Elk nieuw kabinet moet na het opstellen van het regeerakkoord zowel met provincies als met gemeenten afspraken maken over de beleidsagenda voor de komende jaren. Die afspraken kunnen worden gemaakt door afzonderlijke bestuursakkoorden af te sluiten.
Dit is een van de aanbevelingen die de Raad van State doet in een vandaag gepubliceerde beschouwing over de interbestuurlijke verhoudingen in Nederland.
Deze bestuursakkoorden voorkomen onduidelijkheden over de inhoud van het regeerakkoord en de gevolgen die dat akkoord heeft voor zowel provincies als gemeenten. In deze bestuursakkoorden staan concrete afspraken over de oplossing van maatschappelijke vraagstukken. Daarnaast is de mogelijkheid opgenomen om te differentiëren tussen en binnen decentrale overheden. Ook moet dan een duidelijke periode aangegeven waarbinnen nieuw beleid of regelgeving zal worden doorgevoerd.
Code Interbestuurlijke Verhoudingen
De Raad van State heeft deze beschouwing geschreven op verzoek van de regering, het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Het verzoek is een uitvloeisel van de afspraken die het Rijk, de provincies en de gemeenten in november 2004 zijn overeengekomen en die zijn vastgelegd in de Code Interbestuurlijke
Kennis staatsrechtelijke grondslagen
Een andere aanbeveling van de Raad van State betreft het vergroten van de kennis van de staatsrechtelijke grondslagen van het openbaar bestuur bij degenen die werkzaam zijn in het openbaar bestuur. De Raad van State is tot deze aanbevelingen gekomen na een analyse van de oorzaken van spanningen in de interbestuurlijke verhoudingen. Dit is de eerste periodieke beschouwing die de Raad van State over de interbestuurlijke verhoudingen uitbrengt. Het is de bedoeling dat de Raad tweejaarlijks een beschouwing over dit onderwerp publiceert.
(Overheidsmanagement.nl)
