Hoe ziet de toekomst van duurzame mobiliteit eruit? Radicaal anders of gaan we geleidelijk naar een groene toekomst?
De toekomst van duurzame mobiliteit was het onderwerp van de workshop Moving Green in 2018 van Management Team en Climate Neutral Group. Duurzaam ondernemer Ruud Koornstra (foto), bekend van energieleverancier Oxxio, led-lampenmaker Lemnis en de Visa greencard, is van de eerste school. Hij denkt dat de toekomst radicaal anders wordt.
Tipping points
Koornstra ziet overal tipping points, het punt waarop nieuwe technologie doorbreekt. Hét voorbeeld is de opkomst van de elektrische auto die volgens Koornstra een spectaculaire groei doormaakt. Hetzelfde geldt voor de opkomst van autodelen. De huidige generatie jongeren geeft niets meer om het bezit van een auto. Beide ontwikkelingen gaan het businessmodel van gevestigde bedrijven op zijn kop zetten. ‘Het is de tijd van tipping ponts en game changers’, aldus de ondernemer.
Megatrends op de lange termijn
Het contrast met de eerdere spreker, Frank Hagemeier van Siemens, was groot. Waar Koornstra radicale verandering ziet, zien Hagemeier en Siemens vooral megatrends op de lange termijn. In een notendop is de toekomstvisie van Siemens dat steden de groei van het autoverkeer niet aan zullen kunnen. Het is daarom onvermijdelijk dat de toekomst van mobiliteit ligt bij het openbaar vervoer (ov). ‘De auto is de verstopper van de stedelijke omgeving. Er moet een alternatief komen’, hield Hagemeier het publiek voor.
OV brengt je nu niet op je bestemming
Het ov kan dat alternatief alleen pas zijn als de verschillende vormen van ov naadloos op elkaar aansluiten. Reizigers moeten net zo makkelijk met het ov van deur tot deur kunnen reizen als met de auto. ‘De auto wordt ingezet omdat er in onze optiek ontbrekende schakels zijn. Ik kom niet op mijn bestemming met het openbaar vervoer, met name in de stedelijke omgeving niet.’ Hagemeier hield daarom een pleidooi voor de aanleg van lightrail-verbindingen. Een geslaagd voorbeeld hiervan is de Randstadrail, een kruising tussen een trein, een metro en een tram die Den Haag, Delft en Rotterdam verbindt. Dit soort regionale verbindingen vullen een gat tussen de trein en het lokale openbaar vervoer.
Iets van de lange adem
De aanleg van nieuwe infrastructuur is iets van de lange adem, zeker in Nederland. ‘Als je kijkt hoelang we bezig zijn om een Noord-Zuidlijn aan te leggen, kun je niet zeggen dat we de zaken op orde hebben.’ Hagemeier kwam dan ook tot de conclusie dat er dit decennium in ieder geval niet zoveel zal veranderen aan de manier van reizen.
Het waarom is heel belangrijk
Na deze toekomstscenario's werd in rondetafelgesprekken onder leiding van experts van Climate Neutral Group (CNG) gediscussieerd over de vraag hoe je als bedrijf nu al aan de slag kunt gaan met duurzame mobiliteit. Bart van den Berg, senior consultant, bij CNG vertelde in het tafelgesprek dat hij leidde dat het vooral belangrijk is jezelf de vraag te stellen waarom je zou willen verduurzamen. ‘Het is belangrijk om bij dat waarom te beginnen. Als je dan de weg inslaat gelooft iedereen dat je 20 procent reductie kunt halen en krijg makkelijker iedereen mee.'
Concrete stappen van Philips
Robert Metzke, de directeur van het EcoVision-programma van Philips, liet zien hoe het elektronicaconcern werkt aan vergroening. Met het EcoVisie5 programma investeert het bedrijf 2 miljard euro tot 2015 in milieuvriendelijke producten en diensten. Zo probeert Philips materiaalkringlopen te sluiten en moet de energie efficiëntie van het gemiddelde product binnen 5 jaar met 50 procent verbeteren. Groene mobiliteit voor medewerkers is een onderdeel van deze aanpak.
Aanpak wagenpark
Metzke beschreef hoe Philips het wagenpark aanpakt. In de VS stelt het concern eisen aan de emissies van nieuwe auto’s die worden aangeschaft. ‘Service engineers die een mri-scanner repareren hebben geen fourwheeldrive nodig’, aldus de directeur. In Nederland loopt daarnaast een programma dat gericht is op zuiniger rijgedrag. De projecten hebben zich vrijwel direct uitbetaald in minder CO2-uitstoot en lagere brandstofkosten.
Alleen parkeerplaats als je lang moet reizen
Een tweede voorbeeld van Metzke’s aanpak ging over de verdeling van parkeerplaatsen op het hoofdkantoor in Amsterdam. Het kantoor had na een verbouwing te weinig parkeerruimte voor alle medewerkers. Het team van Metzke kreeg een grote vinger in de pap bij het opstellen van de nieuwe verdeelmethode. In het kort komt het erop neer dat wie dichtbij genoeg woont om het ov of de fiets te nemen of een goede ov-verbinding heeft, geen parkeerplaats meer krijgt. Deze aanpak leidt niet alleen to minder CO2-uitstoot en brandstofverbruik maar ook tot een besparing van meer dan 100 manuren werktijd per dag door korter reistijden en slimmere mobiliteit.
Meetbare stappen
In een klein half uurtje liet Metzke zo op zakelijke wijze zien hoe een multinational nu al serieuze, meetbare stappen kan zetten op weg naar verduurzaming van zijn mobiliteit. Daarmee gaf hij concrete invulling aan de vergezichten van Koornstra en Siemens en wees hij de aanwezige managers en ondernemers die ook willen vergroenen de weg.
