Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Bob leert dat de duivel in details zit

Bob is divisiedirecteur van een groot concern. Hij doet zijn best. In aflevering 176 leert hij dat de duivel vaak in de details zit.

Bob
Aan Robert-jan
Onderwerp: de Breemans & Breemans deal

Hoi Robert-Jan,
Wat hoor ik? Gaat die deal met Breemans & Breemans niet door? Hoe kan dat nou? En waarom heb je niet even gebeld?
Bob

Bob,
Sorry, ik was even helemaal van slag. Ja, het is niet anders: de deal gaat niet door. Heel hard. Ben er kapot van.
Robert-Jan

Robert-Jan,

Maar vanochtend zeiden jullie nog dat het voor 98 procent rond was. Vier ton omzet mislopen… Dit komt ook bij mij wel hard aan. Jongens, hoe kan dit nou? We waren toch goed voorbereid?
Bob

Bob,
Nou ja, wel lullig eigenlijk. We hadden volgens mij echt een prima presentatie op Tom zijn iPad gezet. Alle cijfers, kosten, alle posten duidelijk op een rij, ook de hele organisatie eromheen. Wat gebeurt er: zijn zoontje neemt vanochtend die iPad per ongeluk mee. Dat geloof je toch niet? Nou ja, denken Tom en ik: het zit wel in ons hoofd, improviserend komen we er wel uit. Zit namens Breemans & Breemans ineens Harry daar, omdat Paul ziek geworden is. Domper. Paul, dat is een vriendje van me, die kan daar wel om lachen, om zo’n iPad-incident. Maar die Harry, zeg. Die zegt heel zuinigjes: ‘O, geen presentatie? Is dat jullie gewoonte of zo?’ Nou, zie dan nog maar eens een prettig sales-sfeertje op te bouwen.
Robert-Jan

Robert-Jan,
Vreemd. Ik ken Harry als een prettig type. Ik heb hem vaak als gesprekspartner meegemaakt en dat ging altijd goed.
Bob

Bob,
Nou ja, ik moet zeggen: even daarvoor wilde Tom het ijs breken. Er hangt daar een foto van een vrouw en Tom zegt: ‘Lekker ding.’ Ja, misschien niet zo verstandig, maar Tom doet dit nog niet zo lang, was ook best nerveus, dus hij denkt: ik probeer wat. Maar Harry leek echt geschokt.
Robert-Jan

Robert-Jan,
Daar kan ik inkomen. Dat lekkere ding, dat is Karin, zijn vorig jaar overleden vrouw. Idioot, zo’n opmerking. Valt me mee dat er überhaupt een gesprek geweest is.
Bob

Bob,
Nou goed, beetje ijzige sfeer dus, maar we begonnen toch maar te presenteren, uit het hoofd, hè. Ging nog even goed, totdat Tom een verkeerd cijfer noemt, en Harry zegt: ‘82.000 euro op die post? Dat kan toch helemaal niet?’ Wij allebei in de war. En ja, in plaats van te zeggen: ‘Komen we nog op terug, Harry’, pakt Tom z’n mobiel, belt de zaak, wordt doorverbonden, dan nog een keer doorverbonden, dan weer een voicemail, je kent dat wel. Hij belt opnieuw, doet uiterst geïrriteerd tegen onze receptie, zweet op zijn voorhoofd… Enfin, 10 minuten later zegt Tom alsnog: ‘Komen we nog op terug, Harry!’
Robert-Jan
 

Robert-Jan,
Jezus, wát een gepruts. En van Tom snap ik dat nog, die is hier net twee maanden bezig. Maar wat was jouw rol dan? Jij kon toch ingrijpen? Jij bent toch de senior?
Bob

Bob,
Ja, weet ik. Tom zou eerst de details doen, daarna zou ik er een verhaal van maken. Maar bij de details ging het al mis, dus moest ik Tom steeds onderbreken, ja, dat maakt geen goede indruk, ik weet het, zeker niet als het steevast eindigt met: ‘Komen we nog op terug, Harry!’ En toen zat Harry dus inmiddels op zijn iPad zijn mail te checken, ook wel weer logisch…
Robert-Jan

