Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Zoek jezelf

Een beetje onderneming heeft tegenwoordig een corporate story. Communicatiedeskundigen propageren het bedrijfsverhaal als middel om klanten, werknemers, investeerders en andere relaties te binden. Hoe het idee praktisch moet worden uitgewerkt, wordt er niet bij verteld.

Lezers van Management Team die de afgelopen maanden een toespraak hebben meegemaakt van Anthony Burgmans, bestuursvoorzitter van Unilever, hebben waarschijnlijk min of meer hetzelfde gehoord. Ergens tijdens het praatje duiken woorden op van ongeveer deze strekking: “Er zijn drie dingen die de menselijke levensverwachting drastisch hebben verlengd: voeding, hygiëne en gezondheidszorg. Met dat laatste houden we ons niet bezig; de eerste twee zijn onze core business.”
Het is een kort en helder verhaaltje, makkelijk te onthouden. Het maakt zowel aan de klanten als aan de eigen werknemers duidelijk waar het bedrijf voor staat. Er gaat – hopelijk – voor de Unilever-medewerkers een motiverende werking van uit. Ineens ben je geen accountmanager Lipton Ice Tea meer, je bent iemand die de levensduur van de mens verlengt. Het is een voorbeeld van een corporate story.
In de bedrijfscommunicatie duikt de term steeds vaker op. Niet alleen Unilever maar ook Philips en Akzo Nobel besteden steeds meer aandacht aan de eigen identiteit. Kenmerk van een goed bedrijfsverhaal is dat het de activiteiten in een breder kader plaatst. Het maakt dat de organisatie zich, voor iedereen herkenbaar, onderscheidt in de markt. Bij Unilever gaat het verhaal bovendien gepaard met een nieuw logo. Belangrijke waarden zoals vitaliteit en energie zijn met kleine symbooltjes in het nieuwe beeldmerk verwerkt. “De consument van nu is anders dan die van 25 jaar geleden,” legt woordvoerder Tom Gordijn uit. “Consumenten gedragen zich gelijktijdig als burgers. Ze willen weten van welk bedrijf de producten afkomstig zijn.” Binnenkort zal het nieuwe logo daarom worden aangebracht op de verpakking van alle Unilever-producten. Het logo en het ‘vitaliteitsverhaal’ zijn onderdeel van Unilever 2010, de nieuwe strategie geformuleerd door de raad van bestuur. Een ander onderdeel van de nieuwe strategie is een sterkere nadruk op verantwoordelijkheid. “De consument let steeds meer op zaken zoals duurzaam ondernemerschap,” zegt Gordijn. Het gevolg: Unilever moet milieubewuster worden. Je kunt moeilijk ‘vitaliteit’ onderdeel van je bedrijfsverhaal maken, als je intussen kwistig afvalstoffen produceert.

