U spreekt over een verkenning in plaats van een onderzoek. Waarom?
Om specifieke adviezen te kunnen geven moet je wat uitgesprokener zijn over wat wel of niet moet gebeuren. De digitalisering van de arbeidsmarkt – en de robotisering die daar onderdeel van is – is een onzeker thema. Er zijn onderzoeken die erop wijzen dat de inzet van robots voor meer banen zorgt, maar ook onderzoeken waaruit blijkt dat 1 op de 10 banen op de tocht staat door digitalisering. Met een verkenning konden we de markt onderzoeken, alvorens over te gaan tot concrete adviezen. We weten dat het eraan zit te komen, in welke vorm dan ook. Op deze manier kunnen we al wat zaken onderzoeken die onze aandacht verdienen.
Wat zijn dat voor zaken?
Het belang van scholing bijvoorbeeld, evenals het innovatiebeleid dat gepaard gaat met deze technologische verandering. Ook al ben je onzeker over wat er gaat gebeuren, je kunt wel alvast iets onderzoeken. Niet in de laatste plaats om wat angst weg te nemen die rondom het onderwerp leeft. Er worden voorspellingen gedaan die ons nogal overtrokken lijken.
Waar doelt u dan op?
Met name het aantal banen dat op het punt staat te verdwijnen wordt nogal sterk uitgedrukt. Sommige economen hebben het over 40 procent van de werkgelegenheid die verloren gaat, terwijl in Duitsland een soortgelijk onderzoek als het onze maximaal 13 procent aantoont. Economen wordt verweten apocalyptische voorspellingen te doen. Als het gaat over het aantasten van banen ligt dat aantal veel hoger, maar het totaal verdwijnen van banen zal niet bijna de helft bedragen.
Wie gaat er het hardst getroffen worden door de digitalisering?
Over het algemeen kun je zeggen dat voor alle functies de behoefte aan scholing gaat toenemen. Veel banen in bijvoorbeeld de bankenwereld en verzekeringssector zullen geautomatiseerd worden, door hun hoge mate van administratieve werkzaamheden. De middenklasse zal aanvankelijk het eerst getroffen worden door de robotisering, waarna zij twee keuzes hebben: ze laten zich bijscholen voor een hogere functie of omscholen en gaan concurreren met de onderkant van de arbeidsmarkt. Via een omweg zal deze groep dus het hardst getroffen worden: de onderkant van de arbeidsmarkt zal meer concurrentie ervaren.
Wat is de rol van managers in deze transitie?
Het is aan de manager om zijn medewerkers door deze transitie heen te leiden. Dat kan op het gebied van bijscholing zijn, maar ook de begeleiding in hun loopbaan is een taak die op zijn schouders komt te rusten. Er wordt zelfs gesproken over een APK-keuring voor sommige beroepen, waardoor op tijd naar bijscholing of omscholing gekeken kan worden. Het belangrijkst is dat medewerkers niet overvallen moeten worden, maar betrokken moeten worden bij de digitalisering van hun werkomgeving.
Waarom is dat juist zo belangrijk?
Zodra mensen worden overvallen door technologie, zullen ze er minder goed mee samenwerken. Betrek ze bij de invoering van technologische veranderingen en bedenk als manager hoe je de arbeidsorganisatie zo kan inrichten dat medewerkers zo goed mogelijk hun plek kunnen vinden. Als je deze vernieuwing afstemt op sociale innovatie, blijkt uit onderzoek dat dat vele malen effectiever is dan enkel iets van bovenaf opleggen.