Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Deze ondernemer speelt slim in op de vraag naar circulaire kantoormeubelen

Kantoorinrichter Desko zit al sinds 1952 in hergebruik, toen nog niemand het had over de circulaire economie. Maar pas de laatste tijd beginnen klanten er echt warm voor te lopen, ziet directeur Michael Kuiper. “Circulair inrichten is geen gimmick. Wij gaan hier de komende jaren 30 tot 40 procent mee groeien.”

Michael Kuiper (44) ontvangt Sprout in zijn glazen werkkamer op de showroomvloer van Desko. Op de vergadertafel een lege yoghurtbeker. Lunchen moest vandaag tussen de bedrijven door. Op de eerste verdieping van het gebouw in het Amsterdamse Westelijk Havengebied, wijst Kuiper door het raam richting de Aziëhaven. Daar, ergens tussen de schoorstenen van het Afval Energie Bedrijf, is een grote vuilnishoop zichtbaar. “Ik wil die afvalberg verslaan”, zegt hij.

Kuiper heeft het liefst dat klanten die iets nieuws bij hem bestellen, hun oude meubilair bij hem inleveren. Daar is Desko niet uniek in. Andere kantoorinrichters halen ook gebruikte spullen op, maar vele doen dat gratis of om niet. Desko betaalt er geld voor. En als ze de oude meubelen na een opfrisbeurt weer doorverkopen of verhuren, krijgt de klant een deel van de winst uitbetaald. Standaard geeft Kuiper vier jaar volledige garantie op gebruikte meubelen. Zo richt Kuiper de kantoren van zijn klanten circulair in.

Circulair kantoor schets

Is die circulaire inrichting een belangrijke markt?

“Ik denk dat wij er de komende jaren dertig tot veertig procent mee kunnen groeien. Op dit moment komt zo’n twintig procent van onze omzet uit circulaire inrichting. Dat kan binnen twee, drie jaar dus de helft zijn.

Wij hebben onlangs de IT-afdeling van het hoofdkantoor van ABN Amro ingericht, voor tweehonderd medewerkers, van wie de helft vast en de andere helft flex. Met alleen maar gebruikte spullen. En met een gegarandeerde restwaarde van de aanschafprijs. Als de bank het meubilair over een paar jaar aan ons teruggeeft, is nu al bekend wat ze ervoor terugkrijgt. Zo betaalt ze niet meer voor bezit, maar voor gebruik. Circulair inrichten is geen gimmick: steeds meer bedrijven hebben duurzaamheid hoog in het vaandel staan.”

Desko komt voort uit Decorum, dat in 1952 als verhuurbedrijf begon met de inrichting van beurzen. De verhuurde vloerbedekking, tafels, stoelen en vitrines werden na afloop van het evenement teruggehaald, schoongemaakt en opnieuw verhuurd. Beursinrichting werd steeds meer kantoorinrichting, in 2005 werd Desko in het leven geroepen, als verkooptak naast het verhuurbedrijf. Inmiddels heeft verkoop de verhuuractiviteiten allang ingehaald. Het bedrijf verkoopt niet alleen tweedehands meubilair, maar richt ook kantoren in met compleet nieuwe spullen.

Michael Kuiper kwam binnen bij Desko als vakantiekracht en werkt nu al bijna dertig jaar op dezelfde plek. Sinds hij aan het roer staat – hij was al een paar jaar directeur in loondienst toen hij het bedrijf in 2008 kocht – poetst hij het imago van Desko op als voorvechter van de circulaire economie. Helemaal cradle to cradle is de kantoorinrichter trouwens niet; hij verlengt de gemiddelde levensduur van een bureau of werkplek van zeven naar eenentwintig jaar.

Je werkt al sinds je veertiende in een bedrijf dat zich al meer dan vijftig jaar richt op hergebruik. Is dat nog wel uitdagend?