Betekenisvol

Het bedrijfsverhaal speelt een belangrijke rol in het boek Ondernemingssucces van Andy Mosmans, directeur van ARA Groep. Voor het recent verschenen boek interviewde Mosmans bijna veertig topmannen van grote Nederlandse bedrijven, op zoek naar de factoren die een bijdrage leveren aan het succes van de onderneming. Het hebben van een corporate story kan, volgens Mosmans, daar belangrijk aan bijdragen.“Het succes van de organisatie,” licht Mosmans toe, “wordt in belangrijke mate bepaald door de mate waarin ze tot de verbeelding spreekt bij al haar stakeholders. Mensen zijn op zoek naar iets dat betekenis voor ze heeft. Een betekenisvol bedrijf is aantrekkelijk zowel voor investeerders als werknemers. Die betekenis kun je geven met communicatie.” Waarbij communicatie volgens Mosmans in zeer brede zin moet worden opgevat. “Alles wat het bedrijf doet is een vorm van communicatie. Dus het gaat niet alleen om reclame maar ook om de manier waarop je met de klanten en andere relaties omgaat. Als het goed is vormt dat een logisch geheel.” Als voorbeeld noemt Mosmans Philips. “Recent bezint men zich daar ook meer op het merk en de identiteit, waarbij teruggegrepen wordt op de historie van het bedrijf. Het verhaal van Anton en Gerard Philips heeft belangrijke waarden zoals ondernemerschap en technische knowhow in zich. Het is een inspiratiebron die kan bijdragen aan de bezieling van de onderneming.” Een corporate story is volgens Mosmans iets heel anders dan een mission statement. “Die statements zijn allemaal vrijwel hetzelfde.” Bedrijfsverhalen zijn volgens Guido Rijnja een antwoord op de fundamentele onzekerheid waar organisaties mee kampen. Rijnja, adviseur kennisdiensten bij de Rijksvoorlichtingsdienst, is medeauteur van een ander recent boek over dit onderwerp, Storytelling. “Vanzelfsprekendheden vallen voor organisaties weg,” zegt Rijnja. “De markten bewegen steeds sneller. Merkentrouw heeft een steeds kortere houdbaarheidsdatum.” Het beeld dat het bedrijf met reclame van zichzelf kan opbouwen, vervluchtigt weer snel. De corporate story moet een steviger basis bieden. Of zoals collega-auteur Ron van der Jagt het in Storytelling omschrijft: ‘weten wie je bent en waar je voor staat’, zowel als ‘weten wat je bent en waar je voor gaat’.

Heldenverhalen

Het belangrijkste kenmerk dat een goed verhaal van een slecht verhaal onderscheidt is
dat het wordt doorverteld, aldus Rijnja. Als voorbeeld noemt hij de manier waarop de Brent Spar-crisis (waarbij Shell het publicitaire onderspit delfde tegenover Greenpeace) is aangepakt door Shell. De crisis leidde tot een nieuwe houding van het oliebedrijf op het gebied van maatschappelijke verantwoordelijkheid. Rijnja: “Wat aanvankelijk een verloren wedstrijd was heeft ertoe geleid dat de relatie met de aandeelhouders sterker werd dan ooit tevoren. Krachtige leiders, die de hoofdrolspelers zijn van goede verhalen, hebben altijd eerst met tegenslag te maken gehad. De wijze waarop ze hun dip hebben overwonnen, maakt hun verhaal alleen maar beter.” De woorden van Rijnja sluiten aan bij wat Andy Mosmans ‘heldenverhalen’ noemt. “Leiders kunnen het verschil maken,” zegt Mosmans. Een bedrijf zoals Nike gebruikt heroïsche prestaties uit de bedrijfsgeschiedenis om de corporate story neer te zetten. Een ander voorbeeld is Apple waar de teruggekeerde topman Steve Jobs het symbool is van de inventiviteit van het bedrijf.
Toch is de vraag of de opleving van Apple wel helemaal op het conto van Jobs geschreven kan worden, of dat de internetbubble eind jaren negentig er ook wat mee te maken heeft gehad. De vraag is kortom in hoeverre de corporate story realiteitsgetrouw is, en bovendien of het zo’n heldenverhaal het bedrijf niet te veel met handen en voeten bindt. Welk verhaal moet Apple gaan vertellen op het moment dat Jobs definitief vertrekt? Volgens de propagandisten van de corporate story zoals Mosmans en Rijnja moet het bedrijf zijn verhaal continu, in dialoog met zijn klanten en andere stakeholders, blijven ontwikkelen. Mosmans: “Een organisatie schrijft geen verhaal, een organisatie is een verhaal.” De woorden zijn kenmerkend voor de huidige theorieën rond corporate storytelling. In beginsel is het een boeiend idee, maar de praktische uitwerking blijft vaag. Als je als organisatie een verhaal wilt zijn, hoe pak je dat dan aan? Hoe draagt het bedrijfsverhaal concreet bij aan de omzet of winst? Hoe moet je het verhaal op de helling gooien als het bedrijf, bijvoorbeeld door een overname, sterk verandert? Veel geslaagde voorbeelden van corporate
storytelling zijn er bovendien nog niet te vinden. Toch staan veel mensen in de communicatiebranche er positief tegenover. “Ik vind het een goede ontwikkeling,” zegt Giep Franzen, nestor van de Nederlandse reclame. Franzen schreef diverse boeken over reclame en merken. “Het ‘verhaalconcept’ draagt bij aan het historisch besef,” zegt hij, “wat de consistentie en continuïteit in het beleid ten goede komt. En een goed verhaal kan beter inspireren dan een aantal abstracte termen. Mensen denken in termen van verhalen; verhalen slaan een brug tussen de complexe werkelijkheid en abstracte strategieformuleringen.” Verhalen hebben de kracht om te motiveren, zoals Andy Mosmans opmerkt. Net zoals bij de gebroeders Jake en Elwood Blues, in de film The Blues Brothers, die een schier onmogelijke opdracht moesten volbrengen. Maar het lukte ze toch, want: “We’re on a mission from God.”

