Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Advertorial – Mercer Human Capital

Goed beloningsbeleid vergt kennis en ervaring  

Om organisaties goed te kunnen adviseren over hun beloningsbeleid is veel kennis en ervaring nodig, aldus Piia Pilv van Mercer Human Capital. Voor consultants betekent dit een jarenlange investering om fingerspitzengefühl te krijgen voor beloning en prestatie en de relatie tussen beide.

 

“Het adviseren over beloningen voor topmanagers is veelal een taak voor mannen van middelbare leeftijd die deel uitmaken van hetzelfde old boys network als het topmanagement”, zegt Piia Pilv, partner bij adviesbureau Mercer. Zij zelf is op het gebied van beloningen voor topbestuurders de uitzondering die de regel bevestigt: vrouw, in de dertig en sterk internationaal georiënteerd. In Nederland is Pilv de enige vrouw die in de bestuurskamer over beloningen adviseert.
Pilv groeit op in Estland en Finland, gaat vervolgens studeren in de VS en treedt daar, halverwege de jaren negentig, in dienst bij Mercer in New York, werkt vervolgens zes jaar in Nederland, twee jaar in Zwitserland en keert in 2009 terug in Nederland. De terugkeer naar Nederland vloeit voort uit de beslissing om de expertise op beloningsgebied bij Mercer te concentreren op enkele grotere locaties. “Voor Europa is Nederland een perfecte vestigingsplaats: centraal gelegen en zeer internationaal.”

Aandelenopties

Piia Pilv’s loopbaan staat praktisch volledig in het teken van beloningen. In anderhalf decennium leerde ze onder meer in welke valkuilen bedrijven kunnen lopen bij het vaststellen ervan. Een eerste is dat beloningen geen rekening houden met economische tegenwind en alleen aantrekkelijk zijn zolang het goed gaat. “Toen ik bij Mercer begon, was er een hausse op de aandelenmarkten. Bedrijven, vooral jonge IT-bedrijven, wilden aandelenopties als middel om medewerkers voor de lange termijn te binden. Zij hielden er geen rekening mee dat aandelen ook in waarde konden dalen, zoals gebeurde bij het klappen van de internetzeepbel. Ik heb de beurskoers van bedrijven in enkele weken tijd zien kelderen van 96 dollar naar 4 dollar.”
De aandelen en opties die waren bedoeld als langetermijnbeloning waren plots amper nog iets waard. Een vergelijkbaar patroon was in 2008 zichtbaar bij financiële dienstverleners. “Bij het uitbreken van de financiële crisis kwam duidelijk naar voren dat alle bonussen waren geënt op een continu stijgende lijn.” Kenmerk van zowel de IT-industrie eind jaren negentig als de financiële dienstverlening is snelle groei en hoge winstgevendheid. Pilv vindt het niet verwonderlijk dat de financiële industrie de lessen van de internetzeepbel heeft genegeerd. “In een hausse klinken kritische noten steeds zwakker. Inmiddels is het tij duidelijk gekeerd.”

Ervaring

Een tweede valkuil is dat een duidelijke relatie tussen beloning en prestatie ontbreekt of dat bedrijven ook bij ondermaatse prestaties bonussen toekennen. Pilv raadt bedrijven dat ten sterkste af, maar ziet ze toch vaak overstag gaan. “De tendens om bonussen toch uit te keren is er overal. Een reden is dat, onder meer in Nederland, het comité dat beloning en maatstaf voor prestaties vaststelt hiervoor eigenlijk onvoldoende kennis heeft.” Die lacune is begrijpelijk, omdat dit voor bestuurders, anders dan voor consultants, een neventaak is. Uitgebreide ervaring is essentieel om goed over beloningen te kunnen adviseren, aldus Pilv. Voor consultants betekent het jarenlang veel uren maken om fingerspitzengefühl te krijgen voor beloning en prestatie en de relatie tussen beide. “Dat lukt alleen als je bereid bent om daar maximaal in te investeren. In de eerste jaren dat ik voor Mercer in New York werkte, waren weken van honderd uur eerder regel dan uitzondering.” De nieuwe generatie consultants is minder bereid om die investering te doen, constateert Pilv. “In de eerste vier, vijf jaar van hun loopbaan moeten consultants vooral veel leren van hun oudere collega’s. De nieuwe generatie wil zich daar niet meer naar plooien, maar loopt zo wel het risico straks de aansluiting te missen met de vereisten van het vak.”

Onafhankelijke buitenstaander

Zoals gezegd is Pilv onder adviseurs over beloningen voor topmanagers de uitzondering die de regel bevestigt. Die positie helpt een derde valkuil te vermijden: de verleiding om beloningen zo hoog mogelijk vast te stellen. “Ik val als buitenstaander buiten het geijkte profiel van adviseurs over beloningen. Omdat ik geen deel uitmaak van dezelfde cultuur, kan ik makkelijker nee zeggen tegen de raad van bestuur of raad van commissarissen.” In de praktijk gebeurt dat geregeld. Een punt waar Pilv vaak tegenaan loopt is dat bestuurders bij het vaststellen van een referentiegroep grotere bedrijven kiezen of bedrijven uit landen als Engeland, waar de gemiddelde beloning voor bestuurders hoger ligt. “Soms zitten in de referentiegroep bedrijven die tien keer zo groot zijn. Ik adviseer dan om de groep anders samen te stellen.”
Meer aandachtspunt dan valkuil is dat veel organisaties vooral aandacht besteden aan goede en afgewogen beloningen voor de top. “Dat is zo gegroeid vanwege een tekort aan managementtalent en omdat bedrijven CEO’s van buiten begonnen aan te trekken. Aan niveaus daaronder is amper aandacht besteed.” Dat is wel nodig, vindt Pilv, onder meer om in de hele organisatie beloning en prestatie te kunnen koppelen en om medewerkers beter te binden. Aan organisaties de taak om die handschoen op te nemen, al dan niet bijgestaan door ervaren consultants.

Mercer

Startbaan 6, 1185 XR Amstelveen
Postbus 2271, 1180 EG Amstelveen
Telefoon: (020) 431 70 00
Fax: (020) 431 70 99
E-mail: [email protected]
www.mercer.nl
 

Hybride werken is doodnormaal en toch doen bedrijven alsof iedereen nog naar kantoor gaat

In samenwerking met HP - De manier waarop we werken is de laatste jaren veranderd: van hele dagen op kantoor naar hybride werken. Je zou verwachten dat bedrijven en organisaties hun werkbeleid aangepast hebben. HP constateert dat dit niet het geval is én dat dit problemen oplevert waardoor vrijwel elke afdeling geraakt wordt. Irene Quah, Category Manager bij HP, licht toe.

irene quah hp hybride werken

Doordat HP met veel bedrijven samenwerkt, ziet het van dichtbij welke ontwikkelingen er spelen. Bedrijven lopen tegen allerlei uitdagingen aan, zoals de motivatie van medewerkers, productiviteit, maar ook de beveiliging.

HP ziet dat deze uitdagingen allemaal samenhangen met één ding: we werken hybride en de medewerker is niet meer hele dagen op kantoor. ‘Toch werken veel bedrijven nog op dezelfde manier als jaren geleden. Het beleid is niet aangepast aan de nieuwe manier van werken. Als we op dezelfde voet doorgaan, heeft dit gevolgen voor de bedrijfsresultaten’, zegt Quah.

Ontevreden medewerkers

Wanneer niet goed wordt nagedacht over het beleid, kan hybride werken ontevreden medewerkers opleveren. ‘Stel, er is iets mis met je pc. Vroeger had je dan direct op locatie een hulplijn. Je liep gewoon even langs de IT-afdeling om uit te zoeken wat het probleem was. Het kon relatief snel worden opgelost. Tegenwoordig werken medewerkers thuis of zelfs remote in het buitenland. Dan is het lastig om snel hulp te krijgen.’

Lagere productiviteit

Medewerkers kunnen dus minder snel geholpen worden dan vroeger en moeten wachten op een oplossing. Het gevolg is lagere productiviteit, waardoor de afdeling van de medewerker zelf geraakt wordt. Ook kan zo’n medewerker gefrustreerd raken als hij niet snel geholpen wordt.

‘Hiermee zet je de medewerkerstevredenheid op het spel’, stelt Quah. ‘Je medewerkers hebben het gevoel dat het bedrijf niet in hen investeert, waardoor het imago van het bedrijf verslechtert.’ Medewerkerstevredenheid ligt normaliter bij HR. Zij hebben niets te maken met de apparatuur en hoe daarmee omgegaan wordt. Terwijl de oorzaak daar wel gezocht moet worden.

Een enorm datalek

Een andere uitdaging zit op het vlak van security. Wanneer alle medewerkers op kantoor werken, maken ze verbinding met het bedrijfsnetwerk. Zulke netwerken zijn doorgaans uitstekend beveiligd. ‘Thuis of onderweg hebben mensen die beveiliging niet. Dat maakt hybride werken onveilig.’

Daarnaast moet nieuwe of vervangende apparatuur vaak opgestuurd worden, terwijl een nieuwe laptop vroeger altijd op kantoor opgehaald werd. ‘Als een laptop onderweg onderschept wordt en in verkeerde handen valt, dan resulteert dat in een enorm datalek.’

Duurzaamheid

Vroeger werden laptops vanuit de leverancier naar kantoor gestuurd. De IT-afdeling maakte de laptop gebruiksklaar en de medewerker, die toch al op kantoor was, haalde het apparaat op. ‘Nu worden zulke apparaten eerst naar kantoor gestuurd en vervolgens weer opgehaald om naar de medewerker gestuurd te worden. Allemaal extra vervoersbewegingen, verpakkingsmateriaal etc. Terwijl dit met goede afspraken ook direct bij de leverancier geregeld kan worden. Er zijn allerlei quick wins te maken op het gebied van duurzaamheid. Maar dan moet je daar wel op voorhand over nadenken’, aldus Quah.

Een kwestie van bewustwording

Om werk te maken van dit thema, is het volgens Quah belangrijk om je te realiseren dat het niet alleen een zaak voor de IT-afdeling is. Iedere afdeling heeft belang bij het implementeren van de juiste oplossingen. Tevreden medewerkers die efficiënt kunnen werken presteren immers beter. Het is ook een kwestie van bewustwording. ‘Het lijkt logisch: je beleid aanpassen op een nieuwe manier van werken. Toch horen we dat veel van onze klanten hier nooit bij stil hebben gestaan.’

Toekomstbestendige keuzes

‘We hopen dat organisaties betere keuzes gaan maken, meer toekomstbestendige keuzes’, zegt Quah. ‘Veel van onze klanten roepen hiervoor de hulp van consultants of experts in. Er is zoveel mogelijk, dat bedrijven lang niet altijd in staat zijn om de gevolgen van alle keuzes te overzien.’

Dat advies komt niet uit de lucht vallen. Ook HP zelf werkt hiervoor veel samen met partners, zoals Microsoft en Nvidia, om bedrijven zo goed mogelijk te adviseren over innovatie op de werkplek. ‘Om futureproof te zijn, is het belangrijk om nieuwe ontwikkelingen mee te nemen in je beleid met een duidelijke visie.’

Helder beleid omtrent hybride werken

Quah legt uit dat het allemaal begint bij een audit van de huidige situatie. ‘Allereerst breng je de status quo op de afdeling in kaart. Hoe werken je medewerkers nu, waar liggen de uitdagingen? Vervolgens stel je een helder beleid omtrent hybride werken op waar iedere afdeling zich in kan vinden.’

Een sterk hybride-werken-beleid wordt dus niet alleen opgesteld door de IT-afdeling, maar door de verschillende afdelingen, óók HR en het management. Dit zorgt ervoor dat het nieuwe beleid breed gedragen wordt in de organisatie. ‘Het is belangrijk dat het management het beleid ondersteunt, zij zetten immers de algehele strategie uit en beheren de budgetten.’

Quah waarschuwt bovendien dat het beleid nooit af is. ‘De situatie is voortdurend aan verandering onderhevig. In het verleden werden plannen voor een aantal jaar vooruit gemaakt en dat was prima. Nu kan dat echt niet meer. Beleid moet periodiek opnieuw beoordeeld worden.’