Facts & Figures Desko

1952 Start Decorum
2005 Start Desko
2008 Overname door Michael Kuiper

Omzet 2008 12,5 miljoen euro
Omzet 2015 10 miljoen euro
Personeel 30 fte

“Juist wel, want de markt vraagt er nu om. Ik moet datgene waar wij sterk in zijn uitrollen in de markt. Ik geef je een voorbeeld.” Hij loopt zijn kantoor uit, de vloer op, richting een gestoffeerde kast. “De stoffenleverancier had dit nog nooit gezien. Wij zijn de eerste die een oude Ahrend-kast helemaal opnieuw hebben verwerkt tot een akoestische loungebank. Tegen de wanden van de oude kast zit een geluidsdempende vulling. Dit is super hot! We doen niet anders. Laatst nog heb ik een vliegtuigslurf gekocht. Een luchtbrug. Die zou Schiphol anders weggegooien! Ik kan er werkplekken in maken. Zo proberen we met gebruikte spullen iets heel tofs neer te zetten. En het slaat aan.”

Denken al je klanten zo circulair?

“In het midden- en kleinbedrijf speelt het niet zo, uitzonderingen daargelaten. Over het algemeen zijn het grotere bedrijven die gedwongen worden hun duurzaamheidsgehalte te verantwoorden in hun jaarverslag.”

Draait het niet vooral om de kosten, met dat groene imago als leuk extraatje?

“Ik hoop dat klanten voor circulair inrichten gaan kiezen uit overtuiging, maar ze kijken nog heel erg naar het geld. Het merendeel kiest de goedkoopste aanbieder. Terwijl ik vind dat je niet altijd de goedkoopste moet zijn aan de voorkant om de opdracht te krijgen. Een langere garantietermijn – wij bieden soms wel vijftien jaar garantie op gebruikt meubilair – en gegarandeerde restwaarde kan voordeliger zijn op de lange termijn.”

Veel bedrijven gebruiken de circulaire economie toch als marketingverhaal.

“Ik ben een echte Nederlander, wiens zolder vol staat. Ik gooi niks weg, ik verkoop het liever. Datzelfde geldt voor Desko. Tegelijkertijd wil ik die afvalberg verslaan. Daarom ga ik ook participeren in We Beat the Mountain, een beweging die onderzoek doet naar de impact van recycling en nieuwe producten maakt uit afval. Ik neem de helft van de aandelen over. Op 1 maart moet de aandelentransactie rond zijn.”

Wat heeft investeren in de circulaire economie je opgeleverd?

“Sowieso meer omzet. En meer naamsbekendheid. Het staat nog in de kinderschoenen. Er valt nog veel meer uit te halen, als je maar continu door ontwikkelt.”

Wat is je drijfveer? Groeien? Of een groen bedrijf zijn?

“Ik denk dat er weinig mensen zijn die puur uit ideologie ondernemen. Als bedrijf moet je toch winst maken? Anders moet je een stichting oprichten. Mijn doel is alles hergebruikt te verkopen. Hoe mooi zou dat zijn? Maar ik ben ook afhankelijk van de klant. En die gaat naar mijn wens nog niet snel genoeg. Ik ben commercieel, maar het verhaal ‘waarom zou je iets weggooien als je er nog iets mee kan doen’, zit in mijn DNA.”

Hoe groen ben je zelf eigenlijk?

Curriculum Vitae Michael Kuiper

Geboortedatum:
7 november 1972

Geboorteplaats:
Zaandam

Opleiding(en):
Kuiper heeft een havo-diploma. Hij deed 1 jaar Heao aan de Haarlem Business School en 1 maand Meao voor volwassenen, tot hem een baan werd aangeboden bij Desko. Start bij Desko In 1987 begonnen als vakantiekracht, in 1992 in dienst getreden als medewerker binnendienst, sinds 2003 directeur en sinds 2008 ook eigenaar.

Nevenactiviteiten:
Aandeelhouder We beat the Mountain.

“Mijn zoon van twaalf vroeg me laatst: ‘Papa, waarom hou je de lampen thuis zo vaak aan ‘s nachts?’ Ik zei: ‘Dan voel ik me veiliger.’ Toen vroeg hij: ‘Heb je enig idee wat dat betekent voor de toekomst van de aarde, als iedereen dat zou doen?’ Daar had hij een punt. Dus vanaf nu heb ik ze allemaal uit.”

Wat voor auto rijd je?