Wat & hoe

Wat > Corporate storytelling, bedrijfs(identiteits)verhalen versterken het imago van de organisatie en maken alle stakeholders duidelijk waar het bedrijf voor staat
Goeroes > Cees van Riel, hoogleraar bedrijfscommunicatie aan de Erasmus Universiteit, en Ashraf Ramzy, oprichter van Narrativity, zijn de meest geciteerde wetenschapper respectievelijk consultant
Stand van zaken > Belangstelling neemt toe; geslaagde voorbeelden van corporate story’s zijn echter nog zeldzaam
Boeken > De in dit artikel genoemde boeken waarin corporate storytelling een rol speelt zijn Ondernemingssucces van Andy Mosmans (Kluwer, 2004) en Storytelling van Guido Rijnja en Ron van der Jagt, red. (Kluwer, 2004).

Unilever: vitaal

Met een tien miljoen euro kostende operatie is Unilever bezig zijn dertig jaar oude logo te vervangen. Vitaliteit is het kernwoord in het bedrijfsverhaal. In het logo is het thema uitgewerkt in talloze kleine icoontjes die bepaalde onderdelen van het bedrijf vertegenwoordigen (de zon voor ‘energiebron’, een bij voor ‘schepping, bestuiving, hard werken, biodiversiteit’ et cetera). Opvallend is dat Unilever consultatierondes houdt met imagospecialisten uit binnen- en buitenland. Vroeger werden de strategie en visie vaak binnenskamers gehouden; tegenwoordig ligt alles open.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Philips: geavanceerd

Topman Gerard Kleisterlee: “We willen dat mensen Philips herkennen als een bedrijf dat geavanceerd bezig is, dat klantgericht bezig is, en dat oplossingen brengt die voor mensen makkelijk te gebruiken zijn. Eenvoudig in de interactie, of dat nou het product is of de communicatie met het bedrijf.” Tijdens de tweede global marketing meeting, eerder dit jaar in Noordwijk, werd deze positionering aan de Philips-marketeers voorgelegd. Een ander onderdeel van de storytelling is dat de oprichters van het bedrijf weer van stal worden gehaald.

De terugkeer van angstgedreven management – en waarom het zal falen

Elon Musk eist wekelijkse verantwoording: geen e-mail, geen baan. Een toxische werkcultuur mag tijdelijk resultaten boeken, maar verstikt uiteindelijk wat elke organisatie nodig heeft, schrijft auteur en historicus Marc Vollebregt. 'Werk is meer dan een rigide lijst van taken.'

donald trump elon musk angst management
Foto: Getty Images

De wereld verandert. De afgelopen maanden heb ik met verbazing het nieuws gevolgd. De geopolitieke verschuiving die we op dit moment zien, zal ook de manier veranderen waarop we werken en organisaties leiden.

Want een zorgwekkende trend is bezig aan zijn terugkeer: management door angst. Neem als voorbeeld Elon Musks recente eis dat Amerikaanse overheidsmedewerkers wekelijks een e-mail sturen met wat zij die week gedaan hebben. Geen e-mail gestuurd? You’re fired!

De maatregel zou moeten leiden tot een hogere productiviteit, maar werkt contraproductief. Waarom? Omdat deze is gebaseerd op een fundamenteel misverstand over wat werk echt is, en op een achterhaald idee van hoe mensen tot hun beste werk komen.

