Bij de grote boekhoudschandalen van de afgelopen jaren ging het vrijwel steeds om situaties waarin managers de cijfers van hun bedrijf of bedrijfsonderdeel mooier voorstelden dan economisch gerechtvaardigd was. Dat kon alleen maar gebeuren met instemming van de financiële mensen in de organisatie. Voor zijn promotie aan de Universiteit van Amsterdam onderzocht Victor Maas, van de faculteit Bedrijfskunde, de gedachtengang van de financiële managers.
Victor Maas onderzocht de bereidheid van financiële managers van organisatieonderdelen (controllers) om prestatiemeetsystemen te manipuleren teneinde een positiever beeld te schetsen van dat organisatieonderdeel. In het bijzonder keek hij of – en hoe – de mate waarin financiële managers actief betrokken zijn bij strategische en operationele besluitvormingsprocessen van invloed is op hun bereidheid tot manipulatie.
Lid van het managementteam
In hoeverre hun actieve betrokkenheid van invloed is op hun bereidheid tot manipulatie, is belangrijk gezien het feit dat die actieve betrokkenheid de afgelopen twintig jaar sterk is toegenomen. Financiële managers ontwikkelden zich van onafhankelijke en afstandelijke bean counters tot volwaardige leden van het managementteam.
Maas voerde een grootschalige enquête uit onder Nederlandse business unit controllers waaruit onder meer blijkt dat er een zekere bereidheid is om prestatiemeetsystemen te manipuleren, maar dat deze niet samenhangt met de actieve betrokkenheid van deze controllers bij het aansturen van hun organisatieonderdeel. Een experiment laat zien dat manipulatiebereidheid bij controllers ontstaat uit een samenspel tussen actieve betrokkenheid bij managementbeslissingen, sociale druk en persoonlijkheidskenmerken. Bron: Universiteit van Amsterdam