Robert-Jan,
Waarom zeiden jullie niet halverwege: ‘Harry, duizendmaal excuus, we komen graag zsm terug met alle cijfers keurig op een rij’? Zoals ik Harry ken, had hij daarvoor nog best begrip kunnen opbrengen.
Bob

Bob,
Wilde ik ook net doen, maar toen vroeg Tom dus aan Harry: ‘Interesseert het u eigenlijk nog wel?’ Nou, Harry meteen: ‘Eerlijk gezegd niet, nee.’ Ik heb 14 jaar saleservaring, maar toen wist ik toch even niets te zeggen. Tom wel trouwens. Die zei: ‘Ik heb twee maanden saleservaring, maar zo ben ik nog nooit behandeld.’
Robert-Jan

Robert-Jan,
Ongelooflijk… En zo zijn jullie uit elkaar gegaan?
Bob

Bob,
Ja. Nou ja, tja… We staan op. Tom kijkt nog even naar die foto, en zegt, volgens mij best nog goedbedoeld: ‘Na zo’n verlies… eigenlijk wel logisch dat u zo reageert. We nemen u dan ook niets kwalijk, hoor.’
Robert-Jan

Wekelijks de nieuwsbrief van Werk en Leven ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Afbeelding via Flickr, gags9999

> Bekijk de andere mailwisselingen van Bob de Manager

Waarom ik DEI niet van onze website haal – en andere ceo’s dat ook niet zouden moeten doen

De snelheid waarmee Amerikaanse bedrijven hun diversiteitsbeleid afbouwen, is ronduit verontrustend, vindt Charlie MacGregor, ceo van hotelketen The Social Hub. Los daarvan is het ook gewoon onverstandig. ‘Al die organisaties wil ik een simpele vraag stellen: hoe denk je klanten aan te trekken als je geen diverse teams hebt?’

charlie macgregor the social hub diversiteit inclusie beleid
Charlie MacGregor, ceo van The Social Hub: 'Ik hoop - en denk - dat veel bedrijven gewoon aan het 'Trump-washen' zijn.'

Terwijl de wereld om ons heen razendsnel verandert, wil ik graag stilstaan bij iets dat ik moeilijk te bevatten vind. De snelheid waarmee grote Amerikaanse bedrijven hun DEI-beleid afbouwen, is ronduit surrealistisch en verontrustend om te zien.

Als oprichter en ceo van The Social Hub vraag ik me af wat dit eigenlijk over ons zegt.

Ik moet er meteen bij zeggen dat ik dit schrijf vanuit een bevoorrechte positie. Ik ben een witte, heteroseksuele en valide man, ik heb een opleiding kunnen genieten en een fijne opvoeding gehad. Mijn hele leven lang heb ik kunnen profiteren van de voordelen die onze samenleving biedt.

‘Anti-waarden’

Laten we eens kort stilstaan bij wat het acroniem DEI eigenlijk betekent: Diversiteit, Gelijkheid en Inclusie. Laat die woorden even op je inwerken. En stel je dan voor wat het betekent als je dit niet steunt, als je juist het tegenovergestelde nastreeft: Uniformiteit, Ongelijkheid en Uitsluiting.

Het is toch ondenkbaar dat je anno 2025 in de westerse wereld een team zou willen leiden op basis van die ‘anti-waarden’ – zeker als je een breed en internationaal publiek probeert aan te spreken.

Lees ook: Diversiteit staat onder druk: nu komt de echte test voor leiders

DEI kreeg momentum als een gezamenlijke reactie op de moord op George Floyd in 2020, door een witte politieagent, midden op de dag en vastgelegd op camera. Het onweerlegbare bewijs vormde de aanleiding voor de Black Lives Matter-protesten die zomer en ontketende een golf van steunbetuigingen voor meer diversiteit, gelijkheid en inclusie.

