Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

James Bond met broodtrommel

De AIVD komt alleen in het nieuws als er weer een blunder is begaan. En aan imagomanagement valt weinig te doen want de geheime dienst mag geen informatie over zichzelf naar buiten brengen. Hoe werf je dan nog geschikt personeel? "We moeten vaak uitleggen dat wij geen mensen arresteren en dat we niet gewapend zijn."

Sinds kort huist de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst in Zoetermeer. In het voormalige pand van het Ministerie van Onderwijs wordt de laatste hand gelegd aan een verbouwing. Het pand wordt aangepast aan de eisen van de tijd en die van de AIVD.
Een deurbel is lastig te vinden. Een naambordje ontbreekt. De receptie gaat schuil achter geblindeerde ramen. Mensen met snode plannen kunnen niet naar binnen kijken. Anderen ook niet overigens. Misschien zijn het de losse eindjes van een verhuizing en verbouwing, maar de ontbrekende herkenningstekens verhogen het mysterie rond de AIVD.

Afluisteren
Hier werken de mensen die onderzoeken, afluisteren, achtervolgen, infiltreren en analyseren om het volk en de staat veilig te houden. Zij waken over de democratische rechtsorde, maar staan er zelf deels buiten. Gebonden aan een speciale wet, en onderworpen aan toezicht vanuit de Tweede Kamer, maar transparantie is ver te zoeken. Delen van de geheime dienst zijn in nevelen gehuld. Ze doen niet alleen in ‘intel', maar ook aan ‘veiligheid'. Niet in de laatste plaats aan de veiligheid van de mensen die er werken.
Rond het pand vormen betonnen paaltjes een erehaag. Elke meter één. Een bomauto rijdt zich te pletter op de fors uitgevallen Amsterdammertjes en zal dan aanzienlijk minder schade toebrengen. Naast de geblindeerde entree is het de tweede in het oog springende veiligheidsmaatregel. En dat is buiten de overdaad aan spiedende camera's aan de gevel. Die zie je tenslotte overal.
Iets van de studentikoze rebel die ik vroeger was ontwaakt en gniffelt als ik mijn motor tussen de paaltjes door manoeuvreer en hem strak tegen het pand aan op zijn standaard zet. Bomauto's zijn zo passé.
Eenmaal binnen, ontdaan van mobiele telefoon en gescand op metalen voorwerpen, mag ik met Miranda Havinga mee. Ze is woordvoerder van ‘de dienst' en de enige die met achternaam naar buiten treedt. In een van de spreekkamers in de kelder -een lege, haast steriele ruimte – wacht Paul. Hij is van de arbeidsmarktcommunicatie en ontwikkelt campagnes om nieuwe mensen te werven. Als er één medewerker van de AIVD iets merkt van het imago dat de dienst heeft, dan moet hij het zijn.

