Wie naar de klantenservice van T-mobile belt, zou zo eens Wolf Flanton (27) in Spanje aan de lijn kunnen krijgen. De Hagenaar woont sinds een paar weken in het Spaanse Valencia. Hier, in een kersvers kantoor van callcenterconcern Cendris neemt hij voor diens opdrachtgever T-mobile de telefoon op. Vanuit een zonovergoten stad adviseert hij Nederlandse klanten van de telecom-gigant over de techniek achter hun internet- en tv-abonnementen.
Bellen in Spanje
Ik wil de Spaanse cultuur leren kennen
Vooral het Spanje-element lijkt Flanton aan te trekken. De afgestudeerd marketeer vertelt dat hij de taal wil leren en, zoals dat heet , zijn horizon wil verbreden. “Ik ben al eens anderhalf jaar in Australië geweest en heb daar verschillende bevolkingsgroepen leren kennen”, zegt Flanton, uitkijkend over de Valenciaanse kantoorvloer. “Nu wil ik een nieuwe cultuur leren kennen: die van Spanje.” Een ondeugende grijns verschijnt plots op zijn gezicht. “En je hebt hier natuurlijk heel mooie vrouwen”, voegt hij er gniffelend aan toe. “Ook dáár kom ik voor.” Hoe lang hij dit werk wil blijven doen? “Minstens een jaar”, zegt Flanton. Daarna ziet hij wel weer waar het schip strandt.
De Hagenaar is één van de dertig Nederlanders die hier sinds kort voor Cendris aan de slag is. Zijn callcenterbaantjes in de krappe arbeidsmarkt van Nederland weinig populair onder jongeren, als de standplaats het zonnnige Spanje is, wordt een ietwat suffe kantoorbaan plotseling een internationaal avontuur. Cendris regelt bovendien onderdak voor alle werknemers in Valencia. Op den duur moeten hier wel driehonderd klantenservice-medewerkers uit Nederland komen te werken, vertelt een manager van Cendris tijdens het openingsfeestje van het kantoor. Het zou gaan om extra banen, waardoor er in Nederland voorlopig geen arbeidsplaatsen zouden sneuvelen.
Er zijn voornamelijk Nederlanders op het openingsfeest van het Cendris-kantoor in Valencia.
Grenzelooswerk
Flanton kwam dit baantje niet op het spoor via de website van Cendris, maar via die van de Leeuwarder startup Grenzelooswerk. Deze startup helpt sollicitanten, dikwijls net-afgestudeerden, aan allerhande functies in het buitenland; sales- en klantenservicebaantjes in Europa, maar ook functies voor autoschadebeoordelaar in Canada, boomhuttenbouwer in Frankrijk, of zelfs au pair in Dubai.
In het buitenland doen mensen beter hun best voor callcenterwerk
“Cendris wil de kwaliteit van de dienstverlening verhogen”, legt mede-oprichter van Grenzelooswerk en oud 25 onder de 25-winnaar Casper Lemmen (25) deze avond tussen het handjes schudden door uit. “In Nederland lukt het ze niet de profielen aan te trekken die ze wél krijgen als ze het werk in Valencia aanbieden. Een groep Nederlandse sollicitanten ziet het werk meer zitten als het in het buitenland is, omdat het avontuur en dus de beleving vooropstaat. Deze mensen kiezen ervoor om dit een paar jaar te blijven doen. Voor hen is dit geen bijbaantje; ze doen er écht hun best voor.”
Wie een tijdje in een ander land heeft gewerkt, waardeert zijn of haar thuisgrond ook meer, denkt Lemmen. “In Nederland heerst er soms een mentaliteit van: hè bah, ik moet weer aan het werk. Hier in Spanje werken mensen echter zó 15 uur achter elkaar in de spoelkeuken zonder te zeuren.”
Naast Lemmen staat collega en hr-verantwoordelijke Petra Lanting (29). Zij deed ooit vrijwilligerswerk in Afrika. “Een nacht veilig slapen in je bed bleek in die regio niet eens vanzelfsprekend te zijn. Het doet je realiseren hoe goed we het eigenlijk hebben in Nederland. Zo’n buitenlandervaring maakt je open-minded, en ik hoop dat mensen dat uiteindelijk weer meenemen naar Nederland.”
