Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Tobclub

Een bescheiden derde plaats in de eredivisie. Ajax, dat zichzelf graag als een Europese topclub ziet, had dit seizoen iets anders in gedachten. Hoe kan het dat een glorieus verleden en een onprofessionele organisatie in de Amsterdam ArenA hand in hand gaan? Of: wat Ajax kan leren van PSV.

De problemen bij Ajax zijn bekend. De jonge ploeg op het veld laat te veel steken vallen. Het aankoopbeleid van de afgelopen jaren was een fiasco. De technisch directeur (Louis van Gaal) kon zich niet vinden in de aangepaste doelstellingen en vertrok. De trainer (Ronald Koeman) vertrok op zijn beurt na een reeks tegenvallende resultaten. Een onervaren trainer (Danny Blind) met een onervaren team moet nu zien te redden wat er te redden valt.
De toekomst lijkt somber. Door het missen van de Champions League-miljoenen dreigt het Amsterdamse paradepaardje verder af te glijden. De gedroomde transferbedragen voor talenten zoals Rafael van der Vaart en Nigel de Jong beginnen op een fata morgana te lijken. Tot overmaat van ramp komt de Belastingdienst met een naheffing van 5,8 miljoen euro (wegens foute transfers uit 1997). De huidige begroting van 56 miljoen euro zal komend seizoen misschien drastisch naar beneden moeten worden bijgesteld.
In vergelijking met Ajax is PSV een oase van rust. In plaats van een veredeld jeugdelftal staat er in Eindhoven een volwassen selectie op de grasmat. Ook buiten de lijnen, in de bestuurskamers, ziet PSV er vergeleken met Ajax solide uit. Beide clubs hebben de dubbele structuur van enerzijds de vennootschap en anderzijds een vereniging. De directie van PSV NV wordt bijgestaan door een ‘zware’ raad van commissarissen, met daarin onder meer Jan Timmer en Gerard Verdonschot (ex-topmannen van respectievelijk Philips en ASML). De Voetbalvereniging PSV wordt gedragen door een bestuur met de zeer ervaren Harry van Raaij als voorzitter.
Bij Ajax neemt een klein groepje bestuurders zowel de commissariaten als de bestuurszetels voor zijn rekening. Het gaat om relatief onbekende namen zoals de advocaat John Jaakke, de NVB-directeur Hein Blocks en de voormalige topvoetballer Klaas Nuninga. De andere commissarissen (Sjoerd van Loon en Frank Eijken) zijn ook geen bekende figuren uit de zakenwereld. In het management weerspiegelen zich de veldverhoudingen: bij PSV zit veel meer ervaring dan bij Ajax.

