Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

‘Houd massaproductie in eigen land’

Door massaproductie te verhuizen naar Azië, gaat te veel belangrijke kennis en ervaring verloren, zegt Andy Grove, de vroegere topman van Intel.

 

De uitbesteding van werk naar het buitenland is volgens de voormalige ceo schadelijk voor de innovatie in het eigen land en dreigt te leiden tot grote maatschappelijke spanningen in de VS. In een opininiestuk in Bloomberg Businessweek roept Andy Grove de Amerikaanse regering op tot meer werkgelegenheidsgericht leiderschap.

Grove is het niet eens met de opvatting dat zolang (kennis)werk met hoge toegevoegde waarde in de VS blijft, het geen kwaad kan dat de massaproductie verhuist naar China en de rest van Azië. Het zijn opvallende uitspraken van de vroegere topman van Intel, een bedrijf dat in de loop van de tijd juist vele banen in Azië heeft gecreëerd.

Uitbesteden creëert massa werklozen

“Veel kenniswerk blijft misschien wel in de VS en een groot deel van de winsten die de bedrijven maken ook, maar wat voor samenleving krijgen we als we hierdoor aan de ene kant een grote groep hoogopgeleide goedbetaalde mensen hebben die het kenniswerk verricht, en aan de andere kant met een massa werklozen blijven zitten, waar geen werk meer voor is, omdat het allemaal wordt uitbesteed naar het buitenland”, vraagt Grove zich nu af.

Volgens de voormalige Intel-topman werken momenteel 166.000 mensenin de VS  aan de productie van computers. Dat is minder dan in de jaren zeventig, toen de eerste PC, de MITS Altair 2800 werd gemaakt. In Azië werken inmiddels 1,5 miljoen mensen in de computerindustrie.

Grove: “Sinds de begindagen van Sillicon Valley wordt meer en meer geld geïnvesteerd in techbedrijven. In Amerika stegen de kosten voor lonen en gezondheidszorg en dus lonkte de overstap naar fabricage in het goedkopere China. De kosten daalden door het werk overzees, de marges gingen omhoog. Management en aandeelhouders waren tevreden. De groei zette door en winstgevendheid steeg. Maar de banenmachine begon te sputteren. De werkgelegenheid in Amerika is ondanks de groei in de technologiesector niet toegenomen, sterker nog, die is afgenomen. Het is tijd om in te grijpen en weer aandacht te besteden aan banengroei.”

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Oplossing?

Om dit voor elkaar te krijgen moet de overheid snel handelen, stelt Grove. De oud Intel-ceo pleit voor een taks op Amerikaanse producten die deels gemaakt  zijn in het buitenland. “Als daar dan een handelsoorlog van komt, dan moet die maar worden gewonnen, zoals andere oorlogen”. Ook vindt Grove dat de overheid ‘werkgerichte’ activiteiten moet stimuleren. Niet ingrijpen zou volgens hem een tragische fout zijn. 

Het laatste management nieuws op de deurmat? Neem MT magazine

‘In het bedrijfsleven rust taboe op gevoel. We kijken liever naar spreadsheets en dashboards’

In de boardroom lijkt er geen plek te zijn voor gevoel. Ceo's kijken liever veilig naar strategische plannen, spreadsheets en dashboards. 'Jammer, want als je een beetje afdaalt van je hoofd naar je hart, maak je betere beslissingen', meent Afas-ceo Bas van der Veldt.

Een paar jaar geleden meldden zich twee ondernemers bij mij. Ze hadden een tooltje ontwikkeld waarvan ze dachten dat het goed bij ons zou passen, en ze waren geïnteresseerd in samenwerking. Dat tooltje zat inderdaad slim en goed in elkaar, en was een mooie aanvulling op ons aanbod. Bovendien hadden ze hun voorstel prima doordacht.

Bij één van de twee had ik wel een wat onbestemd gevoel. Ik kon het niet helemaal uitleggen, maar het zat een beetje in de hoek ‘opportunistische gladde prater’.

Geef dan argumenten

We hadden een korte ontmoeting waar ook mijn vrouw bij aanwezig was. Die zei direct na afloop: ‘Niet doen Bas, dit voelt niet goed.’

Ik schoot meteen in de rol van de zakelijke ceo: ‘Wát voelt er niet goed? Geef argumenten dan.’ Het vreemde was dat ik zelf ook een vaag jeukje in mijn hoofd had. Het lukte ons alleen niet om dat gevoel te verklaren. Sterker nog: de ratio was alleen maar heel positief. En zou ik het dan niet doen, omdat iemand mijn type niet lijkt? Dat zou toch ook bijzonder zijn.

