Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Startende horeca-ondernemers, zoals Rutger de Witte, vallen tussen wal en schip bij uitdelen coronasteun

De Amsterdamse horeca-ondernemer Rutger de Witte (35) trekt aan de bel: wie kort voor de eerste lockdown een restaurant opende, ontvangt nul coronasteun. Onterecht, vindt hij: 'Het draait toch om solidariteit?'

Processed with VSCO with a4 preset Clos Rutger de Witte Foto: Clos

Na zijn studie aan de hotelschool werkte Rutger de Witte jarenlang in de wijnbranche, maar het was zijn droom om voor zichzelf te beginnen. Medio 2019 trok hij de stoute schoenen aan: een wijnbar en restaurant in Amsterdam, dát moest het worden. Hij schreef zich in augustus dat jaar in bij de Kamer van Koophandel en begon een maand later een crowdfundcampagne. 

Dit bleek een groot succes en De Witte haalde liefst 3 ton op bij particuliere investeerders. Hij vond een mooi pand in Amsterdam-Oost en trok van november tot en met februari 2020 uit om zijn restaurant grondig te verbouwen. 5 maart 2020 was het dan zover: hij kon open. Met vijf man (5 fte) personeel begon hij vol goede moed aan zijn restaurant.

Lockdown

Het mocht tien dagen duren, want op 15 maart ging de lockdown tegen het oprukkende coronavirus van start. Verschrikkelijk natuurlijk, zo’n virus, maar voor De Witte als ondernemer luidde ‘het nieuwe normaal’ ook het startsein in van niets minder dan Kafkaëske tijden. Als net gestarte ondernemer bleek hij namelijk continu tussen wal en schip te vallen bij het uitdelen van coronasteun, waarbij de communicatie vanuit de overheid uitblonk in vaagheid.

Na het ingaan van de lockdown spoorde de overheid ondernemers al snel aan vooral geen mensen te ontslaan. Er zou namelijk een compensatie voor gedupeerde ondernemers aankomen. De Witte besloot dit advies ter harte te nemen en hield al zijn personeel aan, ook al zaten sommigen van hen nog in hun proeftijd. 

Begin april werd er meer duidelijk over het steunpakket van de overheid. Tot zijn grote verbazing zag De Witte dat hij als zojuist gestarte ondernemer geen aanspraak kon maken op regelingen als de loonsubsidie Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW) en de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL). Om in aanmerking te komen, bleek dat je drie maanden omzet gemaakt moest hebben. Aangezien De Witte pas begin maart was begonnen, viel hij buiten de boot. De proeftijd van zijn personeelsleden was daarentegen inmiddels verlopen.

Fraude bestrijden

Het idee achter deze omzeteis is dat de overheid er fraude mee poogt te voorkomen. ‘Ik snap dat ze maatwerk moeten verrichten’, zegt De Witte, ‘maar ik ben natuurlijk geen fraudeur: ik heb het bedrijf al in augustus 2019 ingeschreven en heb er veel in geïnvesteerd.’ Samen met een bevriende jurist besloot De Witte daarom maar eens uit te zoeken wat voor zijn situatie het beste was om te doen. ‘Daar kwam uit dat ik het beste de NOW-steun kon aanvragen. Op papier zou ik dan te horen krijgen dat ik er geen recht op maak, omdat ik niet aan de regels zou voldoen. Ik kon daar echter tegen in beroep gaan.’

Zo gezegd, zo gedaan. Nadat De Witte in beroep was gegaan, kreeg hij hier naar eigen zeggen een ‘positief besluit’ op. ‘Bij het UWV zeiden ze: we snappen je situatie, je hebt hier recht op en bij de definitieve aanvraag van de eerste ronde van de NOW begin oktober komt hier meer duidelijkheid over. Je denkt dan: het zit goed, want iemand bij het UWV heeft hiernaar gekeken.’

Goede zomermaanden

Toen 1 juni 2020 de horeca weer open mocht, leek de toekomst weer rooskleurig te zijn voor De Witte. De NOW-I, die moest hij in oktober met terugwerkende kracht nog wel kunnen binnenharken, en in de tussentijd kon Clos flink omzet maken. De formule van zijn wijnbar bleek namelijk te werken. ‘We zijn vierenhalve maand open geweest en het was supersuccesvol’, zegt De Witte. ‘We hebben een heleboel gasten gehad op anderhalve meter afstand en kregen online tal van goede reviews.’ Voor de tweede NOW-regeling hoefde De Witte niet eens een aanvraag te doen.

We hebben wel vijf keer gebeld met de hulplijn, maar niemand kon ons helpen

Begin oktober 2020 was het dan zover: De Witte kon de aanvraag van zijn NOW-I-steun alsnog online indienen. Hij had bovendien sinds juni ruim vier maanden aan omzet gemaakt, dus dat moest in orde komen, dacht hij. Niets bleek minder waar, want de omzeteis bleek nog steeds alleen toepasbaar te zijn op de maanden vóór maart. Verrek, dacht De Witte: ze hadden hem bij het UWV toch verzekerd dat hij wél recht op de NOW-steun zou hebben? ‘We hebben wel vijf keer gebeld met de hulplijn, maar niemand kon ons helpen.’