Van Eijden

Hebben de verschillen in de top iets te maken met de prestaties van de beide elftallen? Duidelijk is dat algemeen directeur Arie van Eijden bij Ajax een grotere rol kan spelen dan zijn tegenvoeter bij PSV, Rob Westerhof. Zonder technisch directeur en met zowel een trainer als bestuur met weinig ‘dienstjaren’, is er minder tegenwicht voor Van Eijdens invloed. Of zoals een betrokkene bij de club zegt: “Arie van Eijden is gewoon de baas.”
Wat veel waarnemers de afgelopen jaren heeft verbaasd, is dat Ajax ondanks de successen uit het verleden niet geslaagd is in het opbouwen van een professionele organisatie. Hoewel Ronald Koeman als mens werd gerespecteerd, kostte zijn falend aankoopbeleid de club handenvol geld. Als veldtrainer heeft Koeman bovendien een matige reputatie. Krachttrainingen waren er nauwelijks, er werden vooral partijtjes gespeeld. En wat betrokkenen het meest verbaasde: communicatie met de spelers werd door de trainer niet nodig geacht.
Veel Europese topclubs wendden zich afgelopen jaren tot wetenschappelijke methoden om de prestaties te verbeteren. Een voorbeeld is AC Milan. Met MilanLab, een onderzoekscentrum waar zo veel mogelijk gegevens van de spelers worden verzameld, wist de club het aantal blessures drastisch te reduceren. Voor voetbalbegrippen ‘bejaarde’ spelers als Maldini en Costacurta konden nog jarenlang mee op het hoge niveau van de Serie A. Bij Ajax zijn dergelijke methoden onbekend. Ajax werd de afgelopen jaren geteisterd door een ware blessureplaag waar dragende spelers zoals Galásek en Pienaar, en zelfs diverse keepers, door werden getroffen. AC Milan maakt dit jaar kans om (opnieuw) de Champions League te winnen – Ajax niet.
“Ik zou niet zo ver willen gaan om Jaakke of Van Eijden de schuld van de problemen te geven,” zegt sportconsultant Frank van den Wall Bake. “Het is nu eenmaal zo dat de factor geluk in de sport enorm groot is. PSV heeft een voltreffer geplaatst met het aantrekken van Guus Hiddink. Die is erin geslaagd van PSV een harmonieus lichaam te maken, terwijl Van Gaal en Koeman dat niet lukte. Maar als PSV drie keer verliest is de rust weer weg. Die onvoorspelbaarheid is nu juist het leuke van de sport.”
Terecht of niet, op de Ajax-tribunes werd Van Eijden steeds meer als hoofdschuldige gezien. Het ‘Arie rot op’ werd afgelopen maanden regelmatig gescandeerd. Door de aanstelling van Blind als hoofdtrainer midden in het seizoen door te drukken, is die roep nu weer verstomd. Voorlopig is Blind een goede bliksemafleider.
Volgens Ton van Rhoon, directeur van Quintrix en begeleider van voetbalcoaches, is Van Eijden niet te benijden. “Het drama van Ajax is de grote druk waaronder de club staat,” zegt Van Rhoon. Met het oog op de beursnotering moeten bepaalde bedrijfsresultaten worden bereikt. Aan de andere kant is er nog de oude verenigingsstructuur met zijn ‘vijfde colonne’: de stakeholders zoals supporters en invloedrijke oud-spelers. De directie moet met alle belangen rekening houden. “Er is een essentieel verschil van het voetbal met het bedrijfsleven,” aldus Van Roon. “Een probleem heeft altijd een gezicht.” Als het misgaat moet een van de ‘poppetjes’ sneuvelen.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Witte zakdoeken

Een ander poppetje dat onder vuur lag was voorzitter Jaakke. Op de tribunes bij Ajax werd de afgelopen maanden gezwaaid met witte zakdoeken, het uit Barcelona overgewaaide teken dat de supporters van het bestuur af willen. Als Jaakke aan die roep zou voldoen, zou de club voor het grote probleem komen te staan weer een nieuwe voorzitter te moeten vinden. De vorige keer kostte het al veel moeite, een commissie onder voorzitterschap van KLM-topman Van Wijk was er twee jaar mee bezig. Diverse ‘zware’ kandidaten (waaronder Van Wijk zelf) bedankten voor de eer. Toen tenslotte Jaakke uit de hoge hoed kwam, kwam dat binnen en buiten de club als een volslagen verrassing.
De aarzeling van topmanagers om voor het Ajax-bestuur te kiezen is begrijpelijk. Het afbraakrisico is groot. De schijnwerpers zijn voortdurend op de club gericht. “Als bij Ajax iets gebeurt staat het op de voorpagina,” zegt Van den Wall Bake. “Feijenoord komt op pagina twee en PSV op pagina vijf. Dat is een voordeel als het goed gaat, en een nadeel als het slecht gaat.” Ook de supporters van de club lijken een kortere lont te hebben. Ajax moet niet alleen winnen maar ook dwingend en artistiek spelen. Gebeurt dat niet, dan ontsteekt een volkswoede in de Amsterdam ArenA.
De druk van publiek en media hebben de club geen goed gedaan. Het komen en gaan van trainers en technisch directeuren is funest voor het langetermijnbeleid. Eén ding is zeker: de Europese top is ver weg.