We zijn met deze mannen in zee gegaan.

Lees ook: Sommige ceo’s zijn terminaal serieus bezig met hun vak

Na een week of vier bleek het geen gelukkige match. De ondernemers pasten voor geen meter bij onze bedrijfscultuur, en het tooltje was niet zo mooi als het leek. Binnen twee maanden hebben we afscheid genomen. Waar die mannen overigens ook blij mee waren.

Nu kun je denken: ‘Ja, Van der Veldt, dan had je toch beter je huiswerk moeten doen.’ Maar geloof me, dat hadden we grondig gedaan. Punt is dat ik alleen gefocust had op de ratio. Het gevoel had ik weggedrukt, omdat ik het niet kon verklaren.

En precies dát is niet slim. Ik heb in mijn loopbaan veel fouten gemaakt, en een hoop ervan hebben hiermee te maken.

Fixatie op logica

De Duitse psycholoog Gerd Gigerenzer doet al jaren onderzoek naar dit fenomeen. Hij constateert twee dingen. Eén: onder tijdsdruk neem je betere beslissingen op basis van je intuïtie dan op basis van je ratio. Twee: In het bedrijfsleven rust een soort taboe op dit onderwerp.

In een interview in de Volkskrant zegt hij: ‘Veel grote bedrijven hebben een fixatie op logica en cijfers, daar is intuïtie verdacht.’ Dat verklaart volgens hem waarom de helft van de ceo’s wél beslissingen neemt op basis van gevoel, maar daar niet openlijk voor uitkomt. De ratio wordt er later bijgehaald. Of ingevlogen met dure consultants.

Lees ook: Bas van der Veldt: ‘Als ik onvoldoende kritiek krijg word ik gewoon een lul’

Spreek het uit

En dat terwijl gevoel zó’n krachtig instrument is. Ken je de Netflix special Sacrifice van de illusionist Derren Brown? Hierin onderzoekt Brown of het mogelijk is om een racistische Amerikaan zijn leven te laten geven voor een Mexicaan. Sleutelmoment: als hij de twee mannen een paar minuten tegenover elkaar zet, en elkaar in de ogen laat kijken. Dan breekt de Amerikaan.
Goed. Je gevoel moet je dus niet negeren, ook al heb je er nog geen woorden voor.

Maar wat moet je er dan wél mee doen? Dat leerde ik van onze Afas-oprichter Piet Mars. Hij zei: als iets niet goed voelt, en je kunt nog niet verklaren waarom, benoem dát dan.

Zeg gewoon: ‘Joh, ik weet niet wat het is, maar dit voelt niet goed.’ Als ik dat had gezegd tegen de mannen van het tooltje uit het begin van dit verhaal, hadden we waarschijnlijk een heel ander gesprek gehad. En had ik misschien wel een betere beslissing genomen.

Een andere les van Piet was: wacht niet met het uitspreken van je gevoel. Dat is niet gemakkelijk, maar dan ligt de bal wel waar hij hoort. Je neemt het niet mee naar huis, en je hoeft er niet van wakker te liggen.

Lees ook: Leiderschap is geen democratie

Op lopen vreten

Jaren geleden had ik een gesprek met een manager die me vertelde dat ze ergens enorm last van had. Ik vroeg haar wat dat dan was. Bleek dat ik drie weken daarvoor iets in een vergadering had gezegd, dat zij als onprettig had ervaren.

Eerlijk? Ik kon het me niet eens meer herinneren. Maar zij had er zich al die weken over op lopen vreten.

Heel herkenbaar. Want hoe gaan die dingen? Je ergert je aan een uitspraak of een actie, en die ander is zich van geen kwaad bewust. Die doet in de tijd erna nog een paar dingen in diezelfde lijn, en voor je het weet heb jij je algehele oordeel al klaar: diegene is gewoon een eikel. Zo heb je de situatie voor jezelf en die ander behoorlijk ingewikkeld gemaakt.

Het is de moeite waard om het anders te doen. Experimenteer er maar eens mee. Ook met de woorden die je gebruikt. Je zult merken: de taal van je ratio leidt tot afstandelijkheid, en uiteindelijk mis je je doel. En zodra je vanuit je hart en gevoel gaat praten, ontstaat er verbinding en komt er een écht gesprek tot stand.