Iedere week deelt MT.nl de belangrijkste innovatielessen van het fictieve bedrijf Sunny Roofs. De verhalen zijn ingekorte hoofdstukken uit het boek Innovatiejij.nu van UvA-hoogleraar Henk Volberda, Kevin Heij en Menno Bosma.
Lees ook deel 1: Mens versus machine: Gaat familiebedrijf Sunny Roofs overleven?
Lees ook deel 2: Sunny Roofs gaat voorop in de vierde industriele revolutie
Lees ook deel 3: Nieuwe werkmethode leidt tot kantoortuinoorlog bij Sunny Roofs
Lees ook deel 4: Gaat het zelfsturende Sunny Roofs de productie verplaatsen naar het buitenland?
‘Hai, ik ben Lieke.’ ‘Dag Lieke’, zegt John, die niet kan nalaten zijn oog even langs het goed geproportioneerde lijf van de vrouw tegenover hem te laten glijden. ‘Ik ben John, maar dat wist je al. En wat mag jouw functie bij Nice Firm to Work zijn?’ ‘Projectleider’, zegt Lieke. ‘Maar dat zijn we bij ons allemaal. We doen alleen maar projecten, hè.’ Ze giechelt even.
Betalen?!?!?
‘Neem plaats, Lieke.’ John gebaart genereus naar de Martin Visser-bank. ‘Mattie, ik ben even in gesprek’, laat hij via de intercom weten. Vervolgens sluit hij zorgvuldig de deur. John neemt de verschijning in zuurstokroze deux-pièces tegenover hem zorgvuldig op. De kleurencombinatie met de paarse designbank is niet ideaal, moet hij toegeven. Lieke doet hem in eerste instantie meer denken aan een jeugdzorgwerkster dan aan een leidinggevende bij een bureau dat bepaalt waar je het best kunt werken, maar hij besluit zijn twijfels voor zich te houden. Het is sowieso natuurlijk allemaal een beetje doorgestoken kaart. Alleen al het feit dat je moet betalen om mee te mogen doen. Betalen! Om gekeurd te worden!
‘Zal ik nog een keer uitleggen hoe het werkt?’, vraagt Lieke, op een toon die John even doet denken aan die van de verloskundige met wie Desiree en hij laatst kennisgemaakt hebben. Terwijl Lieke haar verhaal afdraait, dat voor John geen enkele verrassing meer bevat, denkt hij aan zijn Plan. Het Plan om Sunny Roofs in de vaart der volkeren op te stoten. Business-to-consumer zullen ze gaan leveren. Sunny Roofs zal het grote publiek gaan bedienen. Weg met die autofabrikanten die nu met de eer van zijn prachtproduct strijken, weg met de dealers met de vele noten op hun zang. Bekend zullen ze worden, en geliefd. Hij ziet markten splijten als de Rode Zee, en in de verte doemt die grote Amerikaanse koper op, en ook al dat landhuis in dat warme land waar Desiree en hij en de kleine zullen neerstrijken …
Imago is alles
‘Dus dat is helemaal oké?’ Lieke stelt de vraag op een toon alsof ze een wegdommelende gesprekspartner weer bij de les moet zien te krijgen – en dat is ook zo. ‘Jaja’, reageert John. Het kan hem weinig schelen hoe de random survey, zoals Lieke het noemt, precies wordt uitgevoerd. Zolang hij dat predicaat Nice Firm to Work maar in de wacht sleept. Want dat past in zijn Plan. Voor B2C werken is het onontbeerlijk om een goede naam als werkgever te hebben. Zo werkt dat tegenwoordig: imago is alles. Dat je lief bent voor dieren, telt zwaarder dan dat je schuifdaken soepel lopen.
‘Dus dan krijg ik van jou de e-mailadressen van al je werknemers, zodat we hun onze vragenlijst kunnen toesturen. En je laat via intranet weten dat ik in het bedrijf ga rondlopen om spontane indrukken op te doen.’ ‘Prima’, zegt John. ‘Maar dan is het denk ik handig dat er een pasfoto van jou bij komt, zodat ze je herkennen als je hier spontaan gaat rondlopen. Iedereen kan tenslotte wel zeggen dat hij van Nice Firm to Work is.’ Hij gnuift. Lieke kijkt hem nadenkend aan. ‘Een pasfoto’, herhaalt ze. ‘Eh, ja … dat is goed.’
Best Place to Die?
‘Heb jij ook zo’n enquête gekregen?’ vraagt Erik aan Myrthe. ‘Je bedoelt van Best Place to Die?’, reageert Myrthe sarcastisch. Erik schiet in de lach. Nu ze elkaar vaker spreken, ontdekt hij dat Myrthe veel grappiger is dan hij dacht. ‘Ja, die. Hoe ga jij die invullen?’ ‘Nou, lekker moment heeft John daarvoor uitgekozen’, ontwijkt Myrthe de vraag. Ze pakt haar koffiebekertje uit de automaat. ‘Jij zeker weer kruidenthee? Wist je trouwens dat over de precieze uitwerking van kruidenthee op leden van zelfsturende teams nog maar weinig bekend is? Kijk dus maar uit, zou ik zeggen.’
‘Ik vind het ingewikkeld’, zegt Erik, die doet alsof hij de laatste opmerking van Myrthe niet gehoord heeft. ‘Het is volstrekt onduidelijk welke kant het opgaat met het bedrijf en er is jaren niet in mensen geïnvesteerd. Wat vul je dan in? Dat dit een moordtent is? Maar ja, je weet hoe loyaal ik aan het bedrijf ben.’ ‘Ik vraag me af wat John hiermee wil’, zegt Myrthe, terwijl ze in haar koffie roert. ‘Je schijnt ervoor te moet betalen om mee te mogen doen. En als John érgens een broertje dood aan heeft … Waarom moeten we opeens leuk zijn om voor te werken?
Tijd voor wat anders?
Er is toch geen personeelstekort?’ ‘Misschien wil hij fors gaan uitbreiden’, zegt Erik. ‘Of hij gaat de productie van componenten terughalen naar Nederland. Steeds meer bedrijven gaan weer hier produceren. Maar ja, dan wel in gerobotiseerde fabrieken.’ ‘Zou uit de uitkomsten van de enquête ook blijken of een bedrijf geschikt is voor robots?’, vraagt Myrthe. ‘Zo van: als u een mens bent, ga dan niet bij Sunny Roofs werken, maar bent u een robot – go there?’ Ze moet zelf grinniken om haar vondst. ‘Ik weet het niet’, zegt Erik. ‘Ik vind het maar een rare geschiedenis.’ Hij pakt een zakje earl grey. Iets geeft hem in dat het tijd is voor wat anders.