Duizenden Nederlanders
Eric Nolte, leider van het Nederlandse Consulaat in Valencia, is logischerwijs blij met de tientallen nieuwe Nederlandse werknemers in Valencia. Toen de inmiddels grijze ambtenaar hier 36 jaar geleden kwam wonen, waren er nog nauwelijks Nederlanders in de stad, vertelt Nolte. Als ondernemer zag hij hier al vroeg kansen. Nolte zette dan ook talloze bedrijven op in de regio: van een garenfabriek met wel 3.500 medewerkers tot een florerende bierbrouwerij. In de jaren ‘80 loste Nolte het wildparkeerprobleem in de stad op, door het importeren van een vrachtlading Amsterdammertjes, oftewel: straatpaaltjes met de welbekende drie kruisjes. Ze staan nog steeds fier overeind in de Spaanse kuststad.
Sinds hij diplomaat is, helpt Nolte Nederlanders in Valencia snel aan de Spaanse versie van een BSN-nummer, het zogeheten NIE-nummer – iets waar je doorgaans wel 4 maanden op moet wachten. Níet met Nolte aan je zijde: hij kent half Valencia en stelt het zo geregeld te hebben voor bedrijven. Ook zegt hij hier belastingvoordelen voor Nederlandse bedrijven te kunnen regelen. Zijn inspanningen leveren al met al aardig wat bedrijvigheid op. “We hebben hier nu al 267 Nederlandse kantoren”, zegt Nolte trots. “Er werken nu duizenden Nederlanders in de stad.”
In 5 jaar tijd wist HelloPrint-manager Robin van Driel Vis zijn kantoor in Valencia van vier naar bijna honderd medewerkers te laten groeien.
Valenciaans kantoor
Eén van die 267 kantoren is er sinds kort eentje van Lemmens Grenzelooswerk. Het is de eerste buitenlandse dependance die Lemmen en zijn 27-jarige mede-eigenaren Rémon Wobbema en Gijs Kingma openen. Spannend, dus. Ze beginnen klein en huren een kamer in het Valenciaanse kantoor van de Rotterdamse online drukwerk-scaleup Helloprint. Als ze Sprout de volgende dag meenemen naar het kantoor, lopen we dan ook eerst door de lobby van de Spaanse Helloprint-afdeling. Het oogt hier Silicon Valleyaans; het pand heeft een eigen keuken, snackcorner, airhockey-tafel en een hoek vol geparkeerde fietsen.
Allerlei nationaliteiten werken hier: Nederlanders, Fransen, Engelsen..
De 37-jarige Robin van Driel Vis heeft de dagelijkse leiding over het Spaanse kantoor. Hij zette het 5 jaar geleden in zijn eentje op. “We begonnen hier met vier medewerkers en hebben er nu al bijna honderd”, zegt de scaleup-manager in korte broek. Hij laat de kantoorvloer zien, waar inderdaad vele tientallen mensen aan het werk zijn, veelal actief in de klantenservice. “We hebben hier allerlei nationaliteiten: Nederlanders, Vlamingen, Engelsen, Fransen en ga maar door.”
Het was het enthousiasme van Van Driel Vis dat de Grenzelooswerk-oprichters ertoe zette in Valencia een kantoor te openen. Een paar maanden geleden waren ze hier ook, vertelt Lemmen, voor een gesprek met hun klant Cendris. “We hebben toen met Robin koffie gedronken, en dat klikte zo goed dat we al op het eind van het gesprek hadden afgesproken dat we een kamer in hun pand zouden huren.” Zo snel kan het gaan in de startup-wereld.
Het kersverse Grenzelooswerk-kantoor in Valencia (v.l.n.r. Jildou Tromp, Gijs Kingma, Casper Lemmen, Rémon Wobbema en Petra Lanting).
Spaanse toetsenborden
Lemmen laat deze kamer zien, oftewel het eerste buitenlandse kantoor voor de Friese startup-ondernemers. Aan het plafond hangen slingers en op een bord staat de tekst: ‘Inspiring people to discover the world everywhere’. Dat gaat ook op voor Grenzelooswerk-recruiter Jildou Tromp, die vanaf komende maand de eerste medewerker op dit kantoor zal zijn. De 23-jarige Friezin is voor de gelegenheid meegereisd. “Shit, jongens, kijk nou”, lacht ze, terwijl ze naar de net gekochte toetsenborden wijst. “Jullie hebben Spaanse versies besteld. Daar kan ik toch niet op werken?” De rest lacht mee; er komt nogal wat kijken bij zo’n buitenlandse opening.