Slecht nieuws
Wat ís dat imago? Velen associëren de AIVD toch vooral met rondslingerende usb-sticks. En het erge is dat de verdwaalde datadragers niet eens van de AIVD waren. En toch kleven blunders – ook die van anderen – aan de geheime dienst. De AIVD weet het lekken vanuit de eigen organisatie niet te voorkomen. Dit terwijl het beveiligen van informatiestromen en screenen van mensen de core business is. Het is een opeenstapeling van slecht nieuws en de AIVD kan het niet eens counteren met informatie over zichzelf. Die is tenslotte geheim…
Toch klopt dat niet helemaal. De AIVD zit gevangen in een rare spagaat tussen geheimhouding enerzijds en anderzijds de behoefte om publiek verantwoording af te leggen. De democratie eist enige openheid. Een jaarverslag, een heuse afdeling die praat met de pers en de genuanceerde rapporten over de gevaren voor de samenleving. Dat is het publieke gezicht van de ambtenaren die vooral in geheimen doen en in het ‘staatsbelang' aan de spiedende blik van de buitenwereld worden onttrokken. 
"We hebben zelf onderzoek laten doen naar ons imago", vertelt Havinga. "Daaruit bleek dat we een hoge naamsbekendheid hebben. Men ziet ons als integer en professioneel. Ook de geluiden die we van ambtenaren en politici terugkrijgen zijn positief. Ze beoordelen onze genuanceerdheid als een sterk punt." Havinga wijst er met nadruk op dat het imago echt niet zo erg is al ik veronderstel. "Ook onder bevriende diensten hebben we een goede naam."
Toch is dat stralend aureool niet voor iedereen zichtbaar.
"Tja, het imago van de AIVD…", Eugene Roorda, reclamemaker die veel lastige overheidsboodschappen tot campagnes omtoverde, is even stil, maar dan schetst hij staccato zijn trefwoorden van de AIVD. "Burgerlijk, braaf, een zweem van incompetentie. Klungelig. Erg ‘negen tot vijf' en met een trommeltje boterhammen op de bagagedrager naar het werk. Bureaucratisch. Ze hebben niks spannends."
Saai en alleen in de media als het mis gaat. Zo'n vlak, weinig positief imago als Roorda schetst, kan niet anders dan een enorme hindernis zijn. Het werven van nieuwe medewerkers moet op de overspannen arbeidsmarkt welhaast onmogelijk zijn. Nog eens extra bemoeilijkt door de snelle groei die de geheime dienst doormaakte. In de afgelopen jaren moesten er zo'n 500 nieuwe mensen worden aangetrokken. Nu werken er rond de 1300. De harde groei weerspiegelt de veranderde verhoudingen in de wereld. Terrorisme, vooral vanuit ‘jihadistische' hoek, is altijd wel ergens aanwezig. Na de moorden op Theo van Gogh en die op Pim Fortuyn is de behoefte aan een goed functionerend inlichtingenapparaat alleen maar groter geworden. 
"Nee, zo moeilijk is het niet om aan mensen te komen", zegt Paul. "Feitelijk hebben we over belangstelling niet te klagen, al zijn er wel moeilijk vervulbare vacatures." Toch gaat hij wel actief de boer op. Hij trekt langs universiteiten en hoge scholen. "We zoeken voor onze teams hbo'ers en academici. Natuurlijk kan ik niet op alle vragen antwoord geven, maar ik kan wel veel meer vertellen dan de studenten, vaak zo'n veertig tot zestig in een zaaltje, vooraf verwachten."
Waar Paul vooral tegen aanloopt is het gebrek aan kennis dat er bij het grote publiek en de te werven geheim agenten is. Maar voor de mensen die overwegen om ‘aan de andere kant van de straat te gaan lopen' is het imago van de AIVD alles behalve duf, saai en ambtelijk. "Juist omdat er niet zoveel bekend is, een soort zwart gat zo je wilt, gaan mensen zelf het beeld vullen. En dat gebeurt met clichés. Ik moet vaak toch wel uitleggen dat wij geen mensen arresteren en dat we niet gewapend zijn."

Spin in het web
Tijdens die roadshows vertelt Paul de spionnen in spé onder andere over de manier waarop de teams bij de AIVD zijn samengesteld. "De centrale persoon in een team is de bewerker. Deze bewerker is het verzamelpunt van alle informatie. Hij is ook degene kijkt of het nodig is dat er gevolgd of geobserveerd wordt." Toch is die spin in het web, de bewerker, niet de enige academicus die de AIVD naar binnen probeert te hengelen. In een team is ook een analist die nog eens goed naar alle informatie kijkt en analyseert of alles klopt.
"In zo'n zaal begrijpen ze heel goed dat er dingen zijn die we niet vertellen. Maar ik vertel wel dat het doek opengaat tijdens de introductietraining van een maand voor iedere nieuwe medewerker." In die maand worden de rekruten de wereld van de geheime dienst binnengeloodst en krijgen ze inzicht in de organisatie en de verschillende afdelingen. Voor Paul, vooral bezig met personeel, was het een revelatie. Met aanstekelijk enthousiasme vertelt hij over zijn eigen inwijdingsrite. "Je komt blanco binnen, maar in de eerste drie dagen valt alles op zijn plek. Dan raak je doordrongen van de noodzaak, van de urgentie en het belang van het werk hier. Daarna lees je de krant nooit meer met dezelfde blik. De dingen die daar staan, dat is je werkveld. Soms weet je meer en mag je het niet zeggen. Het wordt intenser."
Toch tasten ook Paul en Miranda nog regelmatig in het duister. "We werken hier toch echt op een ‘need to know-basis", zegt Havinga. "Ik weet dus ook alleen die dingen die ik voor mijn werk als persvoorlichter moet weten." De AIVD wil vooral, zoals dat zo mooi heet, een afspiegeling van de samenleving zijn. "Kijk, voor de volg- en observatie teams gelden ook fysieke eisen. Kleurenblindheid is bijvoorbeeld een uitsluitinggrond. Je moet wel de die rode jas kunnen zien", meldt Paul desgevraagd. Enige fysieke fitheid is ook wel nodig. Al is het maar omdat iedereen in zo'n buitenteam een gespecialiseerde rijopleiding krijgt.
"Maar voor de rest zijn we ook een gewone organisatie. Met secretaresses, hrm en alle andere dingen. In die zin is het erg gewoon. Een 36-urige werkweek, goede ouderschapregelingen en een goede overwerkregeling." De AIVD is net een gewone overheidsdienst. Maar niet als alle andere. "Je mag maar weinig vertellen over je eigen werk. Je krijgt dan ook een toeslag omdat het een flinke wissel op het privéleven kan trekken. Je voelt, als je er eenmaal deel van uitmaakt, dat het een bijzondere organisatie is."