“Een BMW 3-serie. Ik rijd al heel lang BMW maar ze hebben nog niet het juiste hybride type. Dat komt er wel aan. Dan stap ik over. Eerder heb ik wel gekeken naar Tesla, maar daar zitten wat haken en ogen aan. Ik maak te veel kilometers om volledig elektrisch te rijden. Dan zou ik te vaak moeten opladen.”

Hoe lang douche je?

“Tien minuten, een kwartiertje.”

Eet je vlees?

“Ja. Ik lust geen vis. Laat ik helder zijn. Ik ben absoluut niet de groenste mens van Nederland. Dat groene zit heel specifiek in het bedrijf. Zoveel als het kan. Maar ik ben niet roomser dan de paus of groener dan de buurman.”

Hoe ga je klanten overtuigen dat nieuw niet hoeft?

“Grote bedrijven die overstappen naar flexwerken willen allemaal bureaus die in hoogte verstelbaar zijn. En dan ook nog elektrisch. Die zijn niet in de bestaande tweedehandsmarkt te koop. Dat zal toch nieuw moeten. Waar wij voor moeten zorgen, is dat die producten weer bij ons terugkomen zodat we ze een tweede leven kunnen geven.”

In een groeimarkt moet je ook harder werken om je te onderscheiden. Hoe doe je dat als het steeds meer dringen is?

“We zijn ambassadeur van de Circulaire Hotspot in Hoofddorp, een initiatief in het kader van het Nederlandse EU-voorzitterschap waarin Nederland wordt gelanceerd als dé plek waar circulaire ontwikkelingen samenkomen. Ook willen we ontwerpers aan ons binden die iets nieuws ontwerpen met bestaande materialen uit de kantoorinrichting. Daarvoor hebben we het Circulair Design Lab opgericht. In april reiken we een prijs uit voor het beste ontwerp. We hebben nu al ontzettend veel leuke inzendingen binnen; van oude bureaus worden de mooiste stoelen gemaakt. Echt gaaf.”

Je werkt hier al sinds je veertiende. Had je toen kunnen vermoeden dat je de tent ooit zou kopen?

“Nee. Ik zat in de klas bij de zoon van de directeur. Met een groepje van vijf vrienden werkten we hier jarenlang op zaterdagen. Op een dag werd ik gevraagd in vaste dienst te komen werken op kantoor. Ik was negentien en net een maand eerder begonnen aan de meao. Mijn antwoord was: ‘Dan moet je het vanavond aan mijn moeder komen uitleggen. Als zij zegt dat het mag, dan doe ik het.’”

Je was negentien.

“Zo was ik. Ik wilde mijn moeder niet teleurstellen, wilde keurig mijn diploma halen. Zij had mijn lesgeld betaald. Maar ze vond het goed. De volgende dag ben ik begonnen, op de binnendienst. Later ging ik de commerciële kant op en kreeg ik er een deel van de administratie bij.”

In 2008 heb je de zaak gekocht. Wilde je altijd al ondernemer worden?

“Nee, dat is nooit een droom geweest. Ik was al een aantal jaren directeur in loondienst en dat beviel goed. Totdat de eigenaren, de dochter van de overleden oprichter en haar man, een andere richting op wilden dan ik. Zij opperden toen dat ik het bedrijf maar moest kopen als ik mijn eigen visie wilde doorvoeren. Het hele proces van het boekenonderzoek tot aan het regelen van financiering bij de bank en vinden van een compagnon heeft ongeveer een jaar geduurd.”

Je startte middenin de economische crisis. Hoe is het ondernemerschap bevallen?

“Ik kreeg meteen al een paar serieuze slagen om de oren. Ik kocht het bedrijf op het hoogtepunt dus betaalde de hoofdprijs. Al snel zakte het hard terug. De verhuur kelderde met de helft. Voor het bedrijf als geheel daalde de omzet met zo’n 40 procent. Dan word je vindingrijk. We zijn minder aan verhuur gaan doen en meer aan verkoop. Dat bleek achteraf de juiste koers, al was het een heftige storm die we moesten doorstaan.”

Wat is de belangrijkste les die je toen hebt geleerd?

“Dat haastige spoed zelden goed is en dat als je graag wil, er meestal een oplossing komt. In paniek raken heeft geen zin. Je moet beslissingen durven nemen. En nog harder werken dan je al deed. Ik had het beter toen ik in loondienst was. Er werd altijd goed voor me gezorgd. Niet dat ik mezelf zielig vind. Ik ben er rijker door geworden. Niet financieel, maar als mens. Ik heb geleerd met tegenslagen om te gaan.”

De concurrentie

Grote concurrenten van Desko zijn fabrikanten als Ahrend, in Nederland de marktleider met 285 miljoen omzet, en Gispen (80 miljoen omzet), die klanten bedienen via hun eigen verkoopkanaal. Beiden zijn in handen van AHL Investments. Ook het kleinere Drentea werkt zo, en de Amerikaanse gigant Steelcase. Anderzijds zijn Manutan (het vroegere Overtoom) en Ikea concurrenten van Desko. Net als Marktplaats, al bedient dat toch meer de particuliere markt. In heel West-Europa wordt 2,7 miljard euro besteed aan zitmeubelen, 2,1 miljard euro aan vergadertafels en bureaus en 1,36 miljard aan kasten en andere vormen van opslag.

Welke fout zou je nu niet meer maken?

“We hebben te veel gesponsord in de voetballerij, met eerst AGOVV Apeldoorn en later FC Volendam. We hebben er te veel geld voor betaald en er te weinig voor teruggekregen. Het kwam allemaal voort uit de goede tijd, net na de overname zaten we nog in een roes. Achteraf denk ik: waarom heb ik er nooit over nagedacht? De stelregel bij sportsponsoring schijnt te zijn dat je drie keer je sponsorbudget moet uitgeven om resultaat te zien. Als je een ton uitgeeft voor je bedrijfsnaam op een voetbalshirt, dan moet je dus drie ton uitgeven aan relaties die naar wedstrijden komen, andere reclamecampagnes eromheen, om die ene ton terug te verdienen. Na ja. Ik had alleen die naam op dat shirt staan. Dat vond ik interessant. Ik was bleu.”

Je was een tijdje actief in Engeland en wilde uitbreiden naar België en Duitsland. Hoe staat het daarmee?

“Daar kom ik nu op terug. We hebben leuke dingen gedaan in Engeland. Tijdens de Olympische Spelen in Londen hebben we vloerbedekking en meubilair voor het sponsorendorp geleverd. Maar het was crisistijd, de timing was nét verkeerd. En ik deed alles zelf. Als ik in Engeland was, was er niemand die een oogje in het zeil hield in Nederland. Dat was wel een fout. Dat moet ik nooit meer doen. Ik heb mijn handen voorlopig vol genoeg aan Nederland. Hier kunnen en moeten we nu echt stappen maken, door de opkomst van de circulaire economie.”

Wat is je grootste overwinning tot nu toe?

“Dat ik ben blijven doorademen en geloof heb gehouden in mijn eigen kunnen. Het moment dat we een opdracht kregen van BAM, in 2013, was wel een belangrijke gebeurtenis. Het traject duurde een jaar. We waren in de race met Ahrend, en wíj kregen de opdracht. Een opdracht van 2,5 miljoen euro, op dat moment misschien wel de grootste in de markt. Toen dacht ik: nu ben ik op de goeie weg. Tranen in mijn ogen. Vóór de crisis durfden we nooit te dromen van een opdrachtgever als BAM. Maar door de veranderde markt gingen klanten opeens anders kijken naar duurzaamheid en hergebruik. Noodgedwongen, uit financieel oogpunt. Daar zijn kansen ontstaan voor ons. Dat ABN Amro zich meldt bij ons, dat vind ik mooi. We hebben volgehouden en daar plukken we nu hopelijk de vruchten van.”

Wekelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Van wie heb je dat doorzettingsvermogen?

“Op mijn tweede kreeg mijn moeder een hersenbloeding. Ze was 39. De linkerkant van haar lichaam raakte verlamd, maar ik heb er nooit iets van gemerkt. Ze is nu 78. Als ze loopt sleept haar ene been achter zich aan, maar dat is het. Ze kan autorijden, aardappels schillen, zwemmen. Dat vechten, dat heb ik van mijn moeder. Een tegenslag? Je moet door.”

Dit artikel is een herpublicatie uit Sprout Magazine.