Een onveilige werkplek

Deze maatregel schreeuwt wantrouwen. En daar zit de grootste schade. Het suggereert dat medewerkers wekelijks hun waarde moeten bewijzen om hun baan te behouden. Maar als mensen continu hun bestaan moeten rechtvaardigen onder dreiging van ontslag, wordt de werkplek onveilig.

En wat krijg je dan? Angst, stress en collega’s die hun eigen hachje proberen te redden — in plaats van eerlijkheid, autonomie en een goede samenwerking.

Laten we duidelijk zijn: een toxische werkomgeving kán ‘werken’. De geschiedenis zit vol met voorbeelden. Maar tegen welke prijs? Burn-outs, een hoog personeelsverloop, medewerkers die hun stress meenemen naar huis.

En ja, misschien werkt Musks aanpak op de korte termijn. Maar geef het een paar maanden en de scheuren worden zichtbaar: gedemotiveerde teams, een uittocht van talent, verlies van ervaring en kennis en een gebrek aan innovatie. Wat is een organisatie nog waard als de beste mensen vertrekken?

Lees ook: Wanneer de baas een tiran is presteert iedereen slechter

De obsessie met meetbaarheid

De fixatie op wat zichtbaar is, in plaats van wat waardevol is, vormt een probleem. Werk is meer dan een rigide lijst van taken.

Impact meten in bulletpoints lijkt logisch, maar gaat voorbij aan de realiteit van werk. De meest waardevolle bijdragen laten zich niet in cijfers vatten: een collega ondersteunen in een moeilijke situatie, een complex probleem doorgronden, de sfeer in een team bewaken. Door alleen te belonen wat meetbaar is, riskeer je het verwijderen van precies die elementen die een organisatie op de lange termijn succesvol maken.

In een angstcultuur zullen medewerkers waarschijnlijk zich waarschijnlijk effectiever en efficiënter voordoen dan daadwerkelijk het geval is. En wie durft er nog risico’s te nemen of te innoveren als elke week een test is om te bewijzen dat je mag blijven?

Mensgerichte organisaties

Het alternatief? In plaats van te leiden met angst, zouden organisaties zich moeten richten op wat de mens écht nodig heeft: een omgeving waarin mensen zich veilig, gewaardeerd en gemotiveerd voelen. Al decennia lang laat onderzoek van Edward Deci en Richard Ryan zien dat mensen drie dingen nodig hebben om hun beste werk te leveren: autonomie, competentie en verbinding.

Autonomie is de sleutel. Mensen leveren hun beste werk wanneer ze voelen dat ze zelf beslissingen kunnen nemen, deze kunnen afstemmen op hun eigen interesses en niet continu onder druk worden gezet door een externe factor.

Hoe stimuleer je dat gevoel van autonomie? Laat onnodige controle los en stop met micromanagen. Laat medewerkers zelf bepalen hoe, wanneer en met wie ze werken. Vervang top-down controle door systemen die vertrouwen en samenwerking bevorderen.

Start de dag met een korte stand-up waarin iedereen deelt wat ze gisteren hebben gedaan, wat ze vandaag gaan doen en of ze ergens hulp bij nodig hebben. Werk met een gedeelde takenlijst waarop duidelijk is wie waarvoor verantwoordelijk is. Check-in met je collega’s: hoe gaat het met ze en hoe zouden ze nog meer willen bijdragen?

Lees ook: Leiders, hang niet langer de held uit. Het mag best een beetje menselijker

Meer dan management

Maar dit gaat niet alleen over productiviteit en management. Dit gaat over het soort organisaties dat we willen bouwen. Over de wereld waarin we willen werken en de manier waarop we onze levens willen leiden.

In plaats van angstgedreven management uit het verleden terug te halen, moeten we vooruitkijken. Laten we werkplekken creëren waar mensen zich vertrouwd, gewaardeerd en betekenisvol voelen. Werk kan — en moet — beter dan dit.

Let’s make work human again.