Een tegenvaller dus, voor de kersverse horeca-ondernemer. En alsof dat nog niet genoeg was, maakte het coronavirus ook een grote comeback in het najaar. Voor de horeca leidde dit ertoe dat vanaf medio oktober de deuren dicht moesten, iets wat – zoals iedereen weet – tot de dag van vandaag duurt. 

Opnieuw problemen

Er kwam een nieuwe NOW-regeling, de NOW-III. Aangezien de lockdown een streep zette door zijn gehele verdienmodel, deed De Witte direct een aanvraag voor deze steunmaatregel. In tegenstelling tot de eerste NOW-regeling kreeg wijnrestaurant Clos nu wél direct NOW-steun van de overheid. Begin december werd De Witte echter gebeld door het UWV. ‘Ze vertelden me dat ze een definitief besluit hadden gemaakt en dat alle starters geen steun krijgen. Alle verkregen steun zouden we terug moeten betalen.’

Zonder deze steun is de kans klein dat mijn bedrijf het overleeft

Opnieuw bleek de overheid te kijken naar de omzetperiode vóór maart 2020. Dat De Witte in de zomer van 2020 goede maanden had gedraaid, het mocht allemaal niet baten. Hij blijft de NOW-steun voorlopig ontvangen, in de hoop dat de overheid zich nog bedenkt. Veel keus heeft hij niet. ‘Niemand weet hoelang de lockdown nog duurt en zonder deze steun is de kans klein dat mijn bedrijf het overleeft.’ 

Clos teert nog op de resten van de 3 ton aan crowdfunding, maar ook dat bedrag is eindig en de rentelasten blijven staan. Bovendien moet De Witte het bedrag weer terugbetalen. Dat had eigenlijk al in november gemoeten, maar hij heeft het inmiddels noodgedwongen naar juni verplaatst. ‘Waarschijnlijk haal ik die deadline ook niet.’

Tuurlijk, ook De Witte doet aan thuisbezorgen, maar dat levert hem op een goede maand slechts 10- tot 15 procent op van de omzet die hij afgelopen zomer draaide. In de tussentijd moet hij de huur en de elektriciteit van het pand blijven betalen. Drie van de vijf medewerkers heeft hij intussen moeten laten gaan. Achteraf gezien, baalt hij ervan dat hij in maart 2020 hij het advies van de regering in acht heeft genomen om personeel te behouden. ‘Als ik dit had geweten, had ik in maart al personeel ontslagen.’

Solidariteit

Toen premier Rutte eerder deze week zei dat het een kwestie van ‘fatsoen’ en ‘solidariteit’ is dat bedrijven die ‘van de ene op de andere dag’ worden gesloten ‘op steun kunnen rekenen’, vond De Witte dit naar eigen zeggen ‘bizar’. ‘De realiteit is dat ik niets krijg.’ Niet alleen hij, want De Witte kent zo vijf andere restaurants die in precies hetzelfde schuitje zitten. In principe geldt dit probleem voor alle horeca-ondernemers die nog niet drie maanden aan omzet hebben gemaakt vóór maart 2020.

De realiteit is dat ik niets krijg

De Witte stelt ‘teleurgesteld’ te zijn over het coronasteunbeleid van Rutte-III: ‘Als je steeds hoort dat we het samen moeten doen en dat het om solidariteit draait, is het vreemd dat er voor startende horeca-ondernemers geen steun is.’

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Idee

De ondernemer heeft wel een idee van hoe het steunbeleid beter zou kunnen voor startende horecabedrijven. De overheid zou volgens hem moeten kijken naar bedrijven die alle maanden na hun opening loonkosten gemaakt hebben. Ook moeten zij btw-aangiftes hebben gedaan, om de vaste kosten van meer dan 3.000 euro (een eis voor de NOW-steun) aan te kunnen tonen. ‘Dat zou betekenen dat al deze bedrijven een referentieomzet van drie maanden kunnen overleggen, namelijk juni, juli, augustus en september.’ Hiermee kun je, zo verwacht De Witte, 90 procent van de starters helpen en blijft er 10 procent over waar de overheid maatwerk voor zou moeten verrichten.

Of de overheid het licht gaat zien voor deze groep die telkens achter het net vist? De Witte hoopt er vurig op. In de tussentijd gaat hij stoïcijns door met zijn bedrijf. ‘We gaan de deur langs met lasagnes’, vertelt de strijdbare ondernemer. ‘klanten krijgen er dan een bijpassende wijn bij. Gelukkig krijgen we veel support uit de buurt. Dat voelt toch als een warme deken.’