Vanuit Valencia kan ik het verhaal beter overbrengen
In de basis gaat ze hetzelfde doen als ze in Nederland deed, vertelt Tromp: sollicitanten via Skype of mail van, zogezegd, A tot Z helpen met het regelwerk rondom hun nieuwe baan in Valencia. “Maar omdat ik hier zit, kan ik het verhaal beter overbrengen. Ik kan sollicitanten vertellen over de leuke cafés en restaurants in de stad en ik kan ze ontmoeten als ze hier aankomen. Ook krijg ik straks alle actuele zaken mee, zoals de lokale feestdagen. Zo kan ik een completer beeld leveren aan de sollicitanten.”
Jildou Tromp wil voor de foto best wat freestylen op een Spaans toetsenbord.
Spaanse cultuur
Tromp is geen onbekende in de stad. Ze vertelt dat ze tijdens haar studie al een half jaar in Valencia heeft gewoond. “De Spaanse cultuur spreekt me gewoon heel erg aan”, zegt ze. “Als iemand in Leeuwarden op kantoor vraagt wat voor muziek we moeten opzetten, zeg ik altijd: doe maar iets Spaans. Dat is speels en vrolijk. Wacht, ik laat je wat horen. Ik heb een hele lijst op mijn telefoon.” Tromp grijpt naar haar telefoon en een paar seconden later galmen zomerse bubbling-ritmes met Spaanse vocalen over de kantoorvloer. “Lekker zomers, toch?”
Het aanstaande avontuur van Tromp staat symbool voor een nieuwe richting die Grenzelooswerk op wil, blijkt als we Lemmen even later uitvoeriger spreken aan een zonovergoten terras in het centrum van de stad. Het kwik tikt inmiddels 32 graden aan. Werkzoekenden biedt hij altijd een mooie buitenlandervaring aan, legt Lemmen uit, maar zijn eigen medewerkers kon hij tot dusver alleen een bureau in de Friese hoofdstad aanbieden. “Als één van onze softwaredevelopers straks eens een tijdje in Valencia wil werken, kunnen we dat nu óók mogelijk maken.” Sterker nog: Lemmen moedigt zoiets aan: “Dan snappen ze nóg beter waar ze aan bijdragen en komen ze, denk ik, met extra ideeën.”
De startup-clichés mogen uiteraard niet ontbreken in Valencia. Een potje airhockeyen hoort erbij.
Lloret del Mar
Cendris outsourcet een deel van het werk naar Valencia om talent aan te trekken. Het bespaart hierdoor niet op operationele kosten, omdat het concern ook investeert in onderdak voor medewerkers. Voor sommige opdrachtgevers kan een besparing op loonkosten wél een argument zijn om werk naar een ander land te verplaatsen. Dit voordeel voor de balans gaat met name op wanneer werk naar landen met relatief lagere lonen wordt verplaatst, vertelt Lemmen. De prijzen liggen er immers lager, dus een iets bescheidener salaris dan in Nederland is geoorloofd, gaat het idee. Voor geoutsourcet werk in West-Europese steden of voor bijvoorbeeld developersposities gaan dit besparingsvoordeel voor werkgevers niet op.
Zelf is Lemmen het bedrijf ook begonnen door een buitenlandervaring. Toen hij nog bedrijfskunde studeerde aan de Leeuwarder hogeschool NHL, werkte hij vier zomers bij een bar in Lloret del Mar, waar hij uieindelijk manager werd. Daar komen ieder jaar veel Nederlandse toeristen en Lemmen merkte dat veel horeca-ondernemers op zoek waren naar vakantiekrachten die goed Nederlanders en Engels spraken. Alleen: waar vonden ze die zo snel? Een website voor Nederlanders die werk in het buitenland zochten was er nog niet.
Laat ik het daarom zelf maar eens proberen, dacht Lemmen. Eenmaal terug in Leeuwarden, besloot hij met zijn technische medestudent en jeugdvriend Wobbema te gaan sleutelen aan wat uiteindelijk Grenzelooswerk werd: een platform met vacatures in het buitenland voor Nederlanders. Het begon aanvankelijk als schoolopdracht, maar voor ze het wisten was Grenzelooswerk een bedrijf.
