De vaderlandse politiek liet zich afgelopen week niet van haar fraaiste kant zien. GroenLinks-Kamerlid Zihni Özdil moest vertrekken na een hoog opgelopen conflict met partijleider Jesse Klaver. De GroenLinks-voorman kreeg stevige kritiek te verduren op de brief waarmee de buitenwereld werd geïnformeerd over de breuk. Klaver wilde uitleggen dat aan het conflict geen inhoudelijk meningsverschil ten grondslag lag, maar dat het een kwestie van functioneren was. ‘Hij bleef afspraken keer op keer schenden, schond de onderlinge vertrouwelijkheid en vertoonde ontoelaatbaar gedrag waardoor collega’s zich niet meer veilig voelden.’ Niet chic, oordeelden velen over de brief. Andere zagen hierin een bewijs dat in de politiek kadaverdiscipline geldt. Lastig types worden geruimd.
Homo competitivus
Daarnaast zou Klavers brief getuigen van een weinig empathisch leiderschap. Of zoals een twitteraar de boel samenvatte: ‘If you want a friend in politics, get a dog’. Een variant op een uitspraak die vaak, al dan niet ten onrechte, aan de voormalig Amerikaanse president Harry Truman is toegeschreven. De boodschap is helder. In de politiek heb je geen vrienden. Over de top van het bedrijfsleven wordt regelmatig hetzelfde beweerd. In Elite Gezocht betogen Quote-hoofdredacteur Sander Schimmelpenninck en Zuidas-predikant Ruben van Zwieten dat in het zakenleven het mensbeeld van de homo competitivus dominant is.
‘Natuurlijk is er binnen de eerste kring van familie en vrienden warmte, maar daarbuiten is het koud. Daar treffen we een wereld aan waarin alleen de sterkste wint’, schrijft het duo. In een wereld waar medewerkers concurreren om de hoogste stek is geen ruimte voor empathie. Het competitieve idee combineert men met een groot maakbaarheidsgeloof. Succes is een keuze. Wie hard genoeg zijn best doet, zal de top bereiken. Wie het niet haalt heeft het niet hard genoeg geprobeerd.
Minder stress dankzij empathie
Jamil Zaki, professor psychologie aan Stanford University, verzet zich tegen het beeld dat hardvochtigheid een noodzakelijke voorwaarde voor succes is. Hij betoogt dat bedrijven die empathie centraal stellen in hun cultuur succesvoller zijn. Medewerkers bij ’empathische bedrijven’ zouden inniger samenwerken, minder gestresst zijn en bij een tegenslag sneller op de been zijn. In zijn boek The War for Kindness dat geeft hij managers enkele handvatten om empathie op werkvloer te stimuleren.
Ten eerste moet men volgens Zaki af van het idee dat empathie iets is dat mensen bezitten of niet. Empathie is volgens de onderzoeker niet zozeer een karaktereigenschap, maar een vaardigheid die je kunt trainen. Erkennen dat empathie ontwikkeld kan worden is de eerste stap voor leiders. Vervolgens is het van belang om de juiste waarden op de voorgrond te laten treden. De professor stelt dat de meest dominante geluiden op de werkvloer niet per se de beste zijn. Het kan zijn dat de houding van een medewerker die graag op de voorgrond treedt, wordt gezien als representant van de waardenset die het bedrijf aanhangt. Zaki stelt dat empathie vaak toebehoort aan een stille meerderheid in een bedrijf. Aan leiders de taak om dit geluid te versterken.
De psycholoog adviseert leidinggevenden om op zoek te gaan naar zogeheten cultuurleiders. Dit zijn medewerkers die van nature de teamband proberen te versterken, ook wanneer dat niet in hun functieomschrijving staat. Ondanks dat het hen aan formele macht ontbreekt kunnen zij een positieve invloed hebben, omdat ze doorgaans goed contact hebben met collega’s. Leiders doen er goed aan om zulke verminderd te identificeren en hen te ondersteunen bij het verspreiden van de gewenste sociale normen.