Ambtelijk imago
Dus toch. Dat softe, ambtelijke imago dat Roorda signaleert, kan wel eens een beetje stroken met de werkelijkheid. Mensen die eenmaal binnentreden gaan niet snel weer weg. "Als je voor de AIVD kiest, is dat een zeer bewuste keuze. Je moet duidelijk weten dat er ook beperkingen aan zitten." Op de website staat een waarschuwing om als je solliciteert, dit niet te vertellen. Het kan de sollicitatieprocedure en je eventuele loopbaan bij de AIVD schaden. Bovendien kan het je veiligheid in gevaar brengen! waarschuwt de dienst dreigend. "Het is een eerste drempel. Die werpen we bewust op en mensen moeten hem nemen. Dat scheelt. Een andere factor is dat mensen van het middenmanagement allemaal bij ons zijn begonnen. Het middenkader, zij die leidinggeven bij operationele activiteiten, komt natuurlijk niet van buiten. Daarvoor is het werk te gespecialiseerd. Dus inderdaad, als ik zeg dat er goede groeiperspectieven zijn, dan klopt dat zeer zeker," meent Paul.
Toch dragen die interne doorstroming en ook de lage uitstroomcijfers niet bij aan een waanzinnig dynamische uitstraling. Hoe zou reclamemaker Roorda, die ‘echt niet beter slaapt doordat die ambtenaren over mij waken' invulling geven aan het imago van de geheime dienst? "Normaal zou ik zeggen, lek eens per jaar eens een keiharde scoop. Maar dat kan natuurlijk niet zomaar."
Roorda loopt hier op tegen hét probleem rond het maatschappelijk imago van de geheime dienst. Veel mag juist niet in de openbaarheid komen. Imagomanagement met minimaal één hand op de rug.
Voor Roorda zit daar na enig denken juist de mogelijkheid om de AIVD te positioneren. "Vier die geheimzinnigheid. Vier de stilte. Dus probeer je niet maatschappelijk te verantwoorden. We hebben toch al genoeg ‘softe' instanties." Zijn  reclamebrein slaat een zijpad in. "De AIVD, ze hebben hun naam niet mee. Klinkt als een korfbalvereniging. Nee, dan was de BVD beter. Die lettercombinatie heeft iets stoers. Maar hoe dan ook, ze moeten juist naar buiten brengen dat ze wel willen praten, maar niet kunnen. We zijn te belangrijk en te druk om ons überhaupt om ons imago bij het publiek te bekommeren, dat moeten ze uitstralen. Dat aura van geheimzinnigheid is de sleutel."
Roorda wil wel terug naar de lange regenjassen, de opgezette kragen en de scheefgetrokken gleufhoeden. "Daar zit mysterie in." Maar ja, hoe zet je dat geheimzinnige, spannende, actiegerichte hard boiled imago in als je net als Paul  spionnen werft? Voor Paul is een essentiële kwaliteit van de mensen die hij aan de dienst wil binden dat ze kunnen omgaan met het niet vertellen van spannende dingen. Roorda, na enige aarzeling, "Ja dat is wel waar, ze moeten met geheimen omgaan."
"Wij", zegt Roorda met een vette knipoog in zijn stem, "kunnen op een feestje een beetje pochen met het feit dat we reclamemaker of journalist zijn. Dat doet het best goed bij de meisjes." AIVD'ers kunnen zich niet op die manier door hun hormonen laten leiden. In het landsbelang houden zij zich op de achtergrond en hun mond dicht.
"Tja, als je het zo zegt, misschien klopt het dan wel. Een beetje saai, degelijk, negen tot vijf. Dat zijn wel de mensen die ze nodig hebben."
Zo bezien is het imago van de AIVD, ondanks die lijst blunders, niet eens zo slecht of afwijkend van de werkelijkheid.

De grootste blunders

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

2004: De AIVD heeft Mohammed B., de moordenaar van Theo van Gogh geïdentificeerd, geobserveerd en als ‘een minder concrete dreiging' terzijde geschoven.
2005: Diskettes met intieme, vertrouwelijke details over het leven van Pim Fortuyn liggen in een geretourneerde leaseauto. De verantwoordelijke medewerker was van de Regionale Inlichtingen Dienst, die bekend staat als een ‘vooruitgeschoven post' van de AIVD, waar de medewerker nu in dienst is.
2005: AIVD-tolk Outman Ben A., die als audiobewerker potentiële terroristen afluistert, geeft informatie door aan diezelfde afgeluisterden en wordt tot 4,5 jaar cel veroordeeld.
2006: De AIVD wordt door de rechter gedwongen te stoppen met het afluisteren van twee Telegraafjournalisten. De dienst zoekt antwoord op de vraag hoe de twee – én enkele criminelen – aan AIVD-dossiers over wapen- en drugshandelaar Mink K. zijn gekomen.