Samen met de bredere bewustwording die de MeToo-beweging had gebracht, kwam een pijnlijke waarheid naar boven. Een waarheid zo oud als de mensheid zelf: onze samenlevingen en economieën zijn geen gelijk speelveld. Ze bevoordelen structureel een bepaald type mens: de witte, heteroseksuele man. Mensen zoals ik, dus.

Succesvoller en winstgevender

Het was een kantelpunt dat de Amerikaanse mythe – hard werken is de weg naar succes – ontkrachtte. In plaats daarvan werd pijnlijk duidelijk hoe diepgeworteld de systematische ongelijkheid is. Het bood de wereld een uniek moment van zelfreflectie.

Al in juni 2020 publiceerde het World Economic Forum een DEI-toolkit voor bedrijven. Wat me vooral opviel, was dat daarin niet alleen het morele belang werd benoemd, maar ook het zakelijke. Dat is geen hogere wiskunde. De wereld ís divers.

Bedrijven die een inclusieve werkcultuur creëren en het volledige potentieel van menselijke diversiteit benutten, zijn succesvoller. Dat blijkt ook uit de cijfers: uit een onderzoek van McKinsey blijkt dat bedrijven met een divers managementteam tot 39 procent winstgevender zijn dan organisaties zonder.

Lees ook: ‘Trumps oorlog tegen ‘woke’ is precies wat diversiteit nodig heeft

Bij The Social Hub bedienen we een wereldwijd klantenbestand. Net als de vele S&P 500-bedrijven die hun DEI-beleid inmiddels aan het terugdraaien zijn. Aan die organisaties wil ik een simpele vraag stellen: hoe denk je die klanten aan te trekken als je geen diverse teams hebt? Teams die de mensen aan de top kunnen helpen om de wensen, behoeften en uitdagingen van groepen met een andere achtergrond dan zijzelf te begrijpen? Groepen die, als je ze optelt, de meerderheid vormen?

Balans vinden die werkt

Een veelgehoord argument is dat DEI ‘te ver is doorgeschoten’. En ja, er zijn extremen aan de linkerkant die intimiderend kunnen zijn. Maar het is aan ons – mijn collega-ceo’s – om hierin een balans te vinden die werkt voor zowel onze mensen als onze bedrijven.

Want voor mij zijn een divers personeelsbestand en een eerlijk en inclusief personeelsbeleid vanzelfsprekend. Wij willen en hebben een divers team; we geven iedereen gelijke kansen en doen ons best om alle medewerkers zich welkom en gezien te laten voelen. Dat is tenslotte precies wat we ook elke dag doen voor onze gasten.

Lees ook: Nederlandse bedrijven gaan niet mee in Trumps oorlog tegen DEI

Onze hubs zijn veilige, gastvrije plekken voor iedereen. Ons hotel in het centrum van Amsterdam was tijdens Pride bijvoorbeeld de officiële Pride Hub, al onze locaties hebben genderneutrale toiletten en ons netwerk van ambassadeurs bestaat uit mensen met diverse achtergronden, waarvan velen tot LGBTQIA+-gemeenschap behoren.

Daarnaast ben ik bijzonder trots op onze TSH Talent Foundation, waarmee we ‘changemakers scholarships’ aanbieden: huisvesting en ontwikkelingskansen voor briljante maar kansarme studenten, die we willen helpen hun potentieel te benutten. Afgelopen herfst werd onze inzet beloond toen we een B Corp werden, een enorme mijlpaal voor ons.

‘Trump-washen’

Ik ben van nature een superoptimistisch persoon, dus een groot deel van mij hoopt – en denkt – dat de grote internationale bedrijven die het mes in hun diversiteitsbeleid zetten gewoon aan het ‘Trump-washen’ zijn: een oude, witte, mannelijke bullebak tevreden houden door die drie letters van hun websites te halen, maar ondertussen geen echte anti-DEI-acties ondernemen.

Maar ik kies ervoor het anders te doen. Ik sta er trots voor: wij steunen DEI. Als je het mij vraagt, is dit de enige weg.