Winkelmand

Geen producten in je winkelwagen.

Waarom mensen je vertrouwen, verschilt per cultuur

Om samen te kunnen werken moeten we elkaar kunnen vertrouwen, schrijft Sprout-expert Saska Maarse. Waarop we dat vertrouwen baseren, verschilt per cultuur.

Stel, je bent onderweg naar een belangrijke afspraak, bijvoorbeeld een nieuwe klant. Je wilt daar op tijd zijn om een goede eerste indruk te maken. Onderweg kom je een – voor jou – belangrijk persoon tegen. Een persoon voor wie je respect hebt, bijvoorbeeld je voormalige baas. Hij of zij begint een uitgebreid verhaal tegen je te vertellen.

Het verhaal duurt en duurt. Intussen zit je op hete kolen. Als je gesprekspartner nog langer blijft doorgaan, kom je waarschijnlijk te laat op je afspraak. Wat doe je?

A. Je onderbreekt je voormalige baas en zegt: “Sorry dat ik je onderbreek, maar ik ben onderweg naar een belangrijke afspraak waar ik echt op tijd moet zijn. Zullen we een andere keer verder praten?”
B. Je luistert geduldig naar het verhaal. Intussen probeer je op een non-verbale manier duidelijk te maken dat je haast hebt, met het risico dat die boodschap niet wordt opgepikt.

Te laat komen is ongepast

Het zal je niet verbazen dat de meeste Nederlanders voor antwoord A kiezen. Het ‘afsprakensysteem’ in Nederland is niet meer weg te denken uit ons dagelijks leven. Iedereen heeft een agenda waarin de dagindeling van uur tot uur is vastgelegd. Uiterst belangrijk daarbij is op tijd komen. Te laat komen is ongepast en schopt het schema door de war. Bovendien worden laatkomers als ‘onbetrouwbaar’ bestempeld.

Om samen te kunnen werken moeten we elkaar kunnen vertrouwen. Alleen: waarop we dat vertrouwen baseren, verschilt per cultuur.

Cognitief vertrouwen

In taakgerichte landen zoals Amerika, Denemarken, Australië en Nederland zijn arbeidsrelaties gebaseerd op cognitief vertrouwen. Cognitief vertrouwen is het vertrouwen op basis van kennis en capaciteiten. “Je levert goed werk, dus ik vertrouw je.” Het nakomen van afspraken en het op tijd leveren van producten of diensten (van een goede kwaliteit) zijn daarbij heel belangrijk. In deze landen is het vertrouwen er meestal al in een vroeg stadium. Afspraken worden schriftelijk vastgelegd.

Affectief vertrouwen

Ruim 70 % van de mensen wereldwijd kiest waarschijnlijk voor antwoord B. De meeste landen zijn namelijk relatiegerichte landen, waarbij relaties gebaseerd zijn op affectief vertrouwen. Bij deze vorm van vertrouwen gaat het primair om de betrokken personen en minder om de taak. “We hebben goed contact, dus ik vertrouw je.” Afspraken worden veelal mondeling vastgelegd. “Je hebt mijn woord.”

Dit zijn bijvoorbeeld landen als Brazilië, Rusland, Saoedi-Arabië, Nigeria en China – maar ook België is een relatiegericht land. In relatiegerichte landen duurt het veel langer voordat het vertrouwen er is. Daar gaan vaak vele etentjes aan vooraf.

Machtsafstand

Er is nog een reden waarom de meeste Nederlanders voor antwoord A kiezen. Nederland is – net als Denemarken en Zweden – een land met een kleine machtsafstand, waar ouders hun kinderen leren dat je onafhankelijk bent, ook in relatie tot mensen met autoriteit. Leidinggevenden en hun ondergeschikten zien elkaar als gelijken.

Dit maakt discussies en elkaar onderbreken mogelijk. In culturen met een grote machtsafstand leren kinderen dat je niet zomaar het recht hebt te spreken. Pas als je toestemming krijgt, kun je beleefd iets vragen of opmerken. In deze culturen is het vaak onbeleefd om iemand met autoriteit te onderbreken.

Of je voor antwoord A of B kiest is dus deels cultureel bepaald. Als je gaat samenwerken met mensen uit andere landen en culturen, is het raadzaam om je hierin te verdiepen. Zo kun je cultuurverschillen sneller signaleren en bespreken – en wantrouwen eerder voorkomen.

Wil je meer weten over cultuurverschillen m.b.t. vertrouwen en machtsafstand? Lees dan deze blogs:
Waarom het niet erg is dat een sollicitant uit China je niet aankijkt
Wie is hier de baas?
Je komt er wel uit, hè?