Leeuwarden
In 2016 kregen de twee een eerste investering en al snel sloot Kingma zich aan als mede-eigenaar. Eigenlijk had de in Leeuwarden geboren en getogen Kingma, zoals zovelen, naar Amsterdam willen verhuizen, vertelt hij later die dag. In de Randstad is er immers veel meer werk. Een aanbod om te helpen bij het opzetten van de recruitmenttak van de Leeuwarders, kon de afgestudeerd marketeer echter niet laten schieten.
Het is een mooi voorbeeld van de remmende werking die Grenzelooswerk heeft op de leegloop van jong talent uit Friesland. Lemmen vertelt dat er momenteel 32 mensen (22 fte) voor zijn bedrijf werken in Leeuwarden. Met zijn startup uitwijken naar de Randstad ziet hij niet snel gebeuren. “In Amsterdam zouden we een van de vele startups zijn, maar hier kennen de mensen ons. We krijgen veel steun van de gemeente en hebben goede banden met de hogescholen in de stad. Hierdoor krijgen we de pareltjes onder de studenten doorgespeeld voor stageplekken.” Financiële overheidssteun of EU-subsidies ontving Grenzelooswerk overigens tot dusver niet, stelt Lemmen.
Zwarte cijfers
Het gaat de Leeuwarders tot op heden voor de wind. De omzet verdubbelt jaarlijks, stelt Lemmen, die geen specifieke cijfers wil noemen. Ook opvallend in de startup-wereld: al vanaf het begin stelt Lemmen zwarte cijfers te schrijven. Er is dan ook behoorlijk wat vraag naar zijn product. Al 60.000 werkzoekenden maakten een profiel aan op de website en dagelijks komen daar volgens Lemmen zo’n honderd mensen bij. “Moet je als recruiter doorgaans actief zoeken naar mensen die in het buitenland willen werken, in onze database hebben we al die data al verzameld”, zegt Lemmen. Hij helpt sollicitanten aan functies over de hele wereld; van Frankrijk tot Australië en zelfs China.
Het gros van de sollicitanten is tussen de 18 en 30 jaar oud. “Ze zijn net klaar met de studie en willen een jaartje in het buitenland wonen. Maar we zien ook sommigen die in Nederland geen werk meer kunnen vinden, bijvoorbeeld vanwege hun oudere leeftijd. Voor onze bedrijven speelt leeftijd doorgaans geen rol. Als de sollicitanten leuk zijn op kantoor en anderen verder kunnen helpen, kunnen ze voor onze opdrachtgevers aan de slag.”
Google en Facebook
Die opdrachtgevers zijn niet de minsten. Lemmen somt op: Zalando, Expedia, H&M, Google en zelfs Facebook helpt hij aan nieuw personeel. Geld verdient Lemmens bedrijf door werkgevers een fee te vragen bij het plaatsen van iedere werknemer. Hoeveel hij aan opdrachtgevers precies vraagt, houdt Lemmen in het midden, maar voor vakantiewerk rekent hij een lagere en voor langer, vast werk een hogere fee. Voor sollicitanten is het platform gratis te gebruiken.
Een op winstmaximalisatie beluste ondernemer zou ervoor zorgen zoveel mogelijk werkzoekenden te leveren, ongeacht of ze wel of niet bij het werkgever passen. Dat soort praktijken is aan de nuchtere Fries echter niet besteed. Lemmen stelt juist in te zetten op goede begeleiding en informering van de sollicitanten, zodat ze niet vroegtijdig afvallen. Dit begeleidingstraject duurt gemiddeld 4 tot 6 weken. Stopt iemand in de eerste maand bij een nieuwe werkgever, dan hoeft de opdrachtgever volgens Lemmen niet eens te betalen. Al met al leidt het tot een uitvalpercentage van slechts 5 procent, stelt hij: “In de wereld van de internationale arbeidsbemiddeling is dat extreem weinig.”
Casper Lemmen op het witte doek. De ondernemer legt nog eens uit waarom hij deuren opent in Valencia:
Kansen in Valencia
De stad Valencia trekt veel internationale bedrijven aan
En nu dus zélf de grens over. Terwijl we door het centrum van Valencia lopen, met zijn klassieke Barokke, Romaanse en Gotische bouwwerken, vertelt Lemmen over de kansen die hij ziet in deze stad. “Valencia is erg in ontwikkeling en trekt veel internationale bedrijven aan”, zegt Lemmen. “Vroeger had je nog nul vluchten van Amsterdam naar Valencia, nu vliegen er dagelijks veertien vliegtuigen tussen de steden.” Ook de instabiliteit in Barcelona door de onafhankelijkheidswens van vele Catalanen helpt volgens hem mee; bedrijven uit Barcelona verhuizen hun activiteiten niet zelden naar Valencia. Al 27 Nederlandse kantoren zouden daarom de oversteek gewaagd hebben.
Het leven van startup-ondernemers gaat niet alleen over rozen. Zogeheten bottlenecks zijn er genoeg, ook voor Casper Lemmen. Begin dit jaar nog, vertelt hij. Zijn bedrijf factureert veel naar het buitenland en had recht op een ton aan btw-teruggave. De Belastingdienst maakte echter tweemaal een interne fout, waardoor Lemmen moest wachten op zijn geld. Even was het spannend: voor een startup is een ton immers nogal veel geld. Konden ze tijdig het kapitaal ontvangen, om de begroting rond te krijgen? Gelukkig bleek één van de investeerders extra geld te willen lenen aan de startup. Na een paar weken kwam hij dan eindelijk: de welverdiende ton. Eind goed, al goed.
Maar ook voor de groei van zijn eigen fte-bestand is dit kantoor belangrijk, stelt Lemmen. Hij lanceerde afgelopen jaar een Duitse versie van zijn platform en heeft daarvoor nu al drie Duitse werknemers – een recruiter, een marketeer en iemand voor de klantenservice – in Leeuwarden voor zich aan de slag. De komende jaren hoopt de ondernemer verder te kunnen groeien in Europa. “We verwachten daarom steeds meer internationale mensen nodig te hebben. Door dit kantoor te openen, hopen we die sneller aan ons te kunnen binden. Leeuwarden mag voor developers uit het buitenland misschien niet zo aantrekkelijk zijn als standplaats, Valencia kan dat wél zijn. Stel dat we hier Spaanse developers vinden die klaar zijn met hun studie, maar geen werk kunnen vinden, dan zien wij wél toekomst in hen.”
Meer Europese kantoren
Lemmen wil de komende jaren dan ook graag meer kantoortjes openen in Europese wereldsteden. Hij stelt momenteel onderzoek te doen naar de mogelijkheden in Praag. Is hij niet bang om internationaal tegen een muur van concurrenten aan te lopen? Nee, stelt Lemmen. Tot dusver heeft hij alleen een stel eenpitters als internationale concurrenten, “maar daar werken we mee samen”.
In Nederland vist YoungCapital met zijn International-tak in dezelfde vijver, maar volgens Lemmen is de markt groot genoeg voor meerdere partijen. “De internationale arbeidsmarkt is zó groot, die kan nooit door één partij worden gevuld. Er zijn werkgevers die tachtig tot negentig mensen per maand zoeken. Al die mensen moeten begeleid worden. Voor je werk naar Lissabon verhuizen is immers heel wat anders dan naar voor je werk naar Sneek te verhuizen.”
Weer thuis
Een week later vinden we Lemmen in zijn kantoor in het centrum van Leeuwarden (foto rechts), waar hij druk in gesprek is met een van zijn investeerders. Lemmens (minderheids)investeerders huizen in een kantoor naast dat van Grenzelooswerk, zodat ze, zogezegd, snel kunnen schakelen. De geldschieter laat Sprout enthousiast een kaart van Friesland zien, met locaties waar startups huizen: de zogeheten Startup Thermometer. De provincie telt ondanks zijn toch wat afgelegen locatie op de Nederlandse kaart wel 78 startups, zo blijkt.
Bij Grenzelooswerk oogt het net zo startupperig als bij Helloprint in Valencia: er is een pingpongtafel, de gemiddelde leeftijd van de medewerkers is 25 jaar en de Friezen hebben een open werkruimte. De Duitse werknemers, drie jonge vrouwen, stellen zich aan ons voor: allen blijken ze vloeiend Nederlands te spreken. Het sluit precies aan bij de missie die Lemmen moet hebben: van talenten wereldburgers maken, die van elkaars culturen leren.