lijkt het alsof alle starters zijn geholpen. Niets blijkt echter minder waar, zo signaleren de initiatiefnemers van website ikvalbuitendeboot.nl, een platform voor gedupeerde ondernemers die geen coronasteun ontvangen. Bijna duizend ondernemers hebben zich hier ingeschreven. Mede-initiatiefnemer Alida Schreurs, gedupeerd ondernemer en tevens fiscalist, spreekt van ‘hiaten’ die nog moeten worden opgevuld.
Eerst even een globaal overzicht van de nieuwe startersregeling: om kans te maken op een Tegemoetkoming Vaste Lasten-regeling (TVL) als gedupeerde starter, moet je tussen 1 januari en 30 juni 2020 bij de KvK zijn ingeschreven. De overheid kijkt vervolgens naar de omzet die je in het derde kwartaal van 2020 maakte en berekent daar je TVL over. Wij citeren de website van de Rijksoverheid: ‘Starters gestart tussen 1 januari en 15 maart 2020 komen ook voor de reguliere TVL in aanmerking in het eerste kwartaal van 2021. In het tweede kwartaal van 2021 kunnen de starters die gestart zijn tussen 1 januari en 15 maart 2020 alleen van de aparte startersregeling gebruikmaken.’
Horeca-starters nog altijd gedupeerd
Dat de wet niet geldt voor starters die ná 30 juni zijn begonnen, vindt Schreurs pijnlijk, maar nog enigszins uit te leggen. De coronacrisis was destijds alom bekend, waardoor dit kan worden gezien als ondernemersrisico. Het grootste pijnpunt zit hem daarentegen in de startdatum, legt Schreurs uit: ‘Starters die vóór 1 januari 2020 zijn ingeschreven bij de KvK komen niet in aanmerking voor de steun. Veel bedrijven die in de horeca starten schrijven zich echter meestal eind van het jaar in, om in het begin van het nieuwe jaar te kunnen starten. Je kunt nog niet direct omzet draaien, want je hebt te maken met een aanloopfase. Je moet een huurcontract zijn aangegaan om een vergunning aan te kunnen vragen en vervolgens moet je je pand nog enige tijd verbouwen. Dat traject duurt al snel twee tot drie maanden.’
Zelf schreef ze haar Emmense horecazaak Thijs & Co op 19 december 2019 in. Vervolgens ging ze het hele rijtje van huurcontract, personeelscontracten, vergunningen en verbouwingen door om op 24 maart 2020 te openen. Nou ja, níet dus, want op 15 maart 2020 begon de eerste lockdown. ‘De biertanks zaten al vol en we hadden flinke voorraden aangelegd. Omdat we nog geen naam opgebouwd hadden, was inzetten op afhalen niet mogelijk. We hebben tweeënhalve maand extra moeten ophoesten, terwijl we al zoveel hadden geïnvesteerd.’
Goed derde kwartaal
Met de heropening van de horeca op 1 juni 2020 begon voor Schreurs een goede periode van vier maanden – precies het derde kwartaal waar de regering nu naar kijkt als omzetperiode. ‘Het zat vol, mensen waren laaiend enthousiast en we kregen goede recensies.’ Toen de horeca na 1 oktober weer vanaf 10 uur moest sluiten, daalde Schreurs omzet met 80 procent, om vanaf de gedwongen sluiting van medio oktober tot nul te reduceren. Schreurs stelt haar kosten al zo laag mogelijk gehouden te hebben om te kunnen overleven; had ze in de zomer tien werknemers voor zich werken, nu telt de loonlijst nog maar één persoon.
Had ik me maar twaalf dagen later ingeschreven bij de KvK. Dat had me zo’n 70.000 euro gescheeld
Ze stelt daarbij al haar spaargeld in het bedrijf te hebben moeten steken. ‘Ik wil voorkomen dat ik bij vrienden of familie aan moet kloppen voor steun’, zegt ze. ‘Had ik me maar twaalf dagen later ingeschreven. Dat had me zo’n 70.000 euro gescheeld.’ Toen Schreurs gisteren de persconferentie bekeek, moest ze dan ook huilen. Had de regering dan werkelijk niet door dat er alsnog een groep, ze schat deze op zo’n duizend ondernemers, buiten de boot valt?
Geen hardheidsclausule
Fiscalist als ze is, dook Schreurs ook meteen even in de juridische mogelijkheden voor nog altijd gedupeerde starters om hun gelijk te halen. ‘Ik kwam erachter dat er geen hardheidsclausule in de wet zit, terwijl die er wel in zou moeten horen’, zegt de ondernemer. ‘Dit betekent dat je als buiten de boot vallende starters geen aanvraag kunt indienen, niet in bezwaar kunt gaan en ook niet in beroep kunt gaan als je denkt dat je toch onder de regeling zou moeten vallen. Het draait dus niet om het doel van de wet, maar om de letterlijke tekst. Dat we niet eens een aanvraag kunnen indienen, is bizar. We staan met de rug tegen de muur.’
