Geen producten in de winkelwagen.
Het beursdebuut van vegaburgermerk Beyond Meat was één van de opvallendste IPO-momenten van dit jaar tot nu toe. Het bedrijf noteerde afgelopen jaar ‘slechts’ een omzet van 87,9 miljoen euro, waardoor je een bescheiden beursgang zou verwachten. Het ging, zoals we inmiddels weten, volledig de andere kant op. In korte tijd steeg het aandeel naar – op het hoogtepunt eind juli – een waarde van 234,90 dollar.
Vegetarische en veganistische vleesvervangers
Dat er wat lucht in die koerssprong moet hebben gezeten, blijkt uit een recente correctie: het aandeel schommelt momenteel rond de 160 dollar. Toch blijft het een opmerkelijk voortvarende koers voor zo’n klein bedrijf. Het heeft er dan ook alle schijn van dat beleggers niet puur investeren in Beyond Meat, maar speculeren op het succes van een opkomende markt: die van op planten gebasseerd suroogaatvlees, oftewel vegetarische en veganistische vleesvervangers. Beurs de Nasdaq geeft in een gisteren gepubliceerd blog zelfs beleggingsadvies in vegetarische aandelen.
Positief sentiment
Maar goed, hebben speculanten een punt? Gaat het voor de vegaburgerproducenten de kant op van hypergrowth? Het sentiment is er in ieder geval wel onder consumenten. Was vegetarisch eten lange tijd iets voor alternativo’s, punks en hippies, het fenomeen is de laatste jaren mainstream geworden.
Nieuws over klimaatverandering door vleesconsumptie en veranderende denkpatronen over dieren en gezondheid spelen waarschijnlijk mee. Het aantal vegetariërs in Nederland neemt toe en meer dan de helft van de Nederlanders is flexitariër. Zij eten meer dan 3 dagen per week vleesloos.
Wereldwijd is het moeilijk te zeggen of er – relatief gezien – meer vegetariërs bijkomen. Economische groei in derdewereldlanden zorgt in bijvoorbeeld Latijns-Amerika voorlopig juist voor extra vleesconsumptie. In de Westerse wereld is het anders.
Daar eet men meer vleesvervangers. Statistiekwebsite Statista liet onlangs in onderstaande infographic zien in welke landen de vegamarkt het grootst is. Het zijn stuk voor stuk westerse landen waar je als ondernemer in de vegabranche het grootste marktpotentieel geniet.
Meer mensen in traditionele vleeslanden – Spanje, het Verenigd Koninkrijk – gaan aan de vegaproducten en zelfs het ooit zo extreem bevonden veganisme wordt langzamerhand geaccepteerd als normaal. In de Verenigde Staten nam het aantal veganisten in 3 jaar tijd zelfs met 600 procent toe.
De Britse conservatieve krant The Daily Telegraph vat het in een vandaag gepubliceerd artikel treffend samen: “The hippies have won.”
Toenemende verkopen van vleesvervangers
Om in de vegabranche duurzaam beurssucces te hebben, is het natuurlijk niet noodzakelijk dat iedereen vegetariër wordt. Zolang het aantal verkopen van vleesvervangers maar toeneemt. Voor Beyond Meat lijkt dat wel goed te zitten. Analisten gaan uit van een ruime verdubbeling van de omzet in 2019.
Het ‘Nederlandse Beyond Meat’, de Vegetarische Slager van ondernemer Jaap Korteweg, maakte zelfs zo’n interessante omzetstijging door dat het al enige tijd op koopjacht zijnde Unilever het bedrijf eind 2018 overnam. Unilever was lang niet de enige geïnteresseerde partij, zei Korteweg indertijd tegen Sprout: “De deur werd bij ons platgelopen.”
Zoomen we verder uit, dan kunnen we stellen dat er een verkoopstijging is in de gehele westerse wereld. De grote Britse supermarktketen Sainsbury’s (meer dan 1.100 supermarkten) meldde begin dit jaar dat er een toename was aan verkopen van vleesvervangers, terwijl het aantal vleesverkopen zelfs zou afnemen.
Grote voedselcorporates, zoals Mora en Unox, lanceerden ook vleesvervangers om mee te liften op het marktsucces. De markt voor vleesvervangers is inmiddels mondiaal 12,1 miljard dollar waard en analisten gaan uit van een stijging naar een waarde van 27,9 miljard dollar in 2025.
Disruptie in de vorm van kweekvlees
Een investering in Beyond Meat lijkt dus markttechnisch zo gek nog niet, al is er gezien de beperkte omzet van het bedrijf vermoedelijk sprake van enige lucht in de koers. Wel loert er voor investeerders in deze branche een gevaar van disruptie, in de vorm van kweekvlees.
Dit vlees, dat onderzoekers op basis van een enkele, eeuwig te gebruiken diercel kunnen bereiden, heeft alle potentie om vleesvervangers te verslaan. De smaak lijkt niet op vlees, het ís vlees, maar dan zonder de negatieve impact op het milieu en de dieren. In Nederland is onder meer het bedrijf Meatable hiermee bezig.
Meatable-ondernemer Krijn de Nood gaf vorig jaar aan Sprout een belangrijke reden voor het disruptiepotentieel van zijn product: “Kweekvlees wordt goedkoper dan gewoon vlees.”
