‘Culturele verschillen’ blijken veel minder vaak aan de basis te liggen van mislukte fusies en overnames dan het management beweert. Ze zijn vooral een makkelijk excuus om te verbloemen dat de managers hun werk niet goed doen. Dat blijkt uit onderzoek van adviesbureau KPMG.
Culturele gronden zijn niet alleen een makkelijk excuus om het management vrij te pleiten, het woord ‘cultuur’ is bovendien zo breed dat het in feite betekenisloos is. “Je kunt net zo goed het weer de schuld geven”, zegt John Kelly, Hoofd Integratieadvies van KPMG. Toch zijn culturele verschillen de hoofdreden die correspondenten (CEO’s en private equity-huizen) aangeven als het grootste probleem waar ze na een fusie of overname tegenaan lopen. 80% zegt niet voorbereid te zijn op cultuurverschillen en zij die wel meteen aandacht schenken aan zogenaamde ‘culturele problemen’ bereiken ook sneller consensus en resultaten. Uit verdere navraag blijkt echter dat niet culturele verschillen, maar het herstructureren van het managementteam en het omgaan met verschillende manieren van werken de grootste struikelblokken na overnames zijn. (ManagersOnline)