Politiek gezien, brengt het nog altijd rammelende steunplan ook risico’s met zich mee voor Rutte-III, een coalitie die geleid wordt door de VVD, dat bekendstaat als ondernemerspartij pur sang. Partijen aan de flanken proberen momenteel te hengelen naar de groep gedupeerde ondernemers, signaleren wij bij MT/Sprout. Zo waren het de gereformeerden van de SGP die al in december vroegen om coronasteun voor starters. Een artikel dat wij eerder deze week publiceerden over dit thema, werd door FVD-Kamerlid Wybren van Haga op vrij succesvolle wijze gedeeld op Twitter. Zijn tweet, waarin de eerder van zetelroverij beschuldigde politicus spreekt van een ‘bureaucratische moloch’, werd al meer dan zeshonderd maal gedeeld op Twitter en werd bijna tweehonderd keer geretweet. Ter illustratie: de SGP stelt mannen boven vrouwen en het FVD is een partij die in december onder vuur kwam te liggen vanwege antisemitisme en lijkt te geloven in complottheorieën over onder meer het coronavirus. Van Haga lijkt het virus af te schilderen als weinig meer dan een normale griep. Met andere woorden: met zo iemand als Van Haga aan het roer, zouden we verder van huis zijn als het gaat om een effectieve coronabestrijding. Sluitende regelgeving voor onder meer starters zal voor Rutte-III dan ook een effectief medicijn blijken om te voorkomen dat gepikeerde ondernemers in de armen vallen van dergelijke radicale partijen. Schreurs zelf distantieert zich overigens volledig van die hoek, benadrukt ze.
Overbruggingskredieten
Een andere regeling die er voor starters komt, is die van de zogeheten corona-overbruggingskredieten. Starters kunnen eenmalig zo’n krediet krijgen, ter waarde van 35.000 euro. Om hiervoor in aanmerking te komen, moet je tevens ingeschreven zijn tussen 1 januari en 30 juni. Opnieuw nul op het rekest voor de groep waartoe Schreurs en bijvoorbeeld ook Clos-ondernemer Rutger de Witte behoren.
Dan is er nog de Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW), bedoeld om de loonkosten van door corona geplaagde bedrijven te vergoeden. Starters maken nog altijd geen aanspraak op de NOW-steun als ze geen omzet hebben gehad tot en met 29 februari 2020, ook al zijn ze tussen 1 januari en 30 juni 2020 begonnen. Loonkosten hoest je dus nog altijd zelf op, al moet je maanden dicht vanwege de lockdown. Bovendien, zo signaleert Schreurs, komt nog steeds geen enkele starter in aanmerking voor TVL-steun voor het vierde kwartaal van 2020. En dat terwijl de horeca toen ook al grotendeels dicht was. ‘Het steunpakket wordt nu gebracht alsof dit allemaal oplossingen betreft en starters massaal in aanmerking komen, maar dat ís niet zo.’
Kleine ondernemers
Tot slot spelen er nog altijd problemen voor kleine ondernemers, die aan huis kantoor houden, zegt Schreurs. ‘Je moet nu 3000 euro aan vaste lasten per kwartaal hebben om in aanmerking te komen voor TVL-steun. Men wil dit naar beneden brengen om kleine ondernemers sneller in aanmerking te laten komen. Die gedachte is goed, maar ze doen helaas geen aanpassingen op het vestigingsadres. De TVL heeft nu als voorwaarde dat je elders een pand moet huren of in eigendom hebben. Werk je aan huis, dan moet je een kwalificerende werkruimte in je woning hebben, bijvoorbeeld met een eigen sanitaire voorziening. Heb je dat niet, dan kom je niet in aanmerking voor de TVL, hoe hoog je vaste lasten ook zijn.’
Dit is nadelig voor de schoonheidsbranche, meent Schreurs. ‘Bedrijven voor bijvoorbeeld elektrische ontharing of masseurs werken vaak aan huis. Zij hebben vaste lasten vanuit hun inventaris, omdat ze hun massagebanken en ontharingsapparatuur doorgaans huren op contractbasis. Ze voldoen veelal aan die lagere grens voor de vaste lasten. Omdat ze vaak werken vanuit bijvoorbeeld een verbouwde garage, voldoen ze echter niet aan de eisen voor de kwalificerende werkruimte.’ Hetzelfde gaat volgens haar op voor reisadviseurs, die vanuit huis werken. ‘Zij hebben in de meeste gevallen ook vaste lasten. Bijvoorbeeld afdrachten die ze moeten betalen voor hun auto of voor de organisaties waarvoor ze werken.’
Er wordt een hiaat gecreëerd door de overheid
Behoorlijk wat verbeterpunten dus, in de nieuw aangekondigde steunmaatregelen. Gaat Schreurs het zelf redden als de regering de hiaten in de steun besluit niet op te vullen? ‘Dat is een hele moeilijke. Het valt of staat met hoe lang dit nog gaat duren. Ook hangt het er vanaf wat ik nog met leveranciers en contractpartijen kan afspreken. Er wordt nu een hiaat gecreëerd door de overheid. Dat is eigenlijk het ergste wat je kunt doen als overheid. Je zegt tegen een specifieke groep die tussen wal en schip valt: dit gaan we níet doen.’