Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

‘We moeten af van het idee dat je alles zelf moet doen; samen innoveren versnelt het leerproces’

In samenwerking met TNO - De Nederlandse arbeidsmarkt staat voor een historische uitdaging: structureel meer vacatures dan werkzoekenden. 'De productiviteit van het bedrijfsleven groeit minder hard dan mogelijk doordat innovaties moeizaam landen in de praktijk', stelt TNO-onderzoeker Goedele Geuskens. Organisaties die innoveren buiten hun eigen bedrijfsgrenzen overbruggen sneller de digitale kloof, terwijl geïsoleerde bedrijven achterblijven. 'Samen innoveren vermindert risico's én versnelt het leerproces.'

samen innoveren bedrijfsgrenzen
Foto: Getty Images

Wat vergroot deze kloof? ‘Productiviteit wordt steeds meer gedreven door immateriële investeringen — software, data en investeringen in mensen en organisatie’, legt Geuskens uit. ‘Bedrijven die daarop investeren, zijn productiever en worden de winnaars. Dat gat wordt steeds groter. Hoe verder je achteropraakt, hoe dunner je marges worden, en hoe minder je kunt investeren in digitalisering, AI-toepassingen en mensen.’

Het is een vicieuze cirkel die veel mkb-bedrijven treft, ziet TNO. ‘Om te innoveren heb je geschoolde mensen en investeringsruimte nodig, maar zonder innovatie kun je je personeelsproblemen niet oplossen en heb je misschien ook minder middelen. Hoe doorbreek je die cyclus?’

In een ecosysteem innoveer je sneller

In ieder geval niet alleen, zegt Geuskens. ‘Bedrijven die deelnemen aan regionale ecosystemen kunnen effectiever innoveren. Zo’n ecosysteem, vaak gefaciliteerd door een innovatiehub of een regionaal initiatief, helpt je door de informatiejungle te navigeren. Zo maak je op een laagdrempelige manier kennis met ontwikkelingen op de markt en met partijen waarmee je mogelijk kunt samenwerken.’

De tijdsinvestering is beperkt, de opbrengst groot. ‘Na die netwerkfase kan het uitproberen van een specifieke technologie of werkwijze volgen. Samen met andere bedrijven of met je ketenpartners. Het voordeel is dat je sneller leert wat werkt, kosten en risico’s deelt én de innovatie ook meteen kunt borgen in de samenwerking met die andere partijen. Bij kleinere bedrijven gebeurt het uitproberen van een innovatie vaak gewoon in de praktijk in lopende trajecten — leren door doen.’

Concrete resultaten door verbinding

En dat gebeurt ook al volop in de praktijk. Geuskens deelt een concreet voorbeeld. ‘Tijdens een innovatiediner van innovatiehub SPARK Campus deelde een bedrijf, ShapeService, hoe 3D-printing bouwbedrijven kan helpen om zowel circulair te bouwen als de productiviteit te verhogen. De partijen die bij het diner aanwezig waren, waaronder Jaga, Van Delft Groep en Kuijpers, bedachten vervolgens manieren waarop zij 3D-printing kunnen toepassen. De ideeën gingen van klein naar groot, zoals volledige 3D-geprinte gevels.’

Om te leren werken met 3D-printing én de achterliggende technologie, ontwikkelden de partijen samen 3D-geprinte duurzame en geluiddempende omhulsels voor warmtepompen. ‘De opbrengst is daardoor niet alleen een mooi product’, zegt Geuskens.

‘Belangrijker is dat door klein te beginnen, de partijen de mogelijkheden van 3D-printing leerden kennen, de juiste skills opdeden én leerden samenwerken. Dit is een belangrijke opmaat naar snelle toepassing in de praktijk en naar complexere toepassingen van 3D-printing. Uiteraard worden die inzichten ook weer met andere partijen in het ecosysteem gedeeld.’

Valkuilen vermijden

‘Een deel van je innovatieprojecten zal mislukken — dat hoort er nu eenmaal bij’, relativeert Geuskens. De TNO-expert ziet drie belangrijke valkuilen rondom de innovatie zelf. ‘De eerste is een onduidelijke vraagstelling. Wat is de vraag achter de vraag? Te vaak wordt een oplossing bedacht voor iets dat niet het eigenlijke probleem is.’

‘Daarnaast past het aanbod van beschikbare innovaties soms niet bij de uitdaging, vooral bij het mkb. Het vraagt dan een relatief grote investering om een oplossing passend te maken bij jouw situatie. En ten slotte: puntoplossingen die moeilijk te integreren zijn met bestaande werkprocessen en technologieën. Kan de nieuwe technologie communiceren met wat je al hebt?’

Werkvloer als innovatiemotor

Bedrijven die succesvol innoveren hebben volgens TNO, naast samenwerking met anderen, een treffend kenmerk: ze betrekken medewerkers vaak vanaf het begin en hebben een sterke leer- en innovatiecultuur. ‘Wat wij zien bij succesvolle bedrijven is dat zij medewerkers van de werkvloer al betrekken of raadplegen vanaf de fase van het agenderen van een innovatie. Welke kansen zien zij? Deze medewerkers blijven betrokken tijdens het uitprobeerproces en dragen de nieuwe technologie of werkwijze later over aan collega’s.’

Het voordeel is tweeledig, ziet Geuskens. ‘Ze zijn enthousiast over de innovatie omdat ze die op maat hebben kunnen maken, waarmee je draagvlak borgt. Daarnaast kunnen zij ervoor zorgen dat technologie, organisatieprocessen en de wensen en kennis van medewerkers goed op elkaar zijn afgestemd. Dit verhoogt niet alleen de productiviteit, maar ook de aantrekkelijkheid en kwaliteit van het werk. Je moet als werkgever naar beide kijken.’

Van pilot naar praktijk: succesfactoren

Toch blijven veel innovaties die succesvol waren in de pilotfase steken. ‘Naast samenwerking in ecosystemen en betrokkenheid van medewerkers is managementcommitment cruciaal’, aldus Geuskens. ‘Wil het management écht dat deze pilot wordt geschaald? Maken ze continue vernieuwing mogelijk door een innovatiecultuur te creëren en waar nodig te investeren in middelen, mensen en tijd?’

Het maakt ook een wereld van verschil hoe je externe expertise inzet bij innovatie, stelt Geuskens. ‘Wat regelmatig mislukt is buitenstaanders inhuren om het hele implementatieproces te leiden. Externen kennen je bedrijf niet van binnenuit. Wat wel krachtig kan werken is als een expert het innovatieproces faciliteert, maar je eigen medewerkers het innovatieproces zelf vormgeven en tegelijkertijd de skills verwerven die toepassing vereist.’

‘Een mooi voorbeeld is een mkb in de bouw waar drie ervaren medewerkers een nieuwe werkwijze zich eerst eigen mochten maken. Vervolgens werden zíj gevraagd om op basis van hun ervaringen samen één protocol te schrijven voor de toepassing van de innovatie. Een externe begeleider kan dit proces structureren en kennis inbrengen, maar de oplossing moet organisch uit je eigen organisatie komen. Zo wordt het een levend en gedragen proces in plaats van een geforceerde verandering die weerstand oproept.’

Morgen beginnen met innoveren

Voor directeuren die direct actie willen ondernemen, heeft Geuskens een concreet advies. ‘Verzamel met je hele bedrijf waar de uitdagingen en kansen liggen. Kijk naar wat er speelt bij andere partijen en welke innovaties er zijn, en verbind dat met elkaar. Hoe meer je de werkvloer hierbij betrekt, hoe beter je innovaties worden geadopteerd.’

‘We moeten af van het idee dat je alles zelf moet doen — samen innoveren vermindert risico’s én versnelt het leerproces. Door deel te nemen aan een ecosysteem kunnen zelfs bedrijven met beperkte middelen hun innovatiecapaciteit